Hoofdstuk 25: De Huwelijksnacht

1 0 0
                                    

De bleke maan scheen helder door het venster van de kamer, waarin Robin en Marian die nacht samen zouden verblijven. Het kasteel lag gehuld in stilte, de vreugdige klanken van het bruiloftsmaal verstomd tot enkel een zachte echo in de verte. De wereld leek te rusten, als hield zij haar adem in voor het paar dat, nu man en vrouw, het begin van hun samenzijn zou vieren.

De kamer was eenvoudig maar warm; een groot ledikant met een baldakijn van zwaar fluweel stond in het midden, omringd door kaarsen wier vlammen dansten in de nachtelijke lucht. De geur van verse rozenblaadjes, verspreid over het bed, vermengde zich met de houtige aroma's van het smeulende haardvuur. Marian stond bij het voeteneinde, haar wangen rozig van het feestgedruis, haar adem licht gejaagd van wat haar te wachten stond. Haar vingers trilden zacht terwijl ze de linten van haar bruidskleed losmaakte, de fijne stof gleed traag langs haar lichaam naar beneden. Haar schoonheid was ontwapenend, als een maagd van de velden, maar met de vurige blik van een vrouw die wist wat zij wilde.

Robin, reeds ontdaan van zijn wapenrusting, stond zwijgend en keek naar haar met ogen vol eerbied en verlangen. Zijn handen waren nog ruw van het leven in de bossen, maar ze beefden licht toen hij zijn gordel losmaakte. Hij stapte naar voren, langzaam, alsof hij een heiligdom betrad. Zijn blik gleed over haar figuur, niet met de honger van een rover, maar met de verwondering van een pelgrim.

"Mijn Marian," fluisterde hij, zijn stem laag en doordrenkt van emotie, "geen schone bloem in 't woud kan jouw glorie evenaren."

Marian hief haar blik, haar lippen krulden in een zachte glimlach, haar ogen schitterend als sterren. "En gij, mijn Robin," sprak zij fluisterend, "gij zijt mijn schuilplaats, mijn ridder, mijn enige hoop."

Haar woorden waren als een balsem op zijn ziel. Hij hief een hand en liet zijn vingers voorzichtig over haar wang glijden. "Ik heb menig strijd gestreden," zei hij zacht, "maar geen was zo zwaar als het wachten op dit moment."

Ze leunde in zijn aanraking, haar handen vonden hun weg naar zijn borst, waar ze de warmte van zijn huid voelde onder het linnen van zijn hemd. Haar ademhaling versnelde, maar ze voelde zich veilig, alsof niets ter wereld hen kon deren. Robin nam haar hand en leidde haar naar het bed. Elke stap voelde als een gelofte, elke aanraking als een gebed.

Toen zij naast hem stond, liet hij zijn handen rusten op haar taille en kuste haar voorzichtig, zijn lippen tastend en zacht, alsof hij de heiligheid van haar wezen niet durfde verstoren. Marian beantwoorde zijn kus, haar vingers in zijn haar, haar hart bonkend in haar borst. De spanning tussen hen groeide, een vuur dat al jaren smeulde en nu in volle vlam uitbarstte.

De rest van hun kleren verdwenen, achteloos ter zijde geworpen als bladeren in de wind. Ze lagen naast elkaar, hun lichamen verweven, hun ademhaling synchroon. De nacht hief hen op als een golf, bracht hen naar een plek waar tijd en ruimte ophielden te bestaan. De liefde tussen hen was als een lied, een eeuwige melodie die slechts zij konden horen.

Toen het uur laat was en de nacht hen omhulde met haar mantel, lagen zij in elkaars armen. Robin streelde haar haren, haar geur van lavendel en rozen omringde hem. "Mijn lief," fluisterde hij, "de wereld mag ons nemen wat zij wil, maar nooit zal zij mij mijn liefde voor u ontnemen."

Marian keek op naar hem, haar ogen vol warmte en toewijding. "En ik, mijn Robin, zal altijd uw zijde kiezen, in voorspoed en tegenspoed, tot het einde der tijden."

De sterren keken zwijgend toe, terwijl de wereld sliep en de nacht voortschreed. En zo begon hun reis, niet als held en heldin, maar als man en vrouw, verenigd in liefde die sterker was dan enige macht op aarde.

Je hebt het einde van de gepubliceerde delen bereikt.

⏰ Laatst bijgewerkt: 2 days ago ⏰

Voeg dit verhaal toe aan je bibliotheek om op de hoogte gebracht te worden van nieuwe delen!

Het Zwarte WaterWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu