'Kom binnen!' hoor ik aan de andere kant van de deur. Ik duw de deur open met mijn elleboog, omdat mijn handen vol zitten met studiemateriaal. Pieter zet het geluid uit van de televisie en kijkt op vanaf zijn bed met opgetrokken wenkbrauw. 'Lukt het, Yvet?' als hij me ziet stuntelen met de spullen in mijn hand.
Ik hum wat en leg het op de hoek van zijn bureau. 'Het.. eh.. lukt nou niet echt? Heb je tijd om me te helpen met deze nachtmerrie?' zeg ik wijzend naar de stapel boeken. Hij knikt en gebaard dat ik erbij moet komen zitten. 'Waar loop je tegen aan?' vraagt hij en ik twijfel even of ik op het bed wil zitten. Dan pak ik mijn huiswerk en ga naast hem zitten. 'We moeten een aantal opdrachten maken, maar ik heb werkelijk waar geen idee hoe ik een scherpe hoek moet maken of hoe het werkt met negatieve getallen.. Kortom help!' zeg ik en leg het boek tussen ons in. Pieter pakt het boek en leest de vraag.
'Yvet dit is makkelijk. Ik heb dit al gehad. Kijk als je de som +12 delen door +4 hebt. Dan doe je 12 delen door 4, omdat het allebei plusgetallen zijn. Reken maar uit hoeveel is 12 delen door 4?' vraagt Pieter en ik pak de rekenmachine. 'Dat is 3.' zeg ik en schrijf het antwoord op. 'Goed +3 maal -5. Onthoudt altijd als het plus min of min plus is, dan komt er een negatief getal uit! Je doet dus 3 maal 5 en dan zet je een streepje voor de uitkomst. Snap je?'
'Ik snap het! Dus 3 maal 5 is 15. Dan wordt het -15?' vraag ik voor de zekerheid. Hij knikt en ik ga verder met het uitwerken van de sommen. Pieter zet het geluid van de televisie weer aan en geeft uitleg als het nodig is.
Als we bijna klaar zijn met de wiskundesommen komt er een spoed-nieuwsuitzending tussen door. Een of andere verslaggeefster met veel te veel plamuur op haar gezicht staat voor een afgebrande woning en heeft het over een noodlottig ongeval meer kan niet horen. Ik begin te trillen en heb het ijskoud.
'Yvet, wat zou er precies gebeurd kunnen zijn... Yvet?' hoor ik Pieter vragen, maar ik antwoord niet. Het huis op de achtergrond bij de nieuwsuitzending. Dat was hét huis in de straat. Ik knijp in mijn handen, maar ze willen niet ophouden met trillen. Pieter schud mij heen en weer, maar het voelt allemaal veel te ver weg. Het voelt verdoofd en ik voel hoe ik terug wordt gezogen naar een paar weken geleden.
'Dat wijf van je! Ze moet haar bek eens houden en gewoon doen wat ik zeg! Ze hoort haar plaats verdomme te kennen!' hoor ik een man schreeuwen boven mij. Ik zit in de kelder waar ik altijd zit. Het is er muf en stinkt. De enige keren dat ik boven kom is als ik mag douchen en eten moet maken voor de mannen, maar vandaag had ik er gewoon geen zin in. Het is genoeg geweest en ik wil hier weg. Boven hoor ik de boze stemmen van Robin en Ron ze hebben woorden met de man die net nog bij mij beneden was. Hij kon zijn handen niet thuis houden en ik wilde niet. Dus ik heb hem een knietje gegeven en heb mezelf opgesloten in de schoonmaakkast.
Daar zit ik nu nog steeds. Hier heb ik mijn tas met wat kleren verstopt. Ik heb een plan, maar hoop dat het lukt. Er zit een raampje in de schoonmaakkast. Het is klein, maar ik denk dat ik er wel doorheen pas, omdat ik mezelf heb uitgehongerd. Het moet lukken. Alleen het is nog licht buiten, dus moet ik wachten. Boven hoor ik de ruzie zijn hoogtepunt bereiken en hoor ook de traptrede van de kelder kraken. Ik zet snel een stoel tegen de deurklink van de schoonmaakkast en hoop dat dat voldoende is. Ik hoor Robin mijn naam roepen en vloekt als hij me niet vindt. 'Ron ze is er vandoor!' roept hij en rent de trap op. Ik hoor hoe Ron de trap afrent en snel door de kamer heen kijkt. Dan hoor ik de deurklink van de schoonmaakkast en hij vloekt. 'Yvet als je in de kast zit en je blokkeert hem dan zwaait er wat!' zegt hij en ik begin te lachen. 'Laat me toch eens met rust man!' zeg ik en zet mijn gewicht tegen de deur.
'Wat jij wil! Je zult toch moeten eten, ooit. Dus ik wacht wel.' zegt hij en loopt naar boven. De deur wordt dichtgegooid en ik hoor alleen maar wat gesmoes boven mijn hoofd. Nu is het wachten tot het donker is en dan vertrek ik.
Ik voel een plons water in mijn gezicht en zit rechtop in bed. 'What the -...' roep ik en kijk om me heen. Pieter kijkt me lachend aan. 'Je moet je gezicht eens zien! G-goed wil je me nu vertellen waarom je zo wit bent als een lijk?'
JE LEEST
Future, past, present
HorrorDe sterren en de maan waren onzichtbaar achter een dikke stapel wolken. Het enige licht wat scheen waren een paar knipperende lantaarnpalen. Ik schudde mijn hoofd en deed de kraag van mijn jas omhoog. Nog een keer keek ik om naar het oude huis in de...