Hoofdstuk 33: Is al het afval dood?

138 7 5
                                    

Max keek door het raam naar buiten. De bomen gaven een rustig gevoel aan hem, allemaal zwaaiden ze op hetzelfde ritme van de wind. Het gras danste met de bomen mee, ook hetzelfde ritme. Alles leek buiten in de natuur op elkaar aan te sluiten, alles hoorde zo. En juist bij hem ging alles mis, in zijn lichaam ging niet alles naar één kant, de ene helft van hem wilde naar rechts, de andere naar links. Wilde zijn lichaam naar voren, dan zorgde zijn brein er wel voor dat hij naar achteren ging.

Max zuchtte en sloeg zijn ogen neer. Hij was vroeg in de les, maar de pesters zouden ieder moment kunnen komen. Nerveus zat hij met zijn pen te klikken, die pesters zouden vast nog niet vergeten zijn dat hij de laatste opdracht geweigerd had. Max voelde dat zijn pen in zijn hand prikte, hij kneep er veel te hard in. Een scherp randje van de pen zorgde ervoor dat er een snee in zijn hand kwam, het bloed druppelde op zijn mouw.  'Shit.' mompelde hij. 'Nee bloed, dat is geen shit maar bloed.' Max keek op en zag dat Art naast hem kwam zitten. Max rolde met zijn ogen, Art bleef een vreemde vogel. Niet dat hij zelf zo normaal was...

'Kijk eens wie we daar hebben!' Sandra keek met speelse ogen naar hem en daarna naar haar vrienden. 'Durf jij wel? zomaar een opdracht weigeren, je zult het merken. . . Bill komt zo'. Sander keek Max aan en spuugde een klodder speeksel in zijn gezicht. Het voelde vreselijk vernederend, en vies. Vooral vies was het. Max kneep zijn ogen dicht om het huilen proberen tegen te houden. Waarom moesten ze hem nou al het hele jaar pesten

Met een luide klap van de deur kwam Bill binnen, net op tijd. De bel maakte zijn rinkelende geluid, dat betekende dat de les begonnen was. 'Is hier nog plek?' vroeg hij aan Max en hij wees op de stoel naast hem. Max keek verbaasd, Bill wilde hem vast straffen en dat kon gemakkelijker als hij naast hem zat natuurlijk. 'Nee Bill, die stoel is bezet, Art zit daar al.' Max' hart klopte zo hard dat hij bang was dat zijn borst uit elkaar spatte. Max wist niet wat Bill nu zou doen, of zeggen, maar hij was bang. Misschien stond zijn dagboek ondertussen al op het internet?

Bill boog in een snelle beweging naar de nek van Max. ' Ik zou maar oppassen, in de pauze nemen je we.' Max keek met grote ogen naar Bill, Bills gezicht was alles behalve vriendelijk, het was angstaanjagend. Kippenvel kroop over zijn huid heen, hij zou hem "nemen" in de pauze, wat bedoelde Bill daar nou weer mee?

Niet veel goeds Max, niet veel goeds..

Na de les liep Max zo snel mogelijk naar de kantine, als hij er eerder was dan Bill kon hij zich nog verstoppen. De gang vloog zo snel aan hem voorbij dat hij af en toe tegen iemand botste, maar het boeide hem helemaal niks. 

Eenmaal in de kantine keek hij angstig om zich heen, Bill leek er nog niet te zijn. Snel ging hij achter een pilaar zitten, daar zou Bill hem niet snel vinden. 

Alles wat daarna gebeurde ging snel, te snel om het te kunnen onthouden. Max opende zijn ogen maar zag niks, hij voelde een blinddoek om zijn ogen zitten. Hij probeerde wat te zeggen maar er zat een prop in zijn mond. Paniekerig probeerde hij te bewegen, maar niks leek hem te kunnen redden uit deze situatie. Max rook een vreselijke geur, hij wist zeker dat ze hem in de container hadden gegooid. Ineens werd de paniek nog erger, zijn bloed stroomde naar zijn hoofd en de tranen vielen uit zijn ogen. Hoe kwam hij hier ooit weer uit? 

Dinsdag was het vandaag, dinsdag vuilnis ophaaldag. Dit kon of zijn kans of zijn dood betekenen. Max slikte, althans dat probeerde hij. Door de prop in zijn mond ging dat erg lastig. Als ze de container zouden bekijken konden ze hem redden, maar als ze niet keken zou hij verbrand worden, net als al het andere vuil. Max kneep zijn ogen dicht, hij wist dat de pesters erg waren, maar dat ze hem dood wilden hebben ging wel erg ver. Verder dan hij ooit had gedacht. 

Maar wat als je dood gaat Max? Wie zou je missen? Megan misschien, maar na een week niet meer, dan mist niemand je. Het lijkt er ook niet op dat ze je op dit moment zoekt, of mist. Misschien moet je wel dood, misschien is dit een teken. Stop met huilen, dit is je lot. Stel je niet aan, je bent nutteloos.

Max was nog wakker, maar hij deed niet meer zijn best om te bewegen of na te denken, hij moest hier nu al meer dan een uur liggen en geen leraar of klasgenoot had hem gevonden. Waarschijnlijk zochten ze niet eens naar hem. Max was nu geen Max meer, hij was een leeg omhulsel ,zonder inhoud. De geur stoorde hem niet eens meer, hij was er na al die uren aan gewend geraakt. Een krakend geluid haalde hem uit zijn gedachten, een klein streepje licht kwam naar binnen door een kier in de bovenkant van de container. Max kon niet zien wat er voor derest in de ruimte was, maar door zijn blinddoek kon hij nog net een beetje licht zien. Met alle kracht die hij nog in zijn lijf had probeerde hij te schreeuwen. Een zacht geluidje kwam door de prop heen, niemand had hem kunnen horen. Maar toch ging het krakende geluid door, er werd nu ook bij gekrast, alsof iemand met zijn nagels de container probeerde open te krabben. Max verloor langzaam de hoop, dit was geen mens, het was gewoon een straathond die eten uit de container wilde halen.

Max' hart ging tekeer, stel dat de hond hem zou opeten? Een hongerige hond zou dat zomaar kunnen doen. Op dat moment klapte de container open, Max vermoedde dat de hond naar binnen zou springen en hij voelde dat hij gelijk had. Naast hem landde een hond en hij begon aan zijn gezicht te likken. Max begon zacht te huilen, hij was vastgebonden en kon niks doen. Maar nu zou hij worden opgegeten, gebeten worden. De hond had zijn geluksdag dacht Max. Eindelijk eens een groot stuk vlees. De zoute tranen werden allemaal opgelikt door de hond en langzaam schoof de blinddoek af door het likken. 

'Sammie!' 

Depressief Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu