Hoofdstuk 8

76 2 0
                                    

*Katie*

Ik werd wakker en deed meteen mijn kleren aan. Ik ging zonder wat te eten lopend naar het hoofdkwartier. Ik zag allemaal mensen naar me kijken. Ik denk dat het komt omdat ik een hele grootte blauwe plek op mijn wang heb. Van Esveld had me gisteren een paar keer heel hard op mijn wang geslagen. Toen ik bij het hoofdkwartier aan kwam liep ik naar het gevangennisje onderin het gebouw. Ik zag Joan zitten. Ik pakte mijn handboeien en deed die om Joans polsen. Ik trok haar mee naar een verhoor kantoortje. Ik liet haar zitten op een stoel. Zelf bleef ik staan. Thomas liep naar binnen. Ik lachte naar hem en hij lachte terug. "Waarom weet van Esveld altijd al wat we gaan doen?" Vroeg ik aan Joan. "Ik zeg niks" zei Joan nijdig. "Zeg het nu!" Zei ik boos. Ze deed haar mond dicht en draaide bitchie haar hoofd weg. "Joan zeg het nu!!" Schreeuwde ik. Joan schudde haar hoofd. Ik kon mezelf niet meer inhouden en rende naar haar toe om haar te slaan, maar Thomas hield me tegen. Hij tilde me over zijn schouder en zette me buiten weer neer. "Thomas ik moet haar slaan ze is TE irritant" zei ik met de nadruk op de te. Thomas lachte en ging weer met zijn hand door zijn haar. Het was zo aantrekkelijk als hij dat deed. "Koel jij maar af dan probeer ik het wel" zei Thomas. Voor dat hij naar binnen liep gaf ik hem een kusje op zijn wang. Ik liep naar het raam van het kantoortje en keek toe. Thomas bleef heel rustig. Hij had zijn vingers bij zijn mond. Ik zag dat hij geconsenteerd luisterde naar wat Joan zei. Ik kon het niet aanzien en liep weg. Ik ging ergens in een hoekje zitten van het hoofdkwartier. Ik zat na te denken over Thomas. Over zijn ogen, zijn lach en zijn hele gezicht. Ik was zo diep in gedachte dat ik niet merkte dat er iemand naast me was gaan zitten. "Alles goed?" Vroeg degene wie naast me was gaan zitten. "Ja ik ben oké" zei ik. Ik keek naast me en zag Thomas. "Je kan me veel flikken, maar je kan niet tegen me liegen" zei Thomas. "Oké ik voel me een beetje down maar meer niet" zei ik. Ik wou opstaan maar Thomas trok me weer terug op de grond. "Het komt door mij hé" zei/vroeg Thomas. "Een beetje" zei ik. "Katie ik geef echt om je en ik wil niets liever dan bij je zijn maar ik kan gewoon niet in een relatie zijn" zei Thomas. "Weet ik en ik begrijp het maar dat betekent niet dat het geen pijn doet" zei ik. Dit keer kon ik wel opstaan. Ik rende half huilend weg. Ik keek achter me en zag Thomas rennen. Ik struikelde over een tak. Ik moest zo hard huilen dat ik niet eens op kon staan. Thomas ging naast me op de grond zitten en sloeg z'n armen om me heen. Hij probeerde me te troosten. Ik probeerde zijn armen weg te halen, maar hij was te sterk. Thomas hielp me opstaan en liep met mij in z'n handen naar zijn auto. Hij opende die en liet me erin. Hij ging zelf ook in de auto zitten en hij reed naar zijn huis. Hij liep met mij naar binnen. Hij liet me zitten op de bank. Thomas liep weg en kwam terug met een gitaar. Hij begon wat te spelen en het maakte me meteen rustig. Ik was zo moe dat ik moeite moest doen om mijn ogen open te houden. Ik denk dat Thomas het had gezien want hij tilde me op en nam me mee naar zijn kamer. Ik denk tenminste dat het zijn kamer is. Hij legde me neer op zijn bed. Hij pakte een lang shirt uit zijn kast en gaf die aan mij. Hij liep weg. Toen ik het shirt aan had riep ik Thomas. Hij ging naast me in bed liggen. Ik ging rustig liggen en deed mijn ogen dicht. Ik viel heel snel in slaap want ik was echt heel moe.

UncoverWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu