Hoofdstuk 23: De Bruiloft

2 0 0
                                    

De kapelle was bedeesd en heilig, versierd met eenvoudige doch sierlijke bloemenkransen, wit en groen als het lentedauw. Houten banken vulden den ruimte, en hooge vensters lieten zonnelicht in zachte stralen nederdalen op den koudsten vloer van steen. 't Was een plaats van stilte, waardigheid, en eerbied – een heiligdom geschapen voor het binden der levens in liefde.

Buiten den muren klonk den vreugdigen klank van fluiten en luiten, bespeeld door Robin's makkers. Het dorp bruiste van bedrijvigheid; boeren en ambachtslieden, edellieden en dienaren, allen waren gekomen om het huwelijk van Robin en Marian te aanschouwen. Het feest van den dag hing in de lucht, doordrenkt met de geur van versgebakken broden en kruidige wijn.

Binnen stond Robin, gekleed in eenvoudig gewaad met een groene sjerp om zijn middel – een stil eerbetoon aan zijn bende. Hij hield zich stil bij het altaar, doch zijne borst deinde met zware adem. Zijn blik was strak gericht op de deuren van de kapelle, waaruit spoedig zijn bruid zou verschijnen. Aan zijne zijde stonden Will Scarlet en de trouwe mannen die met hem vele gevaren hadden doorstaan. Zij glimlachten hem toe, bemoedigend en vol vertrouwen.

Toen openden de groote houten deuren zich, krakend als oude eiken, en alle oogen keerden zich. Daar stond Marian. Haar ivoorkleurige kleed vloeide als een stille beek langs haar voeten, haar haren – als kastanje in den herfst – waren in zachte lokken opgestoken, vastgezet met kleine bloemen die als sterren in den nacht blonken. Ze hield haar hoofd fier, doch in haar blik lag een zachte schroom, als ware zij niet de dochter van een koning maar een eenvoudige maagd die haar lief tegemoet trad.

Haar vader, koning Richard, voerde haar aan zijn zijde. Hij hield haar arm stevig, met een blik van trots gemengd met weemoed. "Dit is uw dag, mijn kind," sprak hij met kalme stem. "En ik weet dat gij rechtvaardig zult leven, met liefde in uw hart en kracht in uw daden." Marian glimlachte hem dankbaar toe, en met een laatste knik liet hij haar los, om den weg naar Robin voort te zetten.

Toen haar blik den zijne ontmoette, voelde zij de wereld om haar heen vervagen. Daar stond hij – de man voor wien zij gekozen had haar leven te wijden, niet door verplichting, maar door liefde alleen. Hun harten spraken, zonder woorden, en ieder stap die zij naderde versterkte hun band.

De priester, een man met grijzend haar en een stem als zachte donder, begon de heilige rite. Hij sprak over trouw, over de kracht der verbintenis en het heilige van hun geloften. Robin nam Marian's handen in de zijne, en met een stem vast en warm, sprak hij:
"Bij dezen zweer ik u mijn hart, Marian. Ik zal u beminnen, beschermen, en nimmer in den steek laten, zo lang als ik ademhaal."

Marian voelde haar keel zich samenknijpen, doch zij rechtte haar schouders en antwoordde:
"En ik zweer u mijn liefde, Robin. Ik geef u mijn leven en mijn ziel, voor nu en alle dagen die nog komen mogen."

Lisa, die aan den zijlijn stond, trad naar voren met twee gouden ringen. De ringen waren eenvoudig, doch hun glans sprak van eeuwigheid. Robin schoof zacht de ring over Marian's vinger, en zij deed hetzelfde bij hem.

"Bij dezen, in het aanschijn der levenden en de zegening der hemel, verklaar ik u man en vrouw," sprak de priester. "Robin, gij moogt uwe bruid kussen."

Robin boog zich voorover, en met een tedere kus, bezegelden zij hun geloften. Het was een kus niet slechts van liefde, maar van eeuwige belofte. De kapelle barstte uit in gejuich en gezang, terwijl zij hand in hand naar buiten traden, het licht van de tuin tegemoet, waar het feest wachtte.

Doch voor Robin en Marian was dit reeds het begin van hun nieuwe leven – een reis vol avontuur, maar altijd samen, als man en vrouw.

Het Zwarte WaterWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu