22. Games

271 19 4
                                    

Personages:

-Mariposa (ook wel Marie of Puntie genoemd)
-Chris (vangt Mariposa en anderen op als bescherming tegen de Uchawi)
-Alice (was Mariposa's moeders beste vriendin en Chris' vrouw)
-Ellenoor (elf die ook bij Chris schuilt)
-Arizona (dochter van Ellenoor, schuilt ook bij Chris)  

P.O.V. Mariposa

'Probeer je op een locatie in het his te focussen.' Zegt Ellenoor. 'Waar ga je op focussen, Mariposa?' 'De slaapzaal.' Zeg ik. 'Oké, laat je niet afleiden. Maak je hoofd leeg en denk aan de bedden, die in de slaapzaal staan.' Ik knik en probeer mijn hoofd te legen. Alles wat er is gebeurt moet ik even vergeten.

Ik begin me op de slaapzaal te concentreren. 'Als je helemaal op de slaapzaal gefocust bent, sluit dan je ogen en stel je voor dat je erheen reist.' Ik probeer me nog meer op de bedden, die in de slaapzaal staan, te focussen. Dan sluit ik mijn ogen.

'Goed gedaan!' Zegt Ellenoor, terwijl ik langzaam mijn ogen open. 'Het is me gelukt! Ik kan me teleporteren!' Ik kon het al, maar nu kan ik het ook als er geen uiterste nood is. 'Dankje, Ellenoor.' Zeg ik, terwijl ik trots om me heen kijk. 'Nog even oefenen en dan zal het praktisch vanzelf gaan.' Zegt ze. Ze kijkt me trots aan en groene vleugels fladderen enthousiast. In Ellenoors haar zit een pluk met dezelfde groene kleur, die haar erg goed staat. 

Ik herinner me het gesprek met Alice weer. Ze heeft me nooit kunnen vertellen wat de kleur van mijn staart betekend. Dat is nu ook niet belangrijk, ik moet me eerst focussen op mijn elfen krachten. Ik weet nog dat Alice mij vertelde dat ik een uitzondering was. De pluk in mijn haar is niet hetzelfde als de kleur van mijn vleugels, wat bij andere elfen wel het geval is. Daarom moet ik ook erg voorzichtig zijn, het mag niet zo zijn dat mijn pluk zichtbaar is terwijl mijn vleugels gespreid zijn. Dat zou erg gevaarlijk kunnen zijn.

'Gaan we vanmiddag weer verder?' Vraag Ellenoor. Ik schrik op uit mijn gedachten. 'Waar dacht je over?' Vraagt ze. 'Ja, vanmiddag.' Zeg ik, ik negeer haar andere vraag. Ik heb even geen zin om erover te praten. Om het beeld van Alice levenloze lichaam weer voor de geest te halen. Ze kijkt me bezorgd aan en legt haar hand op mijn schouder. 'Het komt wel goed.' Zegt ze geruststellend. Dan loopt ze weg.

Ik heb hier al ontzettend veel geleerd, van Chris, van Ellenoor en van nog een paar anderen hier. Vreemd genoeg kan ik de namen van de anderen maar niet onthouden. Ik heb al aan Chris gevraagd hoe dat komt en toen zei hij dat het waarschijnlijk komt door de stress en alles. Hij zou nog wel eens gelijk kunnen hebben. Ik heb bijna alle krachten al onder de knie, behalve de röntgen- en micro- visie is alles mij gelukt. Het is moeilijk om te leren, aangezien niemand hier die krachten heeft. Ik denk dan ook niet dat die krachten erg cruciaal zijn, maar toch.

'Wil je even met me spelen?' Vraagt Arizona enthousiast. Ik knik, ik kan wel een beetje afleiding gebruiken. 'Wat wil je doen dan?' Vraag ik aan haar. 'Verstoppertje?' Vraagt ze aan mij. Ik schud mijn hoofd, dat lijkt me niet zo'n goed plan. 'Ik heb een beter idee.' Zeg ik. Ze kijkt me nieuwsgierig aan. 'We kunnen wel touwtje springen.' Zeg ik terwijl ik naar een lang touw kijk dat in de woonkamer ligt. 'Touwtje springen, wat is dat?' Vraagt ze. Vol verbazing kijk ik haar aan. 'Weet je niet wat touwtje springen is?' Ze schud haar hoofd. 'Dan leg ik het je wel uit, nadat we nog één persoon hebben gevonden die mee wil spelen.' Zeg ik.

Arizona komt aanzetten met Chris. Ze sleurt hem bijna mee. 'Doe je mee met touwtje springen?' Vraag ik hem. Hij knikt. 'Ik ken het wel, maar heb het nog nooit gespeeld.' Zegt hij. 'Waarom niet?' Vraag ik hem. 'Alleen mensen doen dat, in de elfen wereld wordt dat niet gespeeld. Ik heb het alleen gezien toen ik door de mensen wereld reisde. 'Ik leg het wel uit.' Zeg ik.

'Snappen jullie het?' Vraag ik als ik klaar ben met de uitleg. Beide knikken. 'Top.' Zeg ik. 'Chris, pak jij het andere uiteinde van het touw vast?' Vraag ik hem. Hij loopt naar het touw toe en pakt het stevig vast. 'Oké, Arizona. Dan moet je nu in het midden gaan staan, terwijl wij het touw gaan ronddraaien.' Ze bestudeert het touw eens goed en loopt er dan op af.
'3...2...1...' Zeg ik. Dan beginnen Chris en ik het touw rond te draaien. 

Arizona doet het heel goed voor een eerste keer. Ik begin een liedje te zingen. 'Beertje, beertje, draai eens rond. Beertje, beertje, tik de grond. Beertje, beertje, handen in de zij. Beertje, beertje, hou oud ben jij? 1...2...3...4...5...' Arizona springt te vroeg en houd het touw tegen, ze is af. Toen ik het liedje zong volgde ze netjes de instructies, maar ik zag aan haar dat ze het niet helemaal begreep. 'Wat was dat voor liedje?' Vraagt ze me. 'Dat zongen mijn vriendinnetjes en ik vroeger als we dit spel speelden.' Zeg ik een beetje trots.

Ik lig weer op mijn bed, in de hoop dat ik vannacht rustig zal slapen. Aan de ene kant hoop ik dat ik eindelijk zal weten hoe de droom af hoort te lopen, maar aan de andere kant wil ik een goede nachtrust krijgen. Ik weet niet welke van de twee belangrijker zal blijken.

'Alice!' Roep ik, maar het is te laat. Een man sleurt haar mee de duisternis in. Ik ren erheen, maar ze is weg. Tranen rollen over mijn wangen. Nee! Ik kan haar niet weer verliezen. Er is niets wat ik kan doen. Dan voel ik dat de duisternis aan me trekt. 'Laat me los!' Schreeuw ik. Ik sla om me heen en trappel heen en weer. Het lukt me niet om iemand te raken. 'Laat me los!' Roep ik weer. Geen reactie. Mijn hele lichaam trilt van angst. Ik voel me zwak, ik ben bang. 'Alice!' Roep ik in de hoop dat ze nog leeft, dat ze mij kan helpen. Geen reactie. Ik probeer nog een keer om me heen te slaan, maar het is nutteloos. Ik wordt meegesleurd. Ik kan geen kant op, het enige wat ik kan doen is gillen. 'Help!' Roep ik tevergeefs. Alles wordt zwart. Opeens zie ik een klein straaltje licht, alsof het van een kaars af straalt. Op de een of andere manier weet ik mezelf los te wringen en ren ik naar het licht. Maar in plaats van dat ik dichter bij het licht kom, lijkt het alsof het licht steeds verder weg is. Toch zet ik door, ik blijf het proberen. Het heeft geen nut. Ik probeer me te focussen. Ik probeer al mijn kracht bijeen te rapen. Plotseling is er een fel licht, waardoor de duisternis bijna volledig verdwijnt. Er is alleen nog maar één klein puntje duisternis, maar het ziet er niet gevaarlijk uit. Alice is niet teruggekeerd. In de verte zie ik schimmen lopen, een groep elfen, een groep zeemeerminnen (al weet ik niet hoe ik ze herken, z lopen immers) en een groep mensen. Ze komen steeds dichterbij. Ik zie de gezichten van mensen die ik ken, maar ook een aantal gezichten die ik niet ken. Ik snap niet wat het betekend. Ik besluit naar het kleine overgebleven puntje duisternis te lopen. Het ziet er zwak uit. Op de een of andere manier verschijnt er een kaars in mijn hand. Met gebruik van vuursturing zet ik hem aan .Ik plaats hem in het midden van de duisternis. Het is overal licht, maar toch voel ik dat die duisternis nog ergens schuilt. Ik weet tenminste dat iedereen voor nu veilig is. Ik glimlach.

Met een glimlach op mijn gezicht wordt ik wakker. Chris zit op de rand van mijn bed. Ik schrik, maar kalmeer al snel weer. 'Had je de droom weer?' Vraagt hij. Ik knik. 'Deze keer was hij af.' 'Vertel.' Zegt hij.

'Dat, dat is heel goed.' Zegt hij, ook op zijn gezicht verschijnt nu een glimlach. 'Je bent er klaar voor.' Angstig kijk ik hem aan. Ik wil er eigenlijk niet klaar voor zijn. Wat als ik iemand moet doden, wat als is niet win. Allemaal vragen spoken door mijn hoofd. Geen van allen weet ik te beantwoorden. 'Het komt wel goed.' Zegt Chris om me gerust te stellen. Normaal werkt dat wel, maar nu niet. Het idee dat de hele magische wereld op me rekent en de voorspelling kent wordt me teveel. 'Chris...' Zeg ik. 'Het is wel goed, neem de tijd, Mariposa. Alles zal goed komen, ik geloof in je.' Nadat hij dat heeft gezegd staat hij op en loopt hij weg. Ik blijf alleen achter in de slaapzaal.


HiddenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu