4. Nachtje-door

24 4 0
                                    

Een zenuwachtig gevoel golfde door mijn aderen. Waarom dat was, wist ik niet maar ik was totaal gestresseerd. Ik keek naar mijn kleren: een avondjurk, volledig wit bekleed met kant en bloemen, hoge hakken en een zilveren halsketting met diamanten die rond mijn nek hing. Toen ik in de badkamer liep zag ik mijn spiegelbeeld. Wat was mijn haar mooi opgestoken, en die make-up op mijn gezicht, alles was gewoon perfect.Het meisje in de spiegel was precies een prinses die per ongeluk in de echte wereld terecht was gekomen. Net zoals in die ene film... Hoe noemde die ook alweer? Hoe dan ook. Iets in mij zei dat ik mij moest haasten dus rende ik in spoedtempo de trap af en deed de achterdeur open. In de tuin stonden allemaal banken en helemaal vooraan stond er een plantenboog met witte doeken, zo één die gebruikt wordt bij huwelijken. Ow wacht, ik zag er uit als een sprookjesprinses, ik moest mij haasten en mijn tuin zag eruit als een soort openluchtkerk. Ging ik... trouwen? Onmogelijk! Ik deed de deur voor een tweede keer open en op de banken in de tuin zaten mensen. Oké het was dus wel mogelijk. Maar met wie zou ik trouwen? Thomas... Ik liep de tuin in en een bruiloftsliedje begon te spelen. Ik stapte verder op het ritme van de muziek, ik keek naar de jonge man onder de plantenboog: Thomas. Hij was dolgelukkig. Toen ik hem zag begon ik mijn tempo te versnellen. Maar plots bleef ik stokstijf staan. Ik was niet de reden waarom Thomas zo gelukkig was, naast Thomas stond een ander meisje en zij maakte hem zo blij. Het meisje draaide zich om en uit haar mond weerklonk de schelle stem van Joyce:'Je hebt je kans gehad, nu is hij van mij!'

Mijn hart bonsde in mijn keel. Wat een droom! Hoe laat was het? Ik keek naar de klok: 04:37. Het probleem Thomas had mij dus dieper geraakt dan ik gedacht had. Als er iemand moest vertrekken vandaag was ik dat en niet Thomas. Ik moest hem zien en wel nu. Oké ik weet ook dat het geen goed idee is om iemand die kwaad op je is midden in de nacht wakker te maken maar ik zou anders toch maar liggen woelen in mijn bed en de rest van de slaapzaal wakker maken. Dus sloop ik uit mijn bed, zo de kamer uit. Gelukkig bleven de lichten in de gangen van het gebouw de hele nacht aan en kon ik zo toch snel de slaapzaal van de jongens vinden. Voorzichtig duwde ik de deur open, hopend dat ik niemand-behalve Thomas-wakker zou maken. Ik keek de kamer rond en zag in het midden van de kamer een leeg bed: het bed van Thomas... Vlug sloot ik de deur opnieuw. Ik moest hem vinden maar ik kon maar één plek bedenken waar hij kon zijn.

Gelukkig was mijn pyjama warm genoeg om op dit uur buiten te kunnen lopen. Ik had het voorgevoel dat Thomas op de plek zou zijn waar hij mij voor het eerst gekust had. En mijn vermoeden klopte. Hij lag in het midden van het plein languit in het gras naar de sterren te kijken. Naast hem lagen een paar vellen papier. Ik probeerde wat lawaai te maken zodat hij niet zou schrikken als hij mij zag. Toen hij mij zag zette Thomas zich plots recht en maakte hij aanstalten om weg te gaan.

'Nee, Thomas, alsjeblieft blijf hier! Ik wil je niet weer verjagen, ik wil je geen pijn doen.'

'Dat had je dan moeten bedenken voor je mij kwetste. Waarom ben je hier eigenlijk?' de tranen stonden in zijn ogen.

 'Ik kon niet slapen, ik kon alleen nog maar aan jou denken.'

'Ik begrijp het al: last van een slecht geweten.'

'Thomas, als er iemand naar huis moet ben ik dat. Ik wil niet dat jij boet voor mijn fouten.Ik verwacht niet dat je me vergeeft, ik vraag alleen om mij de kans te geven om het uit te leggen waarom ik je heb afgewezen,' en nu klonk ik dus officieel wanhopig.

 Thomas keek me wantrouwig aan en zei droogjes: 'Je krijgt vijf minuten.'

 Dit was mijn laatste kans, nu moest ik echt goed opletten met wat ik zou zeggen maar ik zag dat ik niet veel tijd had om na te denken over wat ik zou zeggen want hij meende dat van die vijf minuten precies tot op de seconde.

'Thomas, je bent de liefste, vriendelijkste, grappigste en meest fantastische jongen die ik ken. En ik ben zo stom geweest om jou te laten gaan, ik heb de grootste fout in heel mijn leven gemaakt met jou te kwetsen maar dat was niet zo bedoeld. Kijk houden van iemand is voor mij zeggen dat ik voor altijd bij die persoon wil blijven, maar ik had schrik om zelf gekwetst te worden mocht ik mezelf toestemming geven om van jou te houden. Zonder had te beseffen kwetste ik jou hierdoor nog veel harder. Nu besef ik dat ik echt van je hou, ik hou van je, Thomas. Ik begrijp dat je mij niet meer wil maar Thomas, het maakt niet uit: ik zal hoe dan ook van je blijven houden.' Ik keek diep in zijn ogen maar hij zei niets. 

'Meen je het dat je van mij houdt?' Thomas'stem knakte midden in zijn zin. 

'Ik ben nog nooit zo zeker geweest van iets. Thomas ik hou van jou.' Thomas trok me mee naar beneden zodat we allebei in het gras lagen. 

'Ik blijf bij jou, zolang je maar van mij blijft houden.' hij gaf me een kus op mijn kaak, legde zich neer in het gras en zo vielen we hand-in-hand in het midden van het grote plein onder de blote sterrenhemel in slaap, alsof we elkaar nodig hadden om het verschil tussen onze dromen en de werkelijkheid te kunnen onderscheiden.

Ver-anderWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu