Nee dit kon toch niet waar zijn? Ik stapte snel door de straten. Hoe sneller ik stapte, hoe sneller mijn gedachtengang toenam. Dat meisje "Maleïka" ben ik! Ze is niet verongelukt maar ontsnapte aan haar dood. Haar lichaam is niet gevonden omdat ze leeft. Ìk leef! Nu snapte ik het. Doet daarom hij steeds zo zorgzaam voor mij? Zei hij daarom dat hij me niet kán vermoorden of me niet kan willen zien? Ik denk het wel. Ik stopte voor een deur. Ik keek ernaar en besefte niet veel later dat ik voor de deur van mijn mama's werk stond. Ik klopte en de deur ging open. Ik vond haar wel! Ik volgde het element geest dat me naar haar toe leidde en bedankte het. Toen zag ik haar en zij zag mij ook binnenstormen. Ze stond recht en liep naar me toe. "Wat doe jij hier, liefje?" vroeg ze verrast. "Vertel eens iets over mijn geboorte," vroeg ik haar. Ik moest haar er direct mee confronteren. "Euh.. Melissa..euh," stamelde ze. Ik wist het nu zeker. "Wie ben je eigenlijk? Want je bent duidelijk mijn moeder niet! Je weet niets van mijn geboorte omdat ik niet je kind ben!" riep ik haar toe. Haar ogen keken naar de grond en ze kreeg een traan in haar oog. "Melissa, ik hou enorm van je." "BEN JE NU MIJN MOEDER OF NIET??" schreeuwde ik haar toe. Ze schudde angstig haar hoofd. "Waarom woon ik dan bij jou??" "Melissa," begon ze, "de situatie waarin ik je heb gevonden was nogal buitengewoon. Je lag daar op de grond vol bloed en een wezen nam je op. Je was al het bewustzijn verloren en het bloed bleef uit je stromen. Ik dacht even dat je dood ging! Het wezen kwam met je naar me toe in zijn armen en vroeg me uitdrukkelijk om voor je te zorgen alsof je mijn eigen kind was. Als ik dat niet deed, ging hij me vinden en me verscheuren zoals hij met jouw ouders heeft gedaan." Een nieuwe traan viel van haar wang en ze wou me knuffelen maar ik sloeg haar van me af. "Je hebt je taak gedaan, Sara!" zei ik en haar adem stokte toen ik haar naam uitsprak in plaats van mama. Ik heb namelijk nog nooit haar naam uitgesproken. "Ik ben weg." Ik sloot de deur achter me en hoorde haar nog naar me toe lopen en mijn naam roepen maar ik was te snel en ging naar huis.
Snel nam ik wat kleren bijeen en stak alles in een tas. Oh ja, vandaag was het zaterdag! Ik moest naar Brandon toe! Ik grootste het lingeriesetje en het pakje condooms uit mijn kast en stak het voor de zekerheid nog rap in mijn rugzak. Voor de laatste keer plofte ik op mijn bed en keek naar mijn plafond. Ik ging hier weg. Dat besluit stond vast. Ik hoor niet thuis in het huis van een vreemde. Een traan viel over mijn wang. Die vreemde was zo goed als een moeder voor me. Ik dàcht dat ze mijn moeder was tenminste. Maar niets is minder waar. Mijn hart begaf het bijna en ik bedacht me dat het wel eens karma zou kunnen zijn. Als je een dierbare pijn doet, zal een dierbare jou ook pijn doen. Ik stond op en nam een papiertje.
Bedankt om voor me te zorgen. Maar nu ik de waarheid ken, hoef je niet meer alsof te doen. Het is beter dat ik je met rust laat en je jouw leven laat leiden. Je hoeft me niet te bellen en je moet al zeker niet naar Logans huis gaan want ik ben al een tijdje niet meer met hem samen, ookal zie ik hem nog steeds graag. Laat Tiffany ook gerust. Bij haar zal ik ook niet zijn.
Het was fijn om je gekend te hebben!
Melissa xIk verliet het huis waarin ik al zo'n 14 jaar heb gewoond en ging naar Brandon toe. Hij zou me wel toe laten om bij hem te blijven slapen. Ik drukte op de bel en een paar seconden later deed hij de deur open. "Hey mijn schat!" Maar zijn toon veranderde toen hij mijn gezichtsuitdrukking zag. "Oh wat is er gebeurd?" Hij veegde een traan van mijn wang en zette me in de zetel. Ik begon mijn verhaal te vertellen en voelde hoe zijn armen me omhelsden. "Oh schat! Dat is vreselijk! Horen dat je moeder eigenlijk je moeder niet is!" Ik knikte en liet me tegen zijn borstkas vallen. Ik keek in zijn zeeblauwe ogen en verdronk met de golven in zijn ogen. Even voelde ik me veilig. Even voelde ik me weer kalm worden en ik bedacht me dat dat het beste plan van me geweest is om naar hier toe te gaan. We keken naar een film en aten wat. Maar in mijn hoofd had ik maar twee gedachten: 'ze is mijn moeder niet' en 'Brian is mijn broer'.
~Brian~
Ik wist dat ze nu wist dat ze mijn zus was. En dat kon maar in twee richtingen uitdraaien. Ofwel ging onze band nu sterker worden, ofwel ging ze me negeren voor de rest van haar leven. Ik wou haar bellen maar ze nam niet op. Mijn ongerustheid nam toe en besloot om het Logan te vertellen. Hij is tenslotte mijn beste vriend. Ik ging naar het bos en vond hem op de rand van een rots. Hij staarde voor zich uit en keek naar de afgrond. "Logan! Ik moet met je praten." Hij keek op en ik zag hoe zijn levenloze ogen me in zich opnamen alsof ze me niet meer herkenden. "Zeg maar,"antwoordde hij even levensloos. Ik draaide hem van de rotswand weg en zei: "Melissa weet dat ze mijn zus is." Even lichtten zijn ogen op toen ik haar naam uitsprak maar ze werden meteen weer dof toen hij zich realiseerde dat ze het uitgemaakt had. "Begrijp je wel wat ik zeg? Ze weet dat ik haar broer ben!" Nu keek hij me indringend aan. "Hoe weet ze dat?" "Ik heb haar een beetje geholpen en ze is er nu zelf achter gekomen maar ze neemt niet meer op.." "Dus je hebt contact met haar!" riep hij. "Nu niet meer," zei ik ietwat schuldig. "Het gaat er niet om of ik contact met haar had of niet. Het gaat erom dat ik een slecht voorgevoel heb over hoe ze hiermee zal omgaan. Ik weet niet wat ze van plan is. Maar ik denk dat we eens naar haar moeder moeten gaan." Logan knikte begrijpend. "Omdat ze jou zus is, zal ik meegaan."
JE LEEST
Bloedband: De Vijand #2
General FictionNa een paar maanden training hangt de spanning nog meer in de lucht. Het lijkt meer en meer of de halfbloeden niet meer de enige speciale gasten zijn in het mensenstadje. Op school verschijnt een nieuwe figuur. Een zekere Brandon. Er is iets mysteri...