~012

16 0 0
                                    

Het licht van de kaars naast mijn bed verlichtte de kamer zwakjes. Ik was net wakker geworden en had geen idee hoelang ik buiten bewustzijn was geweest. Het was gestopt met regenen en de kou was verdwenen. Naast de kaars lag een opgevouwde kaart met een briefje ernaast. 'Maurauders map.' Las ik zachtjes voor. 'Voor als je wakker bent. Ik weet dat je niet van de ziekenzaal houd. Liefs, George.' Ik grinnikte. George kende me te goed, nu al. Ik stapte uit bed, pakte de map en de kaars en liep naar de deur. Eens even kijken, hoe werkte dit? Ik was nog niet erg bekend met dit tovergedoe. Ik maakte de map open en er verscheen een grote kaart van Zweinstein. Ik zag een paar namen staan die steeds bewogen over de hele kaart. Ik besloot naar de leerlingenkamer van Griffoendor op zoek te gaan. Ik wist de weg op Zweinstein nog niet zo goed dus moest ik constant de kaart erbij houden. Eenmaal aangekomen bij de leerlingenkamer zei ik zachtjes het wachtwoord; 'Knorhaan.' De dikke dame schudde haar hood.
'Nee, nee, nee!' Riep ze. 'Nieuw wachtwoord.'
'Maar...u weet toch dat ik bij Griffoendor zit?'
'Regels zijn regels, en nu wegwezen. Totdat je het wachtwoord weet kom je er niet in.' Een ijzige wind stak op en blies mij weg van de deur. Ik had geen idee hoelaat het was en of er nog iemand de leerlingenkamer uit zou komen, het was natuurlijk midden in de nacht! Er zat niks anders op dan een plekje zoeken waar ik zou wachten tot ik weer naar binnen kon. Ik liep een eindje verder de gang in en bleef staan bij een groot raam. De vensterbank was groot genoeg om op te zitten. Ik zette de kaars voor mij op de vensterbank, deed de maurauders map in mijn zak en trok mijn knieën op tegen mijn lichaam. Wat een gek gebeuren was het hier! De ene dag zit je nog rustig te ontbijten en de andere dag lig je half bewusteloos in de ziekenzaal! Ik besefte me dat mijn leven voorgoed zou veranderen. Ik zal mijn pleegouders alleen nog maar in de vakanties zien en zou ook nooit meer een normaal tienermeisje kunnen zijn. Wil ik dit eigenlijk wel? Wil ik wel elke dag wijden aan het leren van de toverkunst? Wil ik wel anders zijn? Mijn gedachtegang werden verstoord door een ongelooflijk moe gevoel. Ik gaapte en voelde mijn oogleden langzaam dichtvallen. Ik kon maar beter even gaan slapen zodat ik morgenochtend de leerlingenkamer weer binnen kon. Ik hoorde een paar stemmen op de gang maar viel daarna gelijk in slaap.
 
'Ella, ik dacht dat je nog in de ziekenzaal lag!' Hermelien stond over mij heen gebogen gevolgd door een hele menigte Griffoendors die achter haar stonden. Ik keek om me heen en zag dat ik niet meer op de vensterbank zat maar op op één van de sofa's in de leerlingenkamer. Ik probeerde op te staan maar voelde een hevige scheut pijn in mijn hoofd. Mijn hand schoot naar de pijnlijke plek en ik wreef er zachtjes overheen. Ik wilde weer opstaan maar werd ditmaal tegengehouden door Harry.
'Geen denken aan.' Zei hij. 'Jij blijft vandaag ziek hier. Of je het nou wilt of niet.' Harry aaide over mijn bol en liep daarna de andere kant op. 'En geef haar eens wat ruimte!' Schreeuwde hij daarna tegen de andere Griffoendors. Iedereen week uit en ging verder met lezen, praten of huiswerk maken.
'Madame pijnstiller is inmiddels al ingelicht over dat je hier bent. Ze schrok zich dood toen je ineens weg was! Hoe ben je trouwens hier gekomen?' Hermelien schonk een glas water in en zette het op het kleine salontafeltje voor mij neer. Ik pakte de map en liet hem aan Hermelien zien die hem snel aanpakte en verwonderd bekeek. 'Wauw, gaaf! Van wie heb je die gekregen?' Ik keek naar de andere kant van de kamer. George stond bij de boekenkast toe te kijken naar mij en Hermelien. Hij had een bezorgde blik in zijn ogen. 'Hij staat al daar vanaf dat hij jou hier binnen heeft gebracht. Hij is heel bezorgd om je, weet je. Ginny vertelde dat hij gelijk naar haar toe was gekomen nadat jij naar de ziekenzaal was gebracht. Echt, je boft maar hoor met zo'n vriendje!'
'Hij is mijn vriendje niet, denk ik. Ik weet het niet. Heeft hij mij hier naar binnen gebracht?' Ja, hij zei dat hij jou rond vier uur 's nachts had gevonden voor een raam. Hoe kom je daar nou weer terecht?'
'Hermelien, hoe laat is het?'
'Zeven uur in de ochtend. Iedereen gaat zo ontbijten. Jij moet hier blijven van Harry. Hij vind dat je met Professor Perkamentus moet gaan praten. Hij is echt heel erg bezorgd en vanaf het incident heel kortaf. Een beetje raar, als je het mij vraagt.'
'Hermelien, is het goed als ik even-'
'ja, ga maar! Je moet echt met hem praten.' Hermelien hielp mij opstaan en knipoogde even naar mij, daarna liep ze weg. Ik liep richting George die bij de boekenkast stond te wachten. Hij had blijkbaar al daar gestaan sinds hij mij binnen had gebracht. Toen ik naar hem toe kwam trok hij mij gelijk in een knuffel.
'Ik dacht dat je meegenomen was.' Fluisterde hij in mijn oor. Hij trok mij dicht tegen zich aan en omhelsde mij langer dan normaal.
'Meegenomen door wie?'
'Niemand.' Antwoordde de jongen. 'Laat maar. Hoe gaat het met je?' Ik negeerde zijn vraag.
'Heb jij mij binnen gebracht?' De jongen moest blozen.
'Ja, eigenlijk wel. Ma-'
'-Waarom?' Vroeg ik, zijn zin afbrekend.
'Ik kon jou toch niet zomaar daar laten staan?'
'Waarom was je op de gang?'
'Ik ging jou opzoeken in de ziekenzaal. Je was zo alleen, dat vond ik zielig.'
'De map. Kwam je de map brengen? Hoe wist je dat...'
'Die map gebruiken Fred en ik altijd als we een grap gaan uithalen. Na het diner ging ik nog even bij jou langs om te kijken hoe het met je ging. Madame Plijster was er niet dus had ik snel de map neergelegd en ben weer weggegaan toen ik stemmen hoorden op de gang. Ik ben Anderling nog tegen het lijf gelopen en heb wat straf gekregen maar...'
'George, waarom doe je zoveel moeite voor mij?' Ik kon het niet geloven. Deze jongen had mij net verteld wat hij allemaal had doorstaan om mij te kunnen opzoeken en toch bleef ik doorvragen. Ik kon geen genoegen nemen met een 'dankjewel' zeggen. Ik moést het gewoon weten.
'Omdat...ik geef om je, Ella. Vanaf de eerste dag wist ik het al; je bent geweldig. En ik zou jou leven niet willen riskeren omda-' Ik drukte mijn lippen vol op de zijne. We kusste, we kusste echt! Ik voelde een warm gevoel in mijn buik en vlindertjes rondvladderen. Ik hoorde gejuich en gejoel van de andere Griffoendors in de kamer. Het maakte mij niks uit. Ik was hier in dit moment, met hem. De jongen die ik vanaf het begin al leuk had gevonden. De jongen die mij naar de leerlingkamer had gebracht. De jongen die mij de map had toevertrouwd.
'Ik geef om jou was al genoeg.' Zei ik. Hij omhelsde mij stevig.
'Wat staan jullie nou allemaal te kijken!' Ik draaide me om en zag Hermelien met haar handen in haar zij staan. 'Laat die twee toch met rust!' Iedereen draaide zich abrupt om en ging snel de leerlingenkamer uit richting het ontbijt. Hermelien knipoogde nog even naar mij en huppelde daarna vrolijk ook de leerlingenkamer uit. Wat was het toch ook ene liefdesgek. Ik keek naar George. Hij keek dezelfde richting uit als ik.
'George?' Vroeg ik bezorgd.
'Ja?' Hij pakte mijn hand vast en zijn glimlachende blik veranderde meteen in een bezorgde blik.
'Wat nu?'
'Nu? Nu kan ik jou trots mijn vriendinnetje noemen.' Hij keek trots voor zich uit. 'Als...als jij dat wilt natuurlijk.' Zij hij zachtjes. Ik knikte.
'Ja, heel graag.'

Het ontbijt was inmiddels voorbij en we waren in het lokaal toverdranken. Professor Sneep zat te roeren in een ketel en de klas kwam langzaam binnenlopen. Ik ging naast mijn Broer zitten en Ron en Hermelien zaten voor ons.
'Harry, waarom deed je vanochtend zo bezorgd?' Ik draaide mij naar mijn broer om. Hij aarzelde even maar herpakte zich daarna weer.
'Ik heb met Perkamentus gepraat. Je word straks bij hem verwacht, denk ik. Hij moet iets heel dringends met je bespreken.'
'Heeft het te maken met het flauwvallen? Want echt ik wil geen dag langer doorbrengen in die eenzame ziekenzaal!'
'Nee dat is he-'
'Zo, zo. Ik hoorde dat je gezellig een nachtje in de ziekenzaal heb gelegen. Die potters toch. Altijd zulke aanstellers.' Ik draaide mij geïrriteerd om. Draco stond naast mijn tafel vergezeld door Korzel en Kwast. Hij sprak de woorden op spottende toon uit.
'Wat moet je, Draco?' Zei Harry snel.
'Ik heb jou niks gevraagd, Potter.' Hij spuugde onze naam bijna uit. Ik stond op en merkte op dat ik niet veel kleiner dan de jongen was.
'Praat nooit meer zo tegen mijn broer. Nooit.' Ik was echt klaar met deze jongen. Eerst gaf ik hem nog een kans, maar het lijkt wel of hij met de dag erger word. Hij stak zijn vinger naar mij uit en duwde het dicht tegen mijn gezicht. Ik gaf een snelle blik naar Sneep die geamuseerd toe stond te kijken. Hij stond aan mijn kant. Zonder twijfel. 'Haal dat vingertje uit mijn gezicht.' Zei ik rustig. De hele klas was inmiddels stil en stond ons aan te kijken.
'Jij verteld mij niet wat ik moet doen. Dit keer kan jou vriendje niet de held uit hangen en je komen redden.'
'Ja, hij is mijn vriendje, inderdaad. Maar ben je daar nou echt jaloer op, Malfidus? Ben je nou echt zo laag gezonken dat je andere mensen constant pijn wilt doen? Vind je het echt leuk of doe je je alleen zo voor? Je ben een aandachtzoeker, Malfidus. Maar ik zal je één ding zeggen; ik val niet op blonde teven. Er klonk nu gejoel van alle kanten.
'Probeer mij niet te beledigen, Potter.'
'Dat doe jij anders toch ook zo goed altijd? Dat vind je toch zo leuk om te doen?' Ik gebaarde naar Korzel en Kwast die er een beetje droog bijstonden, waarschijnlijk uit het veld geslagen door mijn woorden. Draco gromde. 'Schat, je bent geen weerwolf hoor. Die hebben een roedel. Jij hebt alleen die twee, hoe zal ik het noemen, bodyguards?' Ik tikte even op zijn neus en glimlachte nep naar hem. Wat was het geweldig om hem eindelijk eens de mond te snoeren. Draco draaide zich abrupt om en liep argwanend naar zijn plek, gevolgd door Korzel en Kwast.
'Nailed it!' Riep Ron door het lokaal.
'Oke, hoe vermakelijk dit ook was, we moeten aan het werk. Pak je boeken.' Sneeps ijzige harde stem klonk door het lokaal. 'Juffrouw Potter, deze kant op alstublieft.' Ik liep richting Sneep toe. Het kon mij echt niks schelen dat ik misschien straf zou krijgen. Het voelde heerlijk om deze jongens eens helemaal in te peperen. Ik zou dit echt niet snel vergeten. Niemand niet.
'Professor Perkamentus verwacht je.'
'Kijk, als dit gaat over net, dat spijt me eerlijk gezegd echt niet. Ik ga er echt niet over liegen, hij verdiende het.' Professor Sneep knikte en liet een heel klein glimlachje zien. Het was me gelukt, hij glimlachte!
'Daar maak ik me niet druk om. Je kunt prima voor jezelf opkomen heb ik gezien. Net als Lily, toen die tijd. Ga nu maar, Perkamentus verwacht je.' Ik wilde me omdraaien maar moest nog één ding zeggen.
'U mag mij.'

~By Blood~{HP Fanfic}Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu