10. Spontane hulp

998 59 4
                                    

Mijn ogen tintelen. Ik open ze voorzichtig. Waar ben ik? Oja, die villa van Miles. Mijn geheugen doet het nog. Maar verder doet alles zeer. Mijn wang gloeit en mijn oog voelt dik. Ik lig in de bank. Wacht ik herinner me alles. Net zoals Miles die me wilde vermoorden. Mijn ogen schieten open en mijn lichaam komt in spontane beweging. Auw dat doet zeer.

"Lola? Ben je wakker? Oh godzijdank!" Probeert Miles me gerust te stellen, wat niet werkt. Wat hij heeft gedaan is niet zomaar vergeten. Zijn hand gaat voorzichtig over mijn voorhoofd. Ik krijg rillingen, geen fijne. Van angst. Ik ken geen angst, hoe kan dit? Snel ontwijk ik zijn hand. Ik wil hier weg. Ik ga met veel tegenzin maar weer liggen. Hoe kom ik hier weg? Hij is nu wel heel rustig. Hebben die medicijnen gewerkt? Waarom stel ik mezelf zoveel vragen?

"Ik haal wat soep voor je." Zegt hij rustig. Als ik hem weg hoor gaan, ga ik rechtop zitten. Mijn tas? Ligt naast me. Ik pak hem snel van de grond en ga staan. Dit gaat hem niet worden mijn hoofd draait 13946291951845472819 rondjes. Mijn benen tintelen, kramp in mijn knieën. Ik begin maar te slenteren naar de uitgang van dit horror huis. De gang draait naar rechts, nee naar links, nee rechts. Ik voel me vallen naar rechts, dus ik sluit me ogen en zet me schrap voor mijn landing op de harde grond. In plaats daarvan voel ik teder een paar handen op mijn schouder en op mijn middel.

"Lola! Wat doe je?" Roept Miles geschrokken. Ik open mijn ogen weer en kijk recht in de blauwe ogen van Miles. Ik knipper een paar keer. Nooit gemerkt hoe licht die zijn. Zijn blik staat zorgzaam. Hij tilt me overeind. Maar mijn hoofd valt weer neer. Hij neemt me in zijn armen en loopt naar de keuken. Daar zet hij me op de tafel. Hij opent haastig wat kastjes.

"Hebbes! Hier, neem dit. Dan ben je minder duizelig." Hij bied 2 suikerklontjes aan. Ik kijk hem raar aan. Toch staat nog steeds ongeduldig met de 2 suikerklontjes in zijn hand op mij te wachten. Ik pak ze voorzichtig uit zijn hand. Ik heb hem nu wel weer mijn vertrouwen gegeven. Iets wat hij niet verdiend. Hij neemt plaats naast mij en blijft vooruit staren.

"Je bent wat bloed verloren en je hebt suiker nodig." Concludeert hij. Bloed verloren? Wat is er dan gebeurt? Trouwens best logisch, ik ben in elkaar geslagen, niks ernstig joh. Veel sarcasme. Maar na die flinke klap herinner ik me niks meer. Nogmaals kijk ik hem verward aan. Hij kijkt niet terug, maar hij voelt zich bekeken. Hij snuift wat ongemakkelijk.

"Het spijt me zo erg. Ik kan het niet vertellen, dan breng ik je in gevaar. Het is beter dat je hier zo snel mogelijk weg gaat." Beslist hij streng. Ik wordt er stil van. Snelle stemming wisselingen, typisch puber gedrag. Miles weet toch beter? Maar door die toondereffect ga ik mee doen. Woede borrelt langzaam op. Hoe meer ik erover nadenk wat hij heeft gedaan, hoe kwader ik wordt.

"Miles. Wat je hebt gedaan, kan ik niet accepteren, wat is er aan de hand, waarom heb je dit gedaan?" Vraag ik in één zin, en wijs naar mijn gezicht. Hij draait zijn hoofd voor de helft om te zien wat hij heeft aangericht. Boos draait hij weer terug.

"Miles! Waarom deed je zo?!" Dring ik aan. Ik wil een verklaring. Hij heeft hulp nodig.

"Nee, ik zei dat het beter is dat je vertrekt!" Zijn woede is terug. Hij staat op en haalt zijn arm op. Hij wil me weer slaan, of mijn gezicht in stoten! Dreigend staat hij voor me. Ik duik in. Ik weet wat hij heeft aangericht en ik wil dit niet nog eens mee maken. Mijn hartslag stijgt, ik bedek me gezicht en vouw me zo klein mogelijk op. Na een paar lange seconde voel ik nog niks. Ik kijk door de spleetjes van mijn vingers en zie Miles staan met zijn armen langs zijn lichaam. Hij kijkt geschrokken, van zich zelf.

"Lola, het spijt me, ik wilde je niet...." Probeert hij nog maar ik ben zo snel mogelijk weggevlucht.

De voordeur lijkt ver weg. Ik ben nog ontzettend duizelig. De gang lijkt zo lang, terwijl hij nog geen 3 meter is. Ik stap naar buiten en zoek gestrest om me heen. Ik vind mijn fiets en pak hem van de grond en scheur naar huis. Ik wil niemand tegen komen, wie weet wat ze zullen denken met dit gezicht. Dik, blauw en opgezwollen. Ik voel het hoe het eruit ziet.

The Kickbox Girl {°•#Wattys2016•°}Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu