3. September (de zomergaarde)

9 3 0
                                    

In haar zonlicht
kleurde mijn lichaam
als lupine.
Beurs en grauw
van herinneringen of
door hem en haar.

Stampvoetend op beton kon
niks — behalve krijsen.
Botteloos in mijn graf,
dacht dat het allemaal
aan mij lag. Dus

gaf ik haar de witte vlag.
Die avond
toen ik dacht
dat ik je kwijt was.

Maar het veranderde tot iets groters.

Tussen het gras
en haar gelach
wist ik zeker
dat ik verraden was.
Ik dacht dat we voorbij waren,
voordat we waren begonnen.

Jij ging voor vrede. Zij ging voor jou.

Mijn hand was wat je wilde
met haar adem
in mijn nek. Vertellend dat ik
mezelf moest straffen voor
dingen die ik niet kon laten gaan.

Jaloezie brandt. Zij speelt met vuur.

Met alles
wat je tegen me zegt.
Het voelt niet alsof je voor me vecht.
Geef ik je te weinig voor een keuze?

We zouden samen
een gaarde kunnen aanleggen.
Pluk het paradijs, plant het in mijn haar.
Vergeet haar gif-gestaar. Daar gaan de muren.

In de palm van mijn hand: jouw bloedkist.
Bloedvergietende liefde.
Zij gaf je haar verdragen en
liet mij mijn zorgen dragen.

Een schild van verlangen.
Ik werd een obstakel
en zo
werd de oorlog verklaard.

De kroon kent haar consequenties.
Jouw aanraking op mijn huid;
nog krachtiger dan haar kogels,
want wij veranderden tot iets groters.

Opgeblazen bommen liggen
eindelijk achter ons.
Ochtendgloren zijn nabij.
Nu wij dit hebben overleefd,
is hartstocht niet genoeg,
want wij veranderden tot iets groters.

HerdenkingstuinWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu