6. Hulp van een badboy?

1.2K 57 8
                                    

Mijn coach ligt in het ziekenhuis. De woorden komen moeilijk binnen in mijn verwarde hersens. Ziekenhuis, waar mensen soms beter worden. Soms. Ik weet natuurlijk niet wat er is gebeurt. Het kan toch niet zo erg zijn? Niemand die ik ken is wat ergs overkomen dus dan zou dat nu vast ook niet zo zijn.

"Hij ligt in coma." Legt Miles uit.

De weg waar ik al heel de tijd heel kijk wordt wazig en begint te tollen. Ik kijk naar beneden om te kunnen concentreren op maar één punt. Miles lijkt door te hebben dat ik het zwaar heb. Hij legt gerust zijn hand op mijn knie. Raar genoeg laat ik zijn hand liggen. Ik heb even iemand nodig al is het Miles. Alles draait. Mijn ogen prikken. Ik kipper vaker dan normaal. En daar komt een druppel. Waterige ogen maken plaats voor een olifanten traan. Snel wrijf ik de traan weg en droog mijn wang. Ik voel hoe Miles telkens in zijn ooghoeken naar me kijkt. Hij zegt maar niks en laat me het verwerken. Dat is het verstandigste, tenslotte is hij niet het type om er helemaal voor iemand te zijn. Dat zijn badboys. Maar die hand op mij knie was dus wel erg verrassend. De auto staat stil. Miles tikt mijn kin naar zijn gezicht. Hij kijkt met medelijden, gemeend.

"Gaat het?" Mijn ogen zijn dik en rood, dat voel ik. Ik ben verplicht naar hem te kijken en kan dus niks anders dan de waarheid vertellen. Maar de woorden die ik gebruik zijn niet hoorbaar. Enkel gepiep en gesnik. Wat wel doorgaat zijn de tranen. Om dit ongemakkelijke gesprek af te ronden verander ik snel het onderwerp.

"Zullen we gaan?" Ik draai mijn gezicht gehaast naar de andere kant en open de deur van de auto. Ik stap snel uit, door moeten we. Miles stapt daarin tegen op zijn gemak de auto uit en sluit hem af. Ik ben al een paar meter stevig doorgestapt. Miles komt aanrennen.

"Niet zo snel. Je hebt mij wel nodig als je wil weten waar je heen moet." Hij heeft me ondertussen al aan mijn schouder gepakt waardoor ik ben omgedraaid. Ik luister naar zijn woorden, hij heeft gelijk. Niet dat ik dat ga toegeven. Hij heeft al genoeg misbruik kunnen maken van mijn zwakheid. Ik moet nu laten zien dat ik sterk ben. Meisjes zijn niet altijd van die watjes.

"Goed, maar stap op zijn minst door." Beveel ik hem. Hij grinnikt.

"Wat is er zo grappig?" Vraag ik serieus. Nogmaals grinnikt hij.

"Dat je nog steeds zo koppig doet. Ondanks alle tegenslagen blijf je zo....."

"...Zo wat?" Vraag ik nu wel nieuwsgierig.

"...Zo sterk. De meesten mensen zijn dagen down en jij herstelt binnen.....5 minuten." Zegt hij nadat hij op zijn horloge heeft gekeken naar de tijd. Ik gloei op van binnen. De eerste persoon die eindelijk snapt dat ik sterk ben. Iemand die me begrijpt.....ook al heet diegene Miles. Wat heeft hij vandaag?

"Het leven gaat gewoon door, Miles. Dus je kan dagen depressief thuis zitten maar daar schiet ik nergens iets mee op. Dus kom je nog?" Hij knikt gehoorzaam en sluit aan naast mijn zij.
We lopen samen het ziekenhuis binnen. De grote hal valt meteen op. Grote moderne lampen hangen aan het plafond en aparte vormen stoelen staan in de horeca afdeling. De zweer is nieuw maar wel erg licht. Alles is wit met soms een basis kleur. Rechts is een balie. Daar moeten we denk ik heen. Miles loopt rechtdoor. Dus niet naar de balie. Hij neemt de leiding over de route en ik volg hem braaf. Beter dan de weg kwijt raken toch? Miles klikt het het lift knopje.

"Mogen zomaar daar heen?" Vraag ik maar, voordat er straks iets gebeurt wat niet nodig is. Miles knikt.

"Ik heb zo mijn bronnen." Zegt hij mysterieus. Ik kijk hem niets begrijpend aan.

"Omdat jij vaak hier bent....of bent geweest ofzo?" Vraag ik onnozel.

"Ja beide. Ik ben er vaak geweest voor 2 redenen. Voor de andere kom ik niet meer."

The Kickbox Girl {°•#Wattys2016•°}Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu