Als ik buiten sta zie ik hoe het drietal naar de andere kant van de straat loopt en richting de parkeergarage gaat. Ik twijfel zal ik mee gaan. Wat als ik mee ga en iemand weet waar ik ben? Dan zorg ik alleen voor problemen. Niet alleen voor mijzelf, maar ook voor hun. Ik schrik op uit mijn gedachte als ik Pieter hoor roepen dat als ik nog mee wil ik moet opschieten. Ik zie hoe Janja hem een tik tegen zijn achterhoofd geef en moet even grinniken. Wat een tof mens. Jammer van de kinderen. Ik ren de straat over en loop met ze mee de parkeergarage in.
'Ik ga niet naast haar.' zegt Angela en rent naar de auto toe om voorin te gaan zitten. Pieter scheld wat en schuift dan achterin de auto. Ik schuif ook achterin en doe snel de gordel om. Ik ben doodsbang, want ik heb nog nooit in zo'n dure auto gezeten. Janja kijkt mij even aan in de binnenspiegel en geeft me een knipoog. Vervolgens start ze de auto en rijden we de parkeergarage uit.
De tocht verloopt stilletjes, maar ik zie dat we richting de rijkere delen van de stad gaan en zie hoe Pieter en Angela vooral bezig zijn met hun mobiele telefoons. Ik zucht wat hebben die twee een makkelijk leven gehad. Ik doe mijn ogen dicht en voel me wegzakken op het gegrom van de motor.
'Wakker worden, meisje.'
Ik negeer de stem en hou mijn ogen stijf dicht. Wie het ook is, diegene moet oprotten.
'Yvet, wordt eens wakker we zijn er.' zegt een vrouwenstem en ik schrik op. Hoe weet ze mijn naam. Ik kijk haar aan en dan weet ik het weer. Het restaurant, Janja, haar vervelende verwende kinderen en nu haar huis. Ze kijkt me lachend aan en gaat opzij om me de auto uit te laten stappen.
Wanneer ik uit sta valt mijn mond open. Ik sta voor een villa, nee voor een kasteel van een huis. Misschien is het een villa, maar het lijkt zo ontzettend groot.
'Niet zo verbaasd kijken. Dan ga ik me schamen. Het is maar een huis Yvet.' zegt Janja en geeft me een duwtje richting het huis.
'Maar een huis?'
'Ja, een huis. Ik weet het is belachelijk groot, maar we wonen er goed en kunnen het betalen. Kom dan laat ik je onderkomen zien voor vanavond, want volgens mij wil je vooral slapen.' zegt ze en loopt met me mee naar binnen en gaan de trap op. We lopen langs verschillende deuren en ik hoor uit een deur harde muziek komen. 'Dat zal Pieter wel zijn. Ik zal straks wel vragen of hij iets zachter wil zijn.'
Na nog twee deuren doet Janja de deur open. Ik stap naar binnen en sta in een grote slaapkamer en kijk mijn ogen uit. Een groot bed, een spiegel en twee deuren. 'Ga maar kijken.' zegt Janja en knikt me bemoedigend toe. Als een kind zo blij ren ik naar de eerste deur en zie een enorme lege ruimte. Wat me enigzins teleurstelt. 'Dat is of was een inloopkast. Vroeger hingen daar veel kleren van Sander, maar die woont inmiddels in New York voor zijn studie.' Ik knik en loop vervolgens naar de andere deur en kom uit in een enorme badkamer. Als mijn ogen nog niet uit zijn kassen waren gesprongen, dan was dat nu het geval geweest. Ik hoor Janja achter me lachen en draai me om.
'Het is fijn om te zien dat er iemand nog blij kan zijn met alleen een slaapkamer en badkamer.' zegt ze dan. 'Sorry, ik ben zoveel niet gewend.' zeg ik dan beschaamd, maar ze sust me al. 'Kom ga jij maar eens in bad. Dan kun je die rotzooi van je af laten weken. Ik zorg dat er straks kleding voor je klaar ligt.'
Beduusd om het gebaar knik ik en loop richting de badkuip om het water aan te zetten. Het voelt al bijna alsof ik thuis ben, maar dat zeg ik maar niet en loop richting de badkamerdeur om hem dicht te doen. Ik kleed me uit en laat me in het badwater zakken. Het voelt zalig en er valt een enorme last van me af. Je bent hier veilig. Ze zullen je niet vinden. Niemand weet waar je bent. Met die gedachte dut ik langzaam in. Als ik weer wakker wordt is het water lauw en laat ik het weg lopen. Ik loop richting de douche en zet deze aan. Daar was ik mijn lichaam en haar opnieuw om de laatste rotzooi weg te spoelen. Als ik uit de douche stap doe ik een handdoek om mijn lichaam en kijk ik in de spiegel.
Ik zie er nog steeds uit als een vogelverschrikker. Mijn haar nu zonder modder en minder klitten staat nog steeds alle kanten op. Er zitten verschillende kleuren in, maar mijn gezicht en lichaam zijn tenminste schoon. Ik glimlach goedkeurend naar mezelf.
'Dit is de eerste keer dat ik je zie glimlachen.' hoor ik achter me en ik schrik op. Janja komt op me af met een stapeltje kleren. 'Dit zijn kleren van Angela. Ze doet ze niet meer aan en ze zouden volgende week naar de 2e hands kledingwinkel gaan, maar ja dat is nu niet nodig. Trek ze aan ik wil weten of ze passen.' zegt ze en loopt de badkamer weer uit. Gehaast doe ik de handdoek af en doe de kleren aan. Ze zijn veel te groot, want Angela heeft vlees om haar botten en ik ben vel over been. Ik doe een knoop in het shirt zodat het niet zo om me heen hangt en de broek trek ik strakker door de koortjes aan te trekken. Je kunt nog steeds zien dat ze te groot zijn, maar nu veel minder erg. Ik draai me nog even naar de spiegel en zuchtend schud ik mijn hoofd. Het moet maar zo en met deze gedachte loop ik de badkamer uit.
'Meisje, wat staat dat je goed. Ik kan ook eindelijk je ogen goed zien. Wat zijn ze prachtig blauw. Kom eens hier draai eens rond.' zegt Janja en ik doe wat ze zegt. Ik voel me net een tentoongestelde clown in een verkeerde show, maar doe wat ze zegt. Ze gebaard dat ik kan stoppen met draaien en pakt mijn handen dan vast.
'Yvet, ik weet niet wat er is gebeurd, maar je ziet er voor nu een stuk beter uit.' zegt ze en wijst naar het bed. Ik knik en ga op bed liggen. Ze slaat de dekens om en ik val direct in een diepe slaap.
JE LEEST
Future, past, present
HorrorDe sterren en de maan waren onzichtbaar achter een dikke stapel wolken. Het enige licht wat scheen waren een paar knipperende lantaarnpalen. Ik schudde mijn hoofd en deed de kraag van mijn jas omhoog. Nog een keer keek ik om naar het oude huis in de...