83

248 11 0
                                    

Liam

Luna sluit haar ogen en lijkt zich kort te concentreren. Plots draait ze vliegensvlug om. Ze lijkt te schrikken en voor ik iets kan zeggen rent ze weg. Het bos in. Ik sta een halve seconde bevroren, wat een eeuwigheid lijkt. Dan ren ik achter haar aan. 'Luna!' Roep ik door het bos. 'Luna!' Ze rent snel, erg snel. Ik zie haar nergens meer en concentreer mij op mijn gehoor.

Vogels fluiten, blaadjes ritselen, het kraken van takjes. Maar dat in verschillende richtingen. Ik kan het geluid van haar kloppende hart ook niet horen, ze is al te ver weg. Ik snuif de lucht op. Vage sporen van haar geur, gek genoeg leiden ze twee kanten op. De een is sterker, ik besluit die kant op te lopen. 'Luna!' Roep ik nog eens. Maar alweer geen antwoord. Waarom is ze weggelopen, zag ze iets wat haar afschrikte? Ik loop snel door als haar geur sterker wordt. Ik ga niet weg voor ik haar gevonden heb. De geur wordt sterker en ik hoor iemand ademhalen. Zou ze stil zijn blijven staan? Ik ren het laatste stuk en zie iets wat ik totaal niet had verwacht.
Het is Luna niet.

Er staan twee donker geklede mannen met wapens voor me. Daar achter staat een zwarte bus, met de zij naar mijn geIcht geparkeert. 'Ah, parfum werkt.' Zegt een van de twee lachend. De andere laat een klein kort lachje horen. Plots komt er een harde gil vanachter het busje. De gil wordt vrijwel meteen gesmoord. Waarschijnlijk dood iemands hand. 'Luna!' Roep ik. Er komt oude man, de man die op de parkeerplaats was, vanachter het busje vandaan. Hij heeft zijn pistool tegen haar hoofd gedrukt. Ze kijkt angstig. De man heeft haar handen vastgebonden en gooit haar op de grond. Een doek zit om haar mond geknoopt. Ze maakt piepende geluiden en tranen rollen over haar wangen.
Ik wordt woest vanbinnen en wil de mannen verscheuren. Ik wil net aanvallen als ik zie dat de twee mannen hun geweren op mij hebben gericht.
Ik genees.
Denk ik bij mezelf. Alsof de oude man mijn gedachten kan lezen zegt hij; 'Er zit een flinke dosis wolfsbane in.' Ik slik kort. 'Ik wil je iets vertellen Dunbar.' Ik grom en mijn ogen gloeien. 'Jou vriendin Luna hier, was zo dom om weg te rennen uit paniek. We hielden jullie al in de gaten, we hoefden haar alleen te ontvoeren en jou het goede spoor op brengen. Nu zijn jullie hier, met zijn tweetjes. Wat leuk.' De man lacht hatelijk en ik grom. Ik doe een stap naar voren en voel mijn nagela groeien. Ik schrik niet als ik de twee mannen hun geweren hoor laden. Erg dom om ze nu pas te laden. Ik had daar gebruik van kunnen maken. 'Laat haar gaan!' Grom ik. 'Tsss, we zijn hier voor haar. Dacht je dat nu echt?' Ik grom weer en kijk hem kwaad aan. Luna ligt op de grond en probeert wat te zeggen. Opeens geeft de oude man haar een trap in haar maag. Ze klapt dubbel en geeft een korte schreeuw. Ik schreeuw. Ik wil naar Luna rennen maar voel een kogel rakelinks langs mijn oor suizen. 'Je bent gewaarschuwd.' Zegt een van de donker geklede mannen. De oude man kijkt geamuseerd om zich heen. 'Doe dat niet!' Roep ik. 'Wat? Dit?' De man trapt Luna nog maals. Ze schreeuwd het uit als de man haar voor een derde keer trapt. Ik wil aanvallen maar voel een stekende pijn in mijn been. Ik zak erdoor en probeer overeind te komen. 'Dom, allebei erg dom.' Zegt de man met een vreselijke lach. Ik kreun van de pijn. 'Nu, laat het me uitleggen.' De man klapt in zijn handen alsof hij een onzichtbaar publiek tot stilte wil manen. 'Ze moest eerst gewoon dood, neergeschoten, gestoken. Maakt niet uit. Maar de baas wil haar spreken, hij wil haar zelf doden. Jammer, erg jammer.... Voor haar.' Dat laatste zegt hij er lachend achteraan. Ik krijg de rillingen van hem. 'Wat jammer, dat gif is nog lang niet zo erg, de dood die ze nu zal sterven is erger.' Hij lacht en ik grom naar hem. 'Maar wij gaan. Dag Liam.' De man lacht. Hij trekt Luna aan haar haren mee naar de bus. Hij smijt haar achterin en gooit de deur dicht. 'Nee!' Schreeuw ik. 'Doe dit niet!' De twee bewapende mannen gaan ook de bus in. De oude man stapt voorin. Ik hoor iemand vaag schreeuwen. Het is Luna. 'Luia uis elp e!' Hoor ik.

Ik weet niet wat ze bedoeld. Maar ik ben zeker dat ik daar achterkom.

Het busje rijdt weg en ik zoek naar mijn telefoon. Mijn telefoon is leeg! Ik schreeuw van frustratie en hijs me zelf rechtop. Langzaam, maar zo snel mogelijk. Kruip ik richting de rand van het bos.

TW~Drown in the nightWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu