⭐️ 7. 'Daar houd ik je aan,'
-
Nee. Nee. Nee. Nee.
Ik heb mijn vliegticket naar Hawaï nog niet geboekt, hij mag hier niet zijn. Dit kost me nog mijn hoofd.
'Oké,' piep ik, zonder hem aan te kijken. Ik herken hem aan zijn stem, en als dat nog niet genoeg zou zijn, herken ik ook zijn tattoo.
'Eline brengt het zo naar je tafel,' geef ik als hint dat hij weg kan gaan bij de toonbank. Een goddelijk geluid dringt mijn oren binnen. Hij lacht.
'Nee, bedankt. Ik kies ervoor om nog eventjes te leven.' lacht hij. Ik kan een glimlach niet onderdrukken. Hij is dan ook zo verschrikkelijk schattig. En leuk. En knap. Zo verschrikkelijk Alexander.
'Oké, dan brengt Jos het wel.' besluit ik, al zoekend naar Jos.
'Ah, daar is hij al.' zeg ik met mijn blik gevestigd op mijn collega die het nieuwe servies in de kastjes zet.'Ik heb eigenlijk liever dat jij me serveert,' zegt Alexander. Ik lach. 'Dat zal vast.' het was niet eens mijn bedoeling om dat te zeggen. Ik klink nu vast als zijn jaloerse vrouw. Maar ik ga toch ander werk zoeken, en dan zie ik hem nooit meer terug. Dus ik mag zeggen wat ik wil, binnen bepaalde grenzen natuurlijk.
Alexander blijft stil, maar ik voel dat hij me nog steeds aankijkt.
'Jos,' roep ik mijn collega. Hij kijkt op. 'Zou je het heel erg vinden om een koffie voor hem te maken en het ook aan hem te serveren?' vraag ik hem.
'Het komt er zo aan,' zegt hij meer tegen Alexander dan tegen mij. 'Zie zo, ga maar alvast ergens zitten.' glimlach ik, voor ik in zijn ogen kijk. Ik smelt. Hij is zo verschrikkelijk knap. Hoe, in de wereld, is het voor iemand mogelijk om zo knap te zijn? Het is een buitenaards wonder.
'Ik had eigenlijk nog een vraagje,' grijnst Alexander, die nog steeds geen stap verzet heeft. 'Ik ben aan het werk,' geef ik als antwoord, kijkend naar de toonbank.
'En wat nou, als het een vraag is, dat met je mogelijke werk te maken heeft?' vraagt hij, terwijl hij verleidelijk een los plukje haar achter mijn oor stopt. Hij scant mijn lichaam even, en ik sta versteld. Ik sta op het punt om antwoord te geven, als ik me iets realiseer.
Als ik denk wat ik weet wat hij gaat zeggen, noemde hij me zojuist een prostituee.
Of hij wilt iets vragen over de dag special, dat kan natuurlijk ook. Alsnog, de toon waarop hij dat zei. Het is ronduit onbeschoft.
'Werk je elke dag, of?' ik snap het niet. Waar doelt hij op? Hij is zo verschrikkelijk onduidelijk. Ik heb nu geen idee of ik boos moet worden, of juist niet.
'Ik werk hier in het café, elke dag van de week.' besluit ik te reageren. Hij grijst. 'Mooi zo,'
'Ik ga binnenkort ergens anders werken, dus dat is inderdaad mooi ja.' snauw ik.
Hij mag ook wel eens op zijn plaats gezet worden.
'Goed voor je, dan kan de vervanger van jou me de volgende keer bedienen.' mijn mond valt open. Hoe graag ik ook niet beledigd over wil komen, ik kan niet doen alsof hij geen klootzak is. Het is niet alsof hij niet kan doen wat hij ook maar wilt, ik ben zijn moeder niet, ik kan niks over hem bepalen, maar hij hoeft niet zo tegen me te doen.
'Weet je, Alexander,' ik spreek zijn naam uit alsof het vies is. Alsof het thuis hoort in de vuilniscontainer.
Hij trekt vragend, en geamuseerd zijn wenkbrauwen op. Alsof hij er van geniet, van dit moment. 'Ja?' vraagt hij, zo onschuldig mogelijk terwijl hij een blondine die buiten over straat loopt een knipoog schenkt.'Dat je niet aan relaties doet, is best. Dat moet je zelf weten. Maar, dat zielige, deprimerende gedoe wat er zich in jou leven afspeelt, hoef je niet op andere mensen af te reageren. Oké, het lot heeft bepaald dat jij alleen eindigt. Get over it. Ik heb medelijden met de meisjes die ooit ook maar iets met jou gedaan hebben.' ik wil weglopen, voor ik het nog dramatischer maak. Wat is er mis met me? Ik had gewoon weg moeten lopen. Gelijk. Voordat de woordenkots zich uit mijn mond wurmde.
Ik draai me om, klaar om te vluchten van alles. Van hem. Maar hij pakt mijn arm vast. Niet op een speelse manier, niet op een normale manier, maar op een dwingende manier.
Hij kucht, en lacht dan even. 'In de paar dagen dat ik je ken, lijk je meer over mij te weten dan elk ander persoon dat ik ooit ontmoet heb, bravo.' hij klapt even in zijn handen, maar je kan duidelijk zien dat hij het niet grappig vind.
'Maar aangezien jij alles van mij lijkt te weten, laat me dan een paar dingetjes over jou vertellen.' ik durf niet weg te lopen. Niet dat ik denk dat hij me zou mishandelen of zo iets, ik ben gewoon bang.
'Jij, gelooft in liefde. Dat als iemand écht van je houdt, diegene je nooit pijn zal doen. Maar laat ik je uit je droom helpen, darling, die personen zullen je het meest pijn doen. Jij zal zo dadelijk waarschijnlijk naar huis gaan, en alleen maar aan mij denken. Aan deze woorden. Aan de woorden die jij hebt gezegd. Je zal denken dat je me nooit meer wilt zien, maar dat is hoe het eenmaal werkt.' ik durf niet eens te knipperen.
Hij kijkt naar zijn hand om mijn arm, en haalt hem er dan rustig van af, terwijl ik nog steeds geen stap verzet.
'Je zegt medelijden te hebben met zulke meisjes, maar ook jij, zal mij niet uit je hoofd kunnen krijgen. Maar laat ik je nog een keertje uit je dromen helpen. Je kan mijn kont kussen, en jammer genoeg voor jou, niet letterlijk.'
Wat is er mis met hem? Wat, in gods naam, is er mis met deze jongen?
'Het is geen schokker,' begin ik als hij weg wilt lopen. 'Dat iemand je niet wilt.' maak ik mijn zin af. 'Ja, je had gelijk. Ware liefde, daar wacht ik op. Ik hoef geen jongen die alleen maar rond stuitert, opzoek naar een wanhopig meisje, terwijl ik dan waarschijnlijk een SOA test zou moeten doen.' snauw ik.
Mijn leven mag dan wel niet zo bijzonder zijn, maar hij hoeft niet te doen alsof hij alles van mij al weet. Ik gokte bij hem ook maar wat.
'Daar houd ik je aan,' knipoogt hij. Ik frons.
JE LEEST
Three words, eight letters
RomanceAriane werkt elke zaterdag en zondag in een café. En ín dat café komt altijd dezelfde jongen die haar nog nooit écht aangesproken heeft. Altijd hetzelfde. "Een koffie graag" "Zwart?" "Zwart" herhaalt hij met een sexy knipoog. Tot die dag dat ze echt...