"Max je moet dit doen, Alles of Niets. Niets meer , niets minder."
Hij opende zijn ogen, ze waren door de slaap een beetje aan elkaar geplakt. Hevige buikpijn stoorde hem. Kreunend stond hij op, hij had veel te weinig gegeten gister. Een deel van het konijn had hij bewaard voor vandaag, en de rest had hij gedeeld met Sammie. Het was niet erg om een keer minder te eten, dan viel hij tenminste nog wat af.
'Dat is dan een voordeel om hier te wonen dacht hij. Nee.. Je bent gek Max, je moet geen eetstoornis krijgen.'
"Natuurlijk krijg je geen eetstoornis, je hebt het allemaal zelf in de hand! begon het stemmetje in zijn hoofd. Als je gewoon een beetje afvalt betekent dat niet dat je meteen anorexia hebt."
'Wel als je een stemmetje in je hoofd hebt.'
"ik ben hier om je te helpen, iedereen heeft een stemmetje in zijn hoofd, alleen sommigen horen hem niet."
'Nee , dit is fucking raar. Ik moet eens langsgaan bij een psycholoog, misschien weet die hoe ik kom aan jou, een stem in mijn hoofd.'
" Max, je gaat geen hulp zoeken! er is niks aan de hand. Ik verbied je naar een psycholoog te gaan. Zonder mij ben je helemaal alleen, ik weet alles van je en ben er altijd voor je. Vertrouw me."
Max sloot zijn ogen, vaak had het stemmetje in zijn hoofd wel gelijk. Hij gaf hem goede tips en was ook altijd eerlijk. Het stemmetje vertelde hem bijvoorbeeld dat hij moest af gaan vallen. Daarvoor had hij nooit aan minder eten gedacht. Maar is het wel normaal om een stem in je hoofd te hebben? Straks weet iedereen ervan want het staat ook in zijn dagboek. Max slikte, dat mocht niet gebeuren. Hij trok Sammie in een knuffel en begon zacht te huilen. De zoute tranen rolden over zijn wangen en hij voelde zich hopeloos, Sammie drukte zijn koude neus troostend tegen zijn wang. 'Bedankt Sammie' En Max gooide nog een stukje fruit naar hem toe. ' Ik moet gaan werken en naar school, blijf jij maar hier.' Hij gooide de bal van Sammie in de houten hut en deed zodra de hond binnen was de deur op slot. Normaal mocht Sammie gewoon vrij rondlopen, maar met al de jagers in deze buurt durfde Max dat niet aan. Langzaam gooide hij alle verzamelde bladeren over de hut heen, onherkenbaar, het leek nu net een grote hoop bladeren.
'Kan ik u helpen?' vroeg Max aan een meisje. Ze draaide zich om. Het was Sandra, Max hoopte nog dat ze hem niet herkende. 'Nee strontvlieg , rot op.' Ze beukte langs hem heen. Het had erger gekund dacht Max opgelucht. 'Ga jij maar even de website updaten.' zei Natasha ( de baas van de bibliotheek) tegen Max. Hij gehoorzaamde meteen en begon aan het werk te gaan.
*Later op die dag*
De schooldag was vreselijk. Hij kon Megan en zijn andere vrienden gewoon niks zeggen. Ze zouden zeggen dat hij niet naar de pesters toe moest gaan. Maar dat kon niet, hij moest alles er aan doen om ervoor te zorgen dat niemand zijn dagboek las. Toch twijfelde hij, misschien kan ik ook wel even gaan, en dan meteen weer weg zonder een opdracht te doen. Het regende toen hij naar de fietsenstalling liep, hij snoof de geur van natte stenen in, heerlijk. Toen hij bij zijn fiets aankwam zag hij dat er een memo op geplakt zat.
Waanderweg 12c "in de tuinkelder"
Dit was het adres van het hok van de pesters. En hoe toevallig, dat is bij Boris thuis. De ouders van hem zullen er waarschijnlijk niet zijn. Dat was dan ook het enige wat Max en hij gemeen hadden, rot ouders. Hij zuchtte, ze gaan hem pijn doen, vreselijk pijn. Fysiek en psychologisch. Ze breken hem net zolang totdat hij niet verder kapot kan. Met tegenzin stapte hij op zijn fiets. Hij kon niet snel fietsen omdat zijn benen zo slap waren. Hij had geen ontbijt gehad en maar een sneetje brood als lunch. Ook kwam het omdat hij zo nerveus en verdrietig was, daar kreeg hij altijd puddingbenen van.
Met tranen in zijn ogen kwam hij aan op zijn bestemming, Hij zag een gruwelijk huis. Het leek op een huis uit een horror film, spinnenwebben hingen overal en hij hoorde het agressieve geblaf van een dobermann. Met trillende vingers duwde hij de poort van het hek open, het was een zwart hek, helemaal van ijzer. Een piepend en krakend geluid ontstond toen het hek in beweging kwam, precies zoals in nachtmerries. Hij veegde zijn ogen schoon, hij moest niet zwak lijken. Max liep langzaam de tuin in, het gras was nat en drassig. Toen zag hij een houten luik met een hendel eraan, licht piepte tussen spleten in het hout uit. Zouden ze er al zijn?
Hij balde zijn hand tot een vuist en klopte drie keer hard tegen het luik. Hij hoorde een schaterlach, duidelijk van Boris. 'Kom binnen!' werd er geschreeuwd. 'Of durf je niet.' Een seconde lang twijfelde hij, wel naar binnen of niet? Misschien vermoorden ze je wel. Maar toen kwam het stemmetje in zijn hoofd in protest. "Je wil toch niet dat iemand je dagboek leest? " "Max je moet dit doen, Alles of Niets. Niets meer , niets minder."
Met een harde klap schoot het luik open, het verraste Max. De angst kroop in zijn lichaam. 'W-wat?' kon hij nog maar net uitbrengen.
JE LEEST
Depressief
Teen FictionHet gaat over Max Visser, een jongen van 16 jaar, hij heeft het erg moeilijk thuis en daarom is hij zo vaak mogelijk bij zijn beste vriend Niels. Ook leert hij de super aardige Kim kennen. Maar dan.. net op het moment dat zijn leven vol is met gelu...