Hoofdstuk 31 : Een zwaarbeveiligde kluis

160 7 7
                                    

Nee ik had geen eetstoornis, en ik zal het mezelf bewijzen. Max keek naar de bak koekjes die Megan hem had gegeven. Ik ga er drie opeten, drie gevulde koeken. Vet , vet en nog meer vet. Vastberaden liep hij op de koektrommel af. Hij pakte er drie en stopte ze in zijn mond. Zodra hij zijn hand naar zijn mond had gebracht begonnen er allemaal stemmen te schreeuwen, zijn gevoelens sloegen op hol en straften hem met een ondragelijk naar gevoel van binnen, dat eten moest er meteen weer uit. Hij spuugde de brok koek in de wc en ging verdrietig op de bank zitten, hij had dus wel een eetstoornis. Misschien moest hij toch maar gewoon naar de psycholoog, Megan had contact opgenomen met één maar Max was nooit van plan om er heen te gaan. Max zuchtte hardop, hij was vreselijk nerveus. Nerveus om toe te geven aan hulp. Dat betekende dus dat hij een probleem had. Hij sloot zijn ogen, natuurlijk wist hij het zelf al een tijdje , maar hij probeerde het gesloten te houden. Een zwaarbeveiligde kluis, en nu er ingebroken zou worden in die kluis voelde het naar, heel naar. Alsof hij zich vrijwillig gewonnen gaf in de oorlog. De strijd tussen de verschillende gedachten in zijn hoofd. Max vs Stem, Max was aan de winnende kant, maar de stem vond dat geen goed idee en gaf hem een naar gevoel. 

"Max je bent nutteloos, je bent een gek! en je geeft het nog zelf toe ook, dan ben je dus nog gekker. Dikke idioot, zei het stemmetje weer." 



Hij keek om zich heen, een lege ruimte constateerde hij. Er stonden maar twee stoelen, de één stond voor een bureau en de andere erachter. De stoel voor het bureau was vast voor hem bedoeld, dacht hij. Meestal zitten de "belangrijke" mensen achter het bureau. Hij was nog steeds alleen in de donkere kamer. Langzaam bracht hij zijn lichaam in de stoel, even dacht hij dat de stoel hem niet zou houden. 

Je bent te dik voor die stoel Max, arme stoel.

'Ah, Max je bent er al. Ik had je eigenlijk iets later verwacht.' De vrouw die het had gezegd keek even op haar horloge. Max keek verlegen in haar ogen. Ze had een bril en groene ogen, ze zag er erg zacht en lief uit. Het stereotype van "de vrouw die je kan vertrouwen." Max keek haar nogmaals aan, maar hij durfde niks te zeggen. Hij was voor het eerst echt verlegen bij een nieuw iemand, normaal was hij altijd erg spontaan en open, maar het leek alsof zijn depressie en eetstoornis dat ook hadden afgepakt. Hij sloeg zijn ogen dicht, het was te moeilijk, veel te moeilijk. 

'Waar denk je aan Max? vroeg de vrouw begrijpend.' 

Ondanks dat hij het fijn vond dat ze zo begrijpend klonk wilde hij niet antwoorden. Voor haar was het maar normaal, zij had elke dag meerdere gesprekken met probleem kinderen, hij vond het echter maar moeilijk om erover te praten.

'Niks. zei hij kortaf.' Misschien moest hij niet zo bot doen, maar die vrouw moest niet denken dat hij haar meteen alles wilde te vertellen. Misschien kon ze beter haar mond houden , dacht hij. Maar dat zou hem natuurlijk ook niet helpen. Waar was hij ook alweer voor gekomen? Voor hulp, antwoordde hij zichzelf. Maar nu begon hij te twijfelen of het wel zo handig vond. Hij had een hekel aan psychologen, ze probeerden de patiënt voor zich te winnen en een vriend voor ze te zijn, maar dat was allemaal acteerwerk, ondertussen ben je gewoon klant nummer 306, niet Max Visser, die aardige jongen. Ik ben gewoon net als al haar andere klanten, ik ben niet speciaal voor haar dus waarom zou ik haar dan mijn diepste geheimen vertellen? dacht hij.

'Max, ik weet hoe moeilijk het is,' ze legde haar hand op zijn schouder, ' Maar je kan me vertrouwen, ik weet dat je denkt dat ik je gewoon maar als "één van mijn klanten" zie, maar Max iedereen is anders.' 

Hij knikte naar haar en vroeg zich af wat er verder ging gebeuren. De vrouw ging ook in haar bureau stoel zitten en pakte haar aantekeningen map. 

Depressief Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu