7

316 31 3
                                    

Imane komt bij ons zitten en zij is net zo verbaasd om mij te zien als ik haar. Ik geef haar mijn hand en zeg: "Ik ben Brahim, vriend van Zain", stel ik me zogezegd voor. Iman begrijpt wat ik doe en doet net als mij alsof we elkaar nooit hebben ontmoet. Als ze mijn hand schudt, gaat er een ongekende gevoel door me heen en ik wou dat ik zo eeuwig kon blijven. Het gevoel verdwijnt wanneer Imane haar hand wegtrekt en verlegen naar Zain kijkt.

Hoe het etentje ging? Vreselijk!! Derderwiel-alarmm!! Ik heb me nog nooit zo hard als een muur gevoeld. Nu weet ik dus hoe het is voor muren en deuren. Als Zain afscheidt neemt van Imane, loopt hij naar me toe. "En? Wat vind je van haar?"vraagt hij. Ik knik en kijk Imane na. Het meisje dat ik als eerste zag, het meisje dat van mij hoort te zijn. "Ze is lief", zeg ik en kijk naar Zain. Blijkbaar is hij blij met mijn antwoord en zegt: "Dankje broer, want ik voel gewoon dat zij het is. De ware, weet je wel." Afwezig knik ik, wat ervoor zorgt dat Zain aan me vraagt wat er is. "Niets, het zint me gewoon niet dat Rahaf hier is in plaats van bij het bedrijf. Dat is alles", lieg ik. Rahaf, dan heb je haar nog. Was ik haar vergeten? Nee toch? Zo snel als we kunnen, rijden we naar huis, waar ik Rahaf inderdaad aantref. Ze heeft een witte bloesje aan tot aan haar knieen en een jeans. Gecombineerd met een donkerblauwe hoofddoek. Als ze me ziet, pakt ze gelijk wat papieren in haar handen vast. "Wat doe je hier?"vraag ik en ik doe niet eens mijn best om mijn kwaadheid te onderdrukken. Ik vertrouwde haar één taak toe en hier is ze! "Er zijn problemen", zegt ze. "Ja, bijvoorbeeld, wat doe jij hier in plaats van waar je hoort te zijn?"vraag ik bot. "Het gaat over het bedrijf, ik kon je niet contacteren en..", probeert ze te zeggen, maar ik kan niet meer helder nadenken van de boosheid. Op haar? Niet echt, maar wel om het feit dat ik Imane nooit zal beminnen.

"Ga weg! Ga naar het bedrijf en fix wat je hebt aangericht", zeg ik en ik wil doorlopen naar de badkamer tot Rahaf iets zegt waardoor ik stil blijf staan. "Ze hebben het bedrijf gedagvaard", zegt Rahaf. Zwijgend kijk ik naar haar. "Heb je gezorgd voor een advocaat?"wil ik weten. "Jaa", zegt ze. Ik knik, maar blijkbaar is Rahaf nog niet klaar met praten. "We hebben de rechtszaak verloren", hoor ik haar zachte, bange stem.

-----------------------------------------------------------------------------------

"Zeg jij iets." "Nee, ik durf niet, laat hem eerst denken." "Is dit nu soort van jouw schuld, Rahaf?" "Nora, laat Rahaf met rust!" "Sorry, Zain, maar ik heb wel gelijk." "Kunnen jullie aub jullie koppen houden??"roep ik en het is opeens muisstil. Ik kijk naar Rahaf die moeite heeft met me recht aan te kijken. Het is niet haar schuld, dus misschien moet ik niet meer zo boos zijn op haar. "We hebben verloren, wat houdt dat precies in?"vraag ik. Rahaf haalt opgelucht adem als ze mijn vraag hoort die ik gesteld heb op een beschaafde manier. "Dat als we niet snel genoeg aan de problemen werken, en we hebben dus vier weken, het bedrijf wordt gesloopt", antwoordt Rahaf. "Dus ik moet terug? Tazz, daar gaat mijn vakantie", zeur ik. Zain staat op. "Als jij gaat dan ik ook", zegt hij en ik wil zijn vakantie niet verpesten, maar hij ziet er zo standvastig uit. "Goed, morgenochtend vertrekken we", zeg ik. Als ik omdraai, hoor ik Nora opeens zeggen: "Ik ga ook mee! Zain gaat me anders te veel missen." Fijn, u gaat zij ook mee! Wat leuk! (sarcasme)

Tu es mon frèreWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu