Het zwembad is tamelijk groot, waarvan een groot deel overdekt en ik schop mijn schoenen uit. Ik loop naar de dichtstbijzijnde rand en ga zitten met mijn voeten in het warme water. Het kan me even niets schelen hoe de wereld in elkaar zit. Dat ik op de vlucht ben, dat Pieter op een paar meter afstand staat te kijken. Het kan me niet schelen. Ik moet even bekomen van de schrik. Wat een luxe! Ik blijf een tijdje zitten en probeer mijn vervolgstappen uit te stippelen. Als de bel gaat schrik ik op uit mijn gemijmer en trek ik mijn voeten uit het water. Ik pak mijn schoenen op en loop met natte voeten naar binnen. Normaal gesproken zou ik gekeken hebben of er een handdoek lag, maar ze of we hebben een schoonmaakster toch? Ik begin al echt te klinken als een verwaand nest.
Ik loop richting mijn slaapkamer om mijn voeten te drogen en mijn schoenen weer aan te doen. Halverwege de overloop hoor ik stemmen beneden en besef dan dat Pieter een feestje of iets dergelijks had georganiseerd. Ik zal zo dus maar even mijn gezicht laten zien, maar eerst mijn voeten drogen. Anders lijk ik wel een vis op het droge. Ik loop snel naar mijn kamer en beslis dat ik me dan eerst maar ga omkleden. Voordat ik naar beneden ga om de vrienden van Pieter te ontmoeten. Zolang er ook maar wat meiden zijn, dan is het vast wel te overleven. Ik zucht en trek een zwarte broek aan met een basic shirt er boven. Zo moeten ze maar leren kennen. Simpeler kan het niet zeg ik tegen mezelf en het spiegelbeeld. Ik doe mijn schoenen aan en loop richting het lawaai beneden.
Wat ik daar aantref is een zooitje ongeregeld van allerlei snobs, verwende nesten en nog meer van die typetjes. Als ik me wil omdraaien voel ik hoe een arm mijn arm vastgrijpt. 'Blijf' sist Pieter en kijkt me smekend aan. Ik kijk hem vragend aan, maar knik en hij glimlacht. Hij trekt me mee de drukte in en geeft me wat te drinken.
'Liefje? Pieter, waar ben je?' hoor ik een bekakte stem achter mij. Ik zie Pieter ineen krimpen en ik moet lachen. 'Ah daar ben je! Oh wie ben jij dan wel?' zegt een meisje met lang bruin haar en fel blauwe ogen. Je kunt zo zien dat ze wat aan haar neus heeft laten doen.
'Mariska, dit is Yvette. Yvette dit is Mariska.' stelt Pieter ons aan elkaar voor. Ik steek mijn hand uit, maar ik zie dat Mariska hem weigert. 'Wat moet jij hier? Ik bedoel heb je niet wat beters te doen, dan bij mijn vriendje te hangen?' zegt ze. 'Mariska, ik ben niet je vriend. Dat is al heel lang niet meer zo. Bovendien zou ik het waarderen als je Yvette gewoon accepteert en normaal tegen haar doet. Ze woont hier.' zegt Pieter. Mariska schiet in de lach.
'Oh, dus jij bent dat zwerfvuil waar Angela het over had. Ik ben blij dat ik je geen hand heb gegeven. Straks heb je een bacterie bij je waar ik dood aan ga.'
Ik begin te grommen, want als we dan toch een potje gaan beledigen. Dan kan ik ook wel beginnen. 'Mariska als je je niet kunt gedragen, dan heb ik liever dat je weer gaat.' zegt Pieter en houdt mij tegen. Mariska kijkt even schaapachtig.
'Nee, ik hoef mij niet te gedragen. Je begrijpt het niet Pieter. Zij hoort hier niet. Angela begrijpt dat, ik begrijp dat. Zij hoort hier niét!' zegt ze en voor Pieter de kans heeft om me te verdedigen steek ik nu zelf van wal.
'Mariska is het toch? Goed ik heb je aandacht dat is mooi. Blijkbaar ben jij nooit wat te kort gekomen. Behalve een hele hoop hersencellen, een goede opvoeding en een mooie neus. Ik denk dat wij elkaar de rest van de avond, maar gewoon moeten ontwijken of negeren. Voordat er van dat nieuwe neusje van je niets meer over is.' zeg ik beleefd met een zo goed mogelijk bekakt accent. Mariska knippert even met haar ogen, draait zich met een ruk om en beent de kamer uit. Ik hoor geklap achter me.
'Die nieuwe heeft wel lef! Goed gedaan!' hoor ik een jongen zeggen en even weet ik niet wat ik moet zeggen. 'Goed gedaan, Yvette.' zegt Pieter dan en trekt me naar de groep toe.
'Dank je wel, liefje of is het Pieter?' zeg ik spottend tegen hem op de toon van Mariska. Hij grinnikt en schud zijn hoofd. 'Laten we het gewoon bij Pieter houden goed? Liefje is niet echt mijn ding.' zegt hij en schenkt nog wat te drinken in.
JE LEEST
Future, past, present
HorrorDe sterren en de maan waren onzichtbaar achter een dikke stapel wolken. Het enige licht wat scheen waren een paar knipperende lantaarnpalen. Ik schudde mijn hoofd en deed de kraag van mijn jas omhoog. Nog een keer keek ik om naar het oude huis in de...