Hoofdstuk 28: Ik Durf het, of niet?

167 7 5
                                    

Max'ogen zaten dichtgeplakt van de slaap, hij kreeg ze moeilijk open. Deels omdat hij te moe was. Megan lag naast hem in zijn bed , in zijn armen. Het voelde ongemakkelijk om naast haar te liggen, maar ook fijn. Het was erg warm in zijn hut maar toch was Max ingepakt in zijn pyjama. Een druppel zweet van zijn voorhoofd viel op Megan. Hij hoopte dat ze er niet wakker van werd, want dat zou gênant zijn. Terwijl Max zich ergerde aan zijn pyjama zag hij dat Megan gewoon relaxed in haar ondergoed lag. Max kon dat niet, ten eerste was hij te onzeker over zijn lichaam zelf , en ten tweede moest hij vreselijke dingen verbergen, zijn littekens. Megan mocht het niet weten, misschien in de toekomst, maar nu nog niet. Langzaam haalde hij zijn armen onder haar vandaan, want hij wist niet hoe ze zou reageren als ze wakker werd. 

Megan sliep nog steeds en Max wist zich geen houding meer te geven. Hij twijfelde over alles, "Moet ik mijn armen naast elkaar, over elkaar, of om Megan heen?" "Moet ik alvast uit bed gaan, of moet ik blijven liggen voor Megan?" "Hoe moet ik reageren als ze wakker word, wat moet ik zeggen.?" De vragen begonnen zijn hoofd te overspoelen en de pijn stak door zijn schedel. Nu moest hij wel uit bed om een paracetamol te halen. Gelukkig zat er dan toch nog een voordeel aan die hoofdpijn, hij had alvast antwoord op één van de vragen, hij moest uit bed gaan.

Met een beker water nam hij het pilletje in, dit vond hij altijd vreselijk. De meeste mensen vonden hem een watje, maar hij had altijd al moeite om pillen te slikken , ook al waren ze maar klein. Net toen hij het pilletje had weggeslikt kwam Megan slaperig binnen sjokken 'Mogge.' zei ze dromerig. Max glimlachte, hij was ondertussen al opgefrist en klaarwakker , Megan was daarentegen nog slaperig en haar mooie haren zaten helemaal door de war. 'Jij ook een goedemorgen.' zei hij opgewekt. Alhoewel , zo liet hij zijn stem klinken, maar vanbinnen was hij alles behalve opgewekt. Hij dacht aan vandaag, hij moest gaan stelen. Max bedacht dat iedereen vast vond dat hij zich hierover aanstelde, het is maar stelen. Zo'n ramp is dat nou ook weer niet. Mensen dachten vast dat hij een mietje was, maar voor hem was iets stelen wel heel erg. Alsof de pesters hem daarom die opdracht hadden gegeven. Alsof ze wisten dat hij er niet tegen kon om mensen te bedriegen, om ze te kwetsen. Maar hij moest het doen. Het was niet iets wat hij normaal zou doen, zelfs niet als hij er een miljoen voor zou krijgen. Maar als ook maar iemand zijn dagboek las dan was het voor hem klaar, dan wist iedereen zijn diepste geheimen, zijn gedachten die hij zelf niet eens begreep. Hoe zou dat dan op een ander overkomen? Er stonden meer gruwelijke gebeurtenissen in dat dagboek dan hij ooit had meegemaakt toen hij nog in Utrecht woonde. Zijn moeder had hem verlaten, nou eigenlijk hij haar , maar voor hij wegliep was zijn moeder al weg, ze was vervangen door een ijskoude vrouw die alleen aan haar en haar vriendinnen dacht. Waarschijnlijk zou ze het niet eens erg vinden wat Max zichzelf aandeed , ze zou hem niet eens missen. De tranen sprongen weer in zijn ogen , maar hij bedacht zich net op tijd dat Megan er nog stond. Zij hoefde niet te zien dat hij huilde, hij huilde al veel te vaak, maar het liefste niet in iemands bijzijn. Megan hoeft niet te zien dat hij gebroken was, diep van binnen.

'Max, je bent zo stil. Komt het door...' ze keek hem een scheef aan met haar wenkbrauwen opgetild. Max keek haar niet begrijpend aan , maar snapte toen dat ze waarschijnlijk de kus van gister bedoelde. Toen hij terug dacht aan die kus werd zijn hart meteen weer warm. Daar lag het zeker niet aan, maar als hij zou zeggen dat het niet aan de kus lag, of dat hij het heel fijn vond zou hij zich zo openstellen. Wat als zij dan zou zeggen dat hun zoen niets voorstelde. Dan wist hij niet wat hij zou moeten zeggen. Hij verzamelde alle moed die hij in zich had en legde zijn hand op haar arm. Hij voelde tintelingen in zijn vingers. 'Nee Megan, het lag niet aan jou, niet aan onze kus, ik zat gewoon even verzonken in mijn gedachten.' Ze leek tevreden met dat antwoord en begon een broodje te smeren. Max was allang blij dat hij verder niks hoefde uit te leggen. 

'Ik ga' zei Max terwijl hij nog even twijfelde om Megan daarbij een kus op haar wang te geven, hij besloot om gewoon even haar hand vast te pakken. Want hij wist niet eens of ze nou verkering hadden of niet. Hij durfde er niet over te beginnen en liep de deur uit. Maar toen riep Megan hem terug, voor heel even hoopte hij dat ze hem zou zoenen, maar de teleurstelling kwam zijn lichaam binnen toen ze alleen maar een vraag stelde. 'Waarom ga je? het is zaterdag, we hoeven niet naar school.' Max besloot om nog niet te vertellen over het stelen, want dan zou ze mee gaan om hem te steunen. Als hij dan betrapt werd zouden ze er allebei voor opdraaien. 'Ik moet naar mijn werk, de bibliotheek.' Megan knikte en liep naar hem toe om hem in een knuffel te trekken, ze duwde haar hoofd tegen zijn schouder en fluisterde in zijn oor 'Succes, je kan het, niet bang zijn.' Vertwijfeld liet hij haar weer los en ging naar buiten. Het winkelcentrum was op loopafstand dus hij liet zijn fiets staan. Ondertussen stroomden de vragen zijn hoofd weer binnen. Wat bedoelde Megan nou met die opmerking? Hij had toch geen "Succes, je kan het." nodig voor zijn baantje in de bieb. Het was alsof ze wist dat hij vandaag zijn opdracht ging vervullen, alsof ze wist dat hij vandaag zou gaan stelen. Maar hoe? 


Daar stond hij dan, hij keek door de etalage van een dure winkel. Hij zag de Balr. shirts die hij moest stelen. Het zweet brak hem nu al uit van de angst en hij was nog niet eens binnen. Hij wist zeker dat het de winkelmedewerkers op zou vallen. Het zou ze opvallen dat hij zou nerveus was en dan zouden ze hem natuurlijk meteen in de gate houden. Hij besloot om even op het bankje tot rust te komen, want als hij trillend binnenkwam zou hij nooit wat kunnen stelen. 

Het leek wel uren dat hij daar zat , op het bankje in de winkelstraat. De mensen liepen gewoon voorbij, niet wetend wat er in zijn hoofd omging, niet wetend wat voor misdaad hij zou moeten gaan plegen. Plotseling liep er iemand op hem af, de man had zwarte kleding,  Max dacht dat hij ongeveer 20 jaar was, hij was bleek en had een pet op die zijn ogen bedekte. Hij maakte een angstaanjagende indruk op Max. 'Yo.' zei de man. Max keek een beetje geschrokken en knikte naar de Man in de hoop dat hij snel weg zou lopen. Maar dat deed hij niet. 'Je ziet er gestrest uit jongeman.' begon de man geniepig. 'Ik heb wel iets wat je kan helpen.' vervolgde hij snel zonder Max de kans te geven om uit te leggen waarom hij gestrest was. De man liet een zakje met wit poeder naast Max vallen, en gaf hem daarna zijn naam kaartje. 'Hier , het eerste zakje is gratis. Call me.'                                                                                                                                                                                     Max staarde de man nog verbaast na toen hij wegliep. Had hij hem nou serieus drugs gegeven? Max was nog nerveuzer dan hij al was. Als hij zo door zou gaan zou dat stelen er vandaag niet meer van komen. Hij keek op zijn horloge, het was al 3 uur.

Max voelde zich draaierig, vrolijk en lacherig. Wat dat spul ook was, het had ervoor gezorgd dat hij niet meer nerveus was. Hij voelde zich voor het eerst sinds tijden weer echt vrolijk. In gedachten bedankte hij de vreemde man. 

Vol goede moed liep hij de winkel binnen, 'goedemorgen.' zei hij vrolijk tegen een vrouwelijke medewerker en hij knipoogde naar haar. Hij zag dat ze bloosde. Van binnen moest hij erom lachen. Hij keek even de winkel rond. Ondanks dat hij de drugs genomen had wist hij dat het slim was om net als alle normale klanten gewoon de rekjes met kleding te bekijken. In plaats van meteen lopen naar de T-shirts die hij ging stelen. Hij wist zeker dat het hem ging lukken, hij ging hiermee weg komen. 

Na ongeveer een kwartier te hebben rondgekeken in de winkel liep hij naar de Balr. T-shirts. Hij pakte ze en nam ze mee naar de paskamer. In de paskamer knipte hij gauw de beveiliging eraf, zodat hij niet gesnapt zou worden door het alarm. Snel trok hij de T-shirts aan, allemaal over elkaar. Hij moest lachen toen hij zichzelf in de spiegel zag, hij leek wel een olifant, een hele zeldzame, De Maxifant. Snel deed hij zijn eigen wollen trui over de T-shirts heen , en daarna ritste hij zijn winterjas erover dicht. Hij leek nu wel veel dikker dan hij was, maar er zijn genoeg mensen die echt zo dik zijn dus het viel niet op. 

Omdat het verdacht zou zijn als hij de paskamer uitliep zonder iets terug te hangen hing hij een oud wit T-shirt van zichzelf aan de hanger. Hij knipoogde nog even naar het meisje die in de winkel aan het werk was en liep toen de winkel uit. 

De alarmen gingen af, en iedereen keek ernaar. Max schrok zich een ongeluk, hij was betrapt. En dat nog wel terwijl hij zeker wist dat het hem zou lukken. Het meisje waarnaar hij had geknipoogd keek hem aan, waarschijnlijk zag ze dat hij geschrokken was van het alarm want ze liep naar hem toe. 'Zou je even willen doorlopen? het alarm ging bij die mevrouw naast u af, de beveiliging komt er nu aan. Anders denken ze nog dat het alarm voor jou afging.' Nu knipoogde het meisje naar hem en Max liep verbijsterd verder. Hij zag nog hoe een oud vrouwtje werd ingesloten door winkel personeel. 'Halt' schreeuwde een intimiderende man naar haar en ze leegde haar tas waar allemaal gestolen kleding in zat. 


Depressief Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu