Hoofdstuk 6

30 9 1
                                    

Het hotel, ik weet hoe het er uit ziet! Het doet me veel dat ik me iets herinner. Maar ja, het enige wat ik weet, is hoe het eruit ziet. Ik heb werkelijk geen idee waar het is. Het helpt ook niet echt mee dat ik niet weet waar ik ben! Ik moet de weg naar hotel Renooien vinden. Misschien staat er iets over Renooien in het boekje! Ik pak nogmaals het boekje en blader voor de tienduizendste keer er in. Ditmaal om het hotel Renooien te vinden. Ik sla de bladzijde na de foto om, en ik zie een soort van inhoud. Het eerste 'kopje' gaat over overleven. Daarna volgen de kopjes: het bos, je familie, je leven, en uiteindelijk RENOOIEN! Hij staat er tussen! Ik blader meteen door naar het einde van het boekje. Onder het kopje Renooien staat dit geschreven:
Renooien, het hotel van de waarheid. Ala je hier bent gekomen moet je goed opzoek. Ik weet dat dit allemaal heel vaag klinkt, maar zorg ervoor dat je naar hotel Renooien gaat! Daar is iemand op je aan het wachten. Zorg voor een lift naar Renooien. Lopen zal te ver zijn als je wordt gedropt op de plek die wij hebben bedacht. Nou ja, niet wij. Wij hebben berekend waar je zal komen. Maar onthoud heel goed wat je nu gaat lezen: zorg dat je nooit in een zwarte Mercedes stapt! Als je dit wel doet zal niemand je meer kunnen beschermen. Hoewel iedereen dit graag zou willen. Val je in de handen van dit persoon zal het er niet goed voor je uit gaan zien. Ik durf bijna met zekerheid te zeggen dat je het niet overleeft!
-- Kai
Kai, Kai!! Dat ben ikzelf! Ik heb dit zelf geschreven! Ik herinner me er helemaal niets van dat ik dit heb geschreven. Maar ik moet door, naar hotel Renooien. Ik hoor een auto achter me. Opnieuw stopt hij. Ik kijk opzij. NEE! Niet dit! Ik zie een zwarte Mercedes! Het raampje gaat open. Ik zie een iet wat bredere man zitten. Hij heeft een zwart vest aan met een capuchon over zijn hoofd. Ik zie net wat bruine plukjes haar er onderuit steken. Een paar felblauwe ogen kijken mij griezelig aan. Ik zie dat hij allerlei piercings in zijn mond, neus en wenkbrauwen heeft zitten. Ik krijg niet bepaald een prettig gevoel van deze man. Zeker niet na wat ik heb gelezen in mijn boekje. En zeg nou zelf, ikzelf ben natuurlijk wel te vertrouwen. Opeens hoor ik een lage, raspende stem mijn naam zeggen; 'Kai, kom met mij mee!'

BlackWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu