Hoofdstuk 18

148 16 7
                                    

Anna zette haar tas op de grond en omhelsde me. Het voelde goed om te weten dat ze blij was om me terug te zien. Twijfels stroomden mijn hoofd binnen als de watervallen in het midden van de natuur. Misschien was ze gewoon blij omdat we zulke goede vriendinnen waren en wou ze niet meer zijn als dat. Het klonk aannemelijk want ze had me niet laten zien dat ze interesse in me had. Ik kon alleen maar hopen dat die interesse wel aanwezig was. Ik nam het briefje en gaf het aan haar. Ik zei alleen maar dat ik probeerde een boek te schrijven en dat ik wilde weten wat zij er van vond. Haar wenkbrauwen schoten verrast omhoog maar met haar vertrouwd glimlachje nam ze het briefje aan. Ze ging naast me zitten en haar ogen dwaalden over het papier. De letters vonden haar ogen en het leek alsof haar vingers het papier streelden. Haar vingers zochten naar de gevoelens die ze bij dit briefje moest voelen. Dat wist ik omdat ze erg onzeker keek. Ze wist niet goed wat ze moest denken of zeggen dus ik zag dat ze haar houding herstelde en gewoon ging genieten van mijn werk. Ergens was ik blij dat ik de spanning van haar schouders zag vallen maar daardoor kon het zijn dat ze het helemaal niet zou opvatten zoals ik het bedoeld had. Ik wou dat ze sneller ging lezen maar dat deed ze niet. Ze nam alle tijd die ze had en ik zag haar ogen stralen. Ik was er bijna zeker van dat ze mijn boodschap begrepen had. Haar ogen bereikten de onderste bladrand en botsten terug naar boven. Toen rolde ze het briefje weer op en ze keek me aan. Ze begon me te vertellen hoe geweldig het geschreven was en dat ze de hartstocht van het personage kon voelen. Ik schreef volgens haar heel realistisch en ik moest zeker verder schrijven. Ik voelde de spanning verhogen en toen ze zei dat ze zich makkelijk in de rol van het vrouwelijke personage kon inleven legde ik twee vingers op haar lippen. Ik zei haar dat het niet nodig was om te praten en dat ik exact wist hoe ze zich voelde. Ik vertelde haar dat ik haar gevoelens deelde en toen zoende ik haar. De zoen veroorzaakte een vonk die door mijn hele lichaam trok. Het voelde aan als intens genot, blijdschap en pijn tegelijkertijd. Ik had niet verwacht dat ik er ook pijn door zou gaan voelen maar toen begreep ik waardoor ik dat voelde. Anna had mij van zich afgeduwd en mij in mijn gezicht gemept. Deze keer was het geen zachte mep geweest zoals ze altijd deed wanneer ik met iets moest ophouden. Haar klap was niet grappig bedoeld. Mijn wang brandde en ik wist zeker dat ik een rode hand op mijn wang zou zien staan als ik in de spiegel keek. Ik stond op en liep naar de muur zonder haar aan te kijken. Mijn ogen werden vochtig en ik vocht tegen mijn tranen omdat ik niet wou huilen. Mijn tranen wilden echter niet luisteren en rolden over mijn wangen en mijn kin tot ze mijn nek bereikten. Daar rustten ze op mijn uniform om daar te sterven. Ik vergeleek alles met sterven omdat het voelde alsof mijn ziel stierf. Het leek alsof Anna was weggelopen en ik niets meer over had om voor te leven.

Ver weg van jouWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu