Ik zit nu al ongeveer anderhalfuur in de trein. Fred en George hebben de hele reis lang volgepraat. Ze zijn nu even naar het toilet, dat kan nog wel lang gaan duren met al die smekkies die ze opgeschrokt hebben. Het uitzicht vanuit het raam is prachtig. De lange, uitgestrekte velden en bossen geven een mysterieuze sfeer. De zon, die net onder gaat, geeft een rode gloed over de weide. Ik kan het nog steeds niet geloven. Een paar dagen geleden zat ik nog thuis mijn verjaardag te vieren En nu zit ik in een of andere 'tovertrein' op weg naar een heksenschool. Op zulke momenten had ik graag een familielid gehad waarmee ik dit allemaal kon delen. Natuurlijk wisten Heleen en Bradley alles wat ik meemaakte, maar dat was toch anders. Ik verlang al jaren naar een wederhelft met wie ik alles zou delen. Ik dacht aan mijn broer, Harry. Ik heb hem al jaren niet meer gezien en, na zijn plotselinge verdwijning, wist ik niet eens meer of hij nog leefde...
'Au!' Mijn diepgaande gedachten maakte plaats voor een helse pijn die ik voelde in mijn pols. Mijn hand hield ik snel om mijn pols en drukte er lichtjes op om zo te voorkomen dat er bloed uitstroomde. Ik gilde het uit van de pijn en al snel kwamen Fred en George aangesneld.
'Eleanor, wat...' George maakte zijn zin niet eens af en pakte mijn arm vast en streelde mijn pols zachtjes. toen stopte het. De vreselijke pijn die ik net nog voelde was gestopt. Heel ineens en plotseling rolde er een traan over mijn wang en viel op mijn pols. George trok zijn hand weg en bestudeerde de plek waardoor ik het net nog uitgegild had.
'Eleanor...wist je dat...Wist je...' Fred maakte zijn zin af omdat zijn broer dat blijkbaar niet kon.
'Je hebt een litteken...'
'Ja, dat klopt. Die heb ik al van kleins af aan.' Ik keek naar het bliksemvormige litteken dat in mijn pols gebrand stond. Het was rood en opgezwollen en-leek bijna wel- de oorzaak van mijn pijn.
'Dus het is waar?' Ik keek George met een verward aan. Fred en George wisselde een paar blikken met elkaar uit. 'Jij ben de zus van Harry Potter...'Tijdenns en na de trein reis (Die nog ongeveer een half uur geduurd heeft) hebben Fred en George niets meer tegen mij gezegd. Meestal vond ik stilte wel fijn, Ik hield niet van drukte en was ook gewend alleen te zijn, maar dit was echt zenuwslopend. De jongens wisselden de hele tijd blikken met elkaar uit en zeiden ook niks tegen elkaar, alsof ze elkaars gedachten konden lezen! Het was al erg genoeg dat ik onderweg was naar één of ande gekke tovenaars-accedemie, maar dit kon ik er echt niet bij hebben. Toen de jongens voor de zoveelste keer een nadenkende, maar vooral irritante blik uitwisselden, werd ik razend.
'Trek ik soms iets van je aan ofzo?' Ik draaide me met een ruk om waardoor de tweeling genoodzaakt was stil te bleven staan. Ze keken elkaar eerst verward aan en wendde zich toen naar mij.
'Jullie weten heus wel waar ik het over heb. Jullie hebben de hele reis niet meer tegen mij gesproken én geven me steeds vernietigende blikken!' Oke, misschien was dat laatste niet echt waar, maar zo voelde het wel. 'En houd je maar niet van de domme, ik weet heus wel dat jullie iets voor mij verbergen! Als jullie niet met mij om willen gaan, had me dan lekker achtergelaten in het bos!' Ik deed mijn handen in mijn zij en keek de jongens vernietigend aan. Zo, nu weten ze ook is hoe ik me voel. Een paar seconde was er stilte. De jongens barstte in lachen uit. Hoe kunnen ze hier nou om lachen?! Ik was een serieus gesprek aan het voeren, en zij zaten me hier gewoon een beetje uit te lachen! Ik kon er niet meer tegen. Ik liep langs de jongens heen, terug het pad af naar de trein.
'Hé, waar ga je heen?' Riep Fred.
'Naar huis, ik heb hier niks te zoeken!' Ik liep zonder om te kijken verder.
'Dat kunnen we helaas niet toestaan!' Zei George. Ik voelde hoe mijn voeten van de grond kwamen en hoe twee sterke armen zich om mijn middel plaatsten.
'What the...laat me los!' ik spartelde wild met mijn benen en sloeg er op los. Ik zag Fred verschijnen voor mijn hoofd met een houten stok in zijn hand.
'Je kan wel mooi met dat stokkie gaan zwaaien, maar dat veranderd...' Voor ik mijn zin kon afmaken richtte Fred zijn 'blijkbaar' Toverstaf op mij en riep 'Locomotor Mortis!' Voor ik het wist zaten mijn benen aan elkaar vastgeplakt en kon ik me niet meer bewegen.
'What the heck...'
'Ja, dat deed ik net even. En ja, dit is een toverstaf en...'
'Fred, zo is het wel goed! Het spijt me Elly, maar we moeten jou zo snel mogelijk naar professor perkamentus brengen!' George liep snel door, met mij over zijn schouder, gevold door zijn broer. Ik was in shock,Was ik zojuist behekst? Ik had dit nooit voor mogelijk gehouden, hoe kon ik nou in hemelsnaam aan elkaar geplakt zijn zonder ook maar enige vorm van lijm? Dit was waanzin, ik word waarschijnlijk gek! Mijn verwarde, geschokkte gevoelens maakte snel plaats voor een warm gevoel van binnen. Ik kon een klein lachje niet onderdrukken. Hij noemde mij Elly. Niemand had mij ooit zo genoemd. Mijn pleegouders noemde mij meestal Ella, zij waren ook een van de weinigen die ik kende. Ik heb altijd thuis les gehad en hield er niet van om vaak naar buiten te gaan. Ik denk dat ik deze tweeling aardig begon te vinden. Niet omdat ze me vast geplakt hadden, dat zeker niet! Maar om de manier waarop ze dingen oplossten. Ze hadden humor, iets dat ik zelf nooit met iemand heb kunnen delen...
JE LEEST
~By Blood~{HP Fanfic}
Fanfiction'Toen ik vijftien jaar oud was hoorde ik voor het eerst van de tovenaarswereld. Mijn ouders zijn toen ik nog een baby was in een tragisch auto ongeluk gestorven. Na de dood van mijn ouders zijn mijn tweeling broer Harry en ik toegewezen aan onze oom...