14. Normale dag, toch?

1K 47 6
                                    

"Ik kan het uitleggen!" Stapel ik als ik de 2 witte pilletjes zie liggen in de hand van mijn broer.

"Gebruik je deze?" Vraagt hij dan serieus. Ik schud gauw me hoofd.

"Nee, n-nee...ik niet....z-ze zijn van....ehhh." Stotter ik. Maar het laat mijn broer niet koud. Zijn gezicht staat op onderzoek modes. Ik wend mijn blik af. Toch voel ik zijn ogen branden. Ik denk diep na. Wat zou verstandig zijn? Een deal maken?

"Ik zeg wat er aan de hand is, als je me beloofd te helpen." Zeg ik vastberaden en vouw mijn armen over elkaar. Mijn broer zicht diep en krabt ongemakkelijk op zijn achterhoofd. Ik hoop dat hij die deal wilt sluiten. Ik ken hem niet zo goed, maar wel goed genoeg om te weten dat hij nieuwsgierig genoeg is. Ik glimlach even vals. Dit krijgt hij ervan als hij me voor een blok wilt zetten. Ik lach even duivels in minnedichten maar hervat me weer snel. Dit duurt te lang, hij heeft even een duwtje in de rug nodig.

"Dus hebben we een deal?" Ik steek mijn hand uit en lach nog wat extra. Mijn broer kijkt moeilijk. Maar uiteindelijk schud hij me de hand.

"Deal." Zucht hij. "Verdomme. Rot zusjes" Scheld hij nog eens na.

"Stinkende dagboek vreter!" Scheld ik op mijn eigen manier. Mijn broer kijkt me even verbaast aan en haalt zijn hand op. 'Wat?' mimet hij. Ik schenk hem een duivelse lach.

"Dus wat wil je weten?" Vraagt hij uiteindelijk ongeduldig.

"Wat zijn die pilletjes?" Vraag ik simpel. Hij bijt om zijn lip van de zenuwen. Ik snap er niks meer van. Is het zo ernstig? Het zijn ook maar medicijnen toch? Of niet soms?

"Is dat alles?" Vraagteken broer verontwaardigt. Ik knik snel. Hij haalt zijn schouders op en begint daarna geheimzinnig te vertellen.

"Het is illegaal." Begint hij heel tactisch. Maar niet heus. Mijn hoofd maakt meteen 377293482922839 gedachten aan. Op een rij ga ze allemaal af. Wat is mogelijk en wat niet? Ik kan dat rijtje niet afmaken want mijn broer zet zijn gesprek voort. Zijn stem trilt een beetje, wat mij best wel beangstigd. Ik stap ondertussen naar binnen zodat de kou buiten, het huis niet afkoelt.

"Dit is geen medicijnen." Zegt hij. Hij maakt het langdradig. Iets waar ik totaal niet tegen kan.

"Verschut blauwe kakatoe. Stop met je raadsels! Zeg nu eens wat het is!" Roep ik fluisterend. Ik mag mijn ouders niet wakker maken. Ik heb een hekel aan ze, maar dit verdienen ze ook weer niet. Tenslotte verdenken ze Sean en mij straks. En dat moet ik al helemaal niet hebben. Mijn broer is ondertussen zenuwachtig aan zijn shirt aan het friemelen, wat mij vreselijk irriteert. Ik sla snel zijn hand weg, een poging voor enig contact. Hij grijpt snel naar zijn hand en een kleine "auw" komt tussen zijn lippen geperst. Ik kijk hem nu nog chagrijniger aan, maar het lijkt hem niks te doen. Ik schiet nu snel bedreigend even naar voren. Mijn broer deinst achteruit tegen de trapleuning.

"Goed, ik zeg het al!" Eindelijk speelt hij open kaart. Ik glimlach even voor mijn overwinning.

"Het is drugs." Zucht hij diep. Drugs? In pilletjes vorm? Was die er niet alleen in poeder vorm. Trouwens we leven in de 21ste eeuw, alles kan. Over een paar jaar vliegen er vast al auto's door de lucht en ik ik vast de enige met een fait panda die op de grond rijd en het milieu verpest. Wauw waar denk ik als eerst aan. Dit is vreselijk en dan heb ik het over de pilletjes. Ik kan geen les krijgen van een drugsverslaafde! Trouwens dit wordt gezien als doping! Zal hij zo zijn vorige wedstrijden hebben gewonnen? Niet dat ik heb opgezocht of zoiets dat hij in zijn vorige dorp wat wedstrijden had gewonnen. Nee joh, stond alleen in zijn dossier. Die ik trouwens niet zelf heb doorzocht. Ugh wat probeer ik? Iedereen weet wanneer ik lieg. Weet je wat ik stop gewoon met denken dan gaat niemand iets verdenken. Haha dat rijmt.

The Kickbox Girl {°•#Wattys2016•°}Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu