5.Laatste-kampdag

22 4 0
                                    

Vandaag de laatste dag dat ik moest doorbrengen op het kamp, normaal gezien zou ik er naar moeten uitkijken maar nu... Ik weet het niet. Thomas heeft me zijn nummer al gegeven zodat we contact kunnen houden maar het zal nooit meer zo zijn zoals nu. Ik sleurde mijn valiezen naar buiten en zette me-na al dat zware werk-redelijk vermoeid neer op het gras. Over een paar uur nam ik de trein al om naar huis te gaan. 

'Hey, ook geen zin om weg te gaan?'

'Nee, alles gaat veranderen,' zuchtte ik tegen Thomas. Maar zijn plan was vandaag precies om mij in een positieve bui naar huis te laten gaan: 'Veranderingen hoeven niet slecht te zijn Kate. Kijk naar ons, onze levens zijn nu toch ook veranderd en we zijn nog gelukkig!' Hij grijnsde alsof hij zonet de beste grap in de geschiedenis van de mensheid had verteld.

 'Ik zou graag meer over jou te weten komen, jij weet zoveel over mij, maar ik ken jou amper...'

'Vraag maar raak!' hij deed alsof hij een boog aanspande en een denkbeeldige pijl in de verte schoot. 

'Oké, hoe oud ben je?' vroeg ik.

 'Komaan Katy, wat doet dat er nu toe?'

'Kijk ik ben 16 en jij bent...'

'Word niet kwaad hé! Ik heb je gewaarschuwd... 22.' Dit kon niet zei hij nu net dat hij 22 was? Deze jongen was 6 jaar ouder dan mij? 

'Wat doet een man van 22 jaar op een stom kamp voor kinderen waarbij de maximale leeftijd 16 jaar is?'het was duidelijk, ik was kwaad...

'Begrijp mij niet verkeerd hè, wat wij hebben is echt, maar ik ben niet echt een deelnemer...'

'Het wordt alleen maar beter, straks ga je me nog vertellen dat je niet echt Thomas noemt.'

 Had hij mij nu echt een hele week belogen? Ik wou hier weg en nu meteen. Maar toen ik mij recht zette hield hij mij tegen en zei:'Wacht, je hebt beloofd om niet kwaad te worden, laat het mij dan toch gewoon uitleggen!'

 Ik was woedend en kon maar één manier bedenken hoe ik hem dat zou duidelijk maken. Door zijn eigen woorden te gebruiken:'Je hebt vijf minuten!' ik probeerde me in te houden om niet te schreeuwen tegen hem-wat héél veel moeite koste en waar ik eigenlijk ook totaal geen zin in had. 

'Kijk ik ben hier omdat ik op een speciale missie ben, ik ga op zoek naar mensen met een bepaald profiel of bepaalde kwaliteiten. Dit kamp leek mij een geschikte plaats om onderzoek te doen en ik kwam uit op twee geschikte meisjes: jij en Joyce.'

'Waarom heb je ons nodig? Waarom moest je ons zoeken?' vroeg ik verbaasd. Thomas vervolgde:'Nu word je ongetwijfeld nog kwader, maar de president van ons land heeft bevolen om een meisje te zoeken dat geschikt is om te trouwen met zijn zoon.'

'Waarom zoekt hij in godsnaam zo iemand? Is die gast te lui om zelf iemand te zoeken?'

'Wel nee, daarom zoekt hij ook zelf naar iemand.'

 'En jij bent de geschikte persoon om dat ventje te helpen met zijn vrouwenjacht. En ondertussen vlug ééntje meepikken is natuurlijk ook een leuk extraatje boven op je loon...'antwoordde ik sarcastisch. 

'Wel ik denk niet dat de zoon van de president zelf een gedwongen huwelijk wil... En van jou en mij, Wat ik gezegd heb over dat ik van je hou is waar, daar mag je niet aan twijfelen.' Thomas klonk wanhopig. 

'Waarom wil de president dan dat zijn zoon trouwt?'

'Hij denkt dat als zijn zoon zal trouwen hij de meeste stemmen krijgt bij de volgende verkiezingen en zo de macht over dit land in handen blijft van de familie van de president. Het is allemaal redelijk corrupt: de zoon wil zelfs geen president worden!'

'Wow heftig...' antwoordde ik droog. Misschien is het dan toch beter dat ik nú mijn trein neem, zodat jij je vrouwenjacht kan vervolgen. Nog veel plezier met je verdere avontuurtjes Thomas!'

 Ik moest me haasten, ik stond op het punt om in tranen uit te barsten maar het laatste waar ik zin in had was om mijn tranen te moeten laten zien aan die bedrieger, dus rende ik alsof mijn leven ervan af hing naar de trein en vertrok. Weg van hem. Thuis begroette ik mijn ouders en zei dat ik heel moe was-eigenlijk was dat niet waar, ik was klaarwakker maar ik vreesde dat ik het kruisverhoor van mijn ouders(dat altijd volgde nadat ik kamp was geweest) vandaag toch niet aankon. Ik lag op mijn bed, luisterend naar muziek in de hoop hem te vergeten-wat bij nader inzien een slecht plan was want door de muziek begon ik nog harder aan hem te denken. Hier blijven treuren had geen zin, ik wist wat ik nodig had: mijn eigen muziek...

Mijn vingers gleden over de pianotoetsen alsof ze nooit iets anders deden. Oké Kate, nu schrijf je een liedje én daarna stop je met aan hem te denken. (Meestal ben ik niet goed bezig als ik mezelf bevelen geef).

 Na een tijd was mijn liedje af, het klonk wel goed en was ik al een heel stuk vrolijker. Mijn vader kwam de woonkamer in en zei:'Dat liedje dat je zonet hebt gezongen, wie heeft dat geschreven?' 

Ik antwoordde een beetje verlegen: 'Wel ikzelf, papa. Vind je het niet mooi misschien?'

 'Niet mooi? Kate, het is een meesterwerk! Vind je het goed als ik het eens doorstuur naar onze lokale radio?' Hij vroeg mij wel vaker of hij mijn muziek naar de radio mocht zenden, meestal stemde ik daarmee in want zo was mijn vader tevreden en zo een radio optreden stelde niet veel voor. Toch niet bij onze lokale radio. Radio klavertje vier was bekend in mijn straat en omstreken, het haalde gemiddeld 50 luisteraars per dag en zowat iedereen kon zijn muziek doorsturen en meestal werden die zelfgemaakte plaatjes dan de daaropvolgende weken zot gespeeld. 

'Goed speel jij je liedje nog een keer, dan kan ik het opnemen', vervolgde mijn vader,'dan kan ik het vandaag nog opsturen!'

Ver-anderWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu