Oei! Wat is die felle straal, denk ik bij mezelf. Au! Mijn hoofd barst uit elkaar! Waar ben ik? Ik probeer om me heen te kijken. Het enige wat ik zie is zwart. Ik open voorzichtig mijn ogen, maar alles blijft zwart. Ik probeer met mijn hand te voelen waar ik ben, maar ik kan mijn handen niet bewegen. Ik wordt zo langzamerhand wel een beetje bang. Wat is er gebeurd? Waar ben ik? Wie ben ik? Mijn hoofd doet zeer van al het nadenken. Ik ontspan me en zak weer weg in het zwarte gat.
O nee! Ik ontwaak uit mijn droom. Het was een mooie droom. Over een bos met allemaal elfjes. Er gebeurde niet veel, maar het voelde vertrouwt aan. Nu zit ik weer in het zwarte gat. Ik probeer mijn ogen weer open te doen. Ja! Ik zie een felle lichtflits! Het doet zeer aan mijn ogen. Ik ga rechtop zitten. Meteen schiet er een felle pijnscheut door mijn ruggengraat omhoog naar mijn nek. Ik val met een klap terug op de grond. Het enige voordeel is dat ik weer kan zien. Ik ben dus niet blind. Ik zie dat mijn armen vastgebonden aan mijn benen zitten. Daarom kon ik ze ook niet bewegen. Als ik om me heen kijk zie ik alleen maar een lange grijze weg. Er rijden geen auto's op. Het is er akelig rustig. Ik kijk weer naar mijn armen en benen. Hoe ben ik hier gekomen? En wie heeft me hier gebracht? Ik zoek in mijn geheugen naar antwoorden maar die vind ik niet. Ik zie naast mijn rechtervoet een briefje liggen. Ik wil het oppakken tot ik besef dat ik dat niet kan. Ik probeer te lezen wat er opstaat. Met moeite ontcijfer ik er uit: 'Lig je lekker? Ik wens je succes met wat er komen gaat.' Wie zou dit gedaan hebben? En wat is de rede daarvan? Ik zoek om mij heen of er bruikbare spullen liggen. Ja ongeveer 10 meter verderop zie ik een plastic tas liggen. Ik wil er naar toe maar dat lukt niet. Ik moet een manier vinden om bij de tas te komen. Ik probeer een rare hup sprong en het werkt! Ik ga centimeter bij centimeter vooruit. Na een tijdje ben ik dicht genoeg bij de tas. Bovenin de tas zie ik een mes liggen. Die kan ik gebruiken om mijn touw door te snijden! Ik wil hem pakken met mijn mond maar hij valt uit de tas en komt in mijn bovenbeen terecht. Au! Ik schreeuw het uit. Hoewel er geen geluid uit mijn keel komt. Ik ruk hem uit mijn been en ik bekijk de wond. Gelukkig valt het mee. Ik snij met het mes in mijn mond heel voorzichtig het touw door. Het is na een tijdje gelukt! Het voelt gijn om me weer te kunnen bewegen! Ik rek me even uit en dan ga ik kijken wat er in de tas zit. Maar net als ik de tas open wil maken voel ik een pijnlijke punt in mijn rug steken en ik val bewusteloos neer op de grond.