We rijden al een tijdje op de weg en we denken beiden wat er nu zal gebeuren en wat we gaan moeten doorstaan. Tussen ons beide is het al stil sinds we de auto zijn ingestapt, maar de stilte is kil en beiden overdenken we alles. Een stilte dat veel kan zeggen, want we beiden doen en denken van de hele situatie.
Ik verminder de snelheid en kijk rond me naar welke afslag we moeten en waar we precies zijn. We zijn al 25 minuten aan het rijden en we zijn nog steeds stil, als Caleb de stilte weet te onderbreken.
"Wat gaan we nu doen?"
"we gaan onderduiken aan een huis aan de zee van mij en blijven daar een tijdje en anders gaan we verder of als we ontdekt worden gaan we naar Engeland, maar nu wil ik nog niet te ver weg zijn, voor het geval mijn moeder of Leon en Eva hulp nodig hebben of in de problemen zitten, maar dat gaat denk ik niet gebeuren, want zij weten ook goed wat ze moeten doen als ze onderduiken en niet op te vallen!" zeg ik geruststellend, want hij heeft Eva moeten achterlaten zonder afscheid te nemen voor haar te beschermen.
"Het spijt me dat je dit allemaal over komt en als je terug wil of niet bij me wil zijn is dat goed, want dit zijn mijn problemen!" en er loopt een verdwaalde traan over mijn wang, die ik ruw weg doe als ik door heb dat ik ween.
"Ik heb je altijd verteld dat ik je bescherm en daar hou ik me aan, want wij zijn nu één, oké!" zegt hij dreigend en gaat met zijn vingers over mijn wang en kust me dan teder op de lippen en ik wil hem terug zoenen, maar heb door dat ik dan los laat, want nu laat ik de auto al voor een stuk los en we willen zelf niet het probleem zijn van onze dood, maar dan zijn we wel veilig en samen.
"SHIT!" roept Caleb en kijkt achter zich.
"Wat is er?" vraag ik geschrokken en kijk hem bezorgd aan.
"Ze hebben ons gevonden en ik denk zelf achtervolgt!" zegt hij geschrokken en wijst naar de zwarte BMW's die ons volgen en het zijn er drie achter ons elk om ons te omringen.
"Kijk in mijn tas links rechts van me, daar zitten geweren in!" roep ik en versnel weer en steek elke auto voor bij om ze zo kwijt te geraken, maar ze houden ons goed bij.
Caleb neemt twee geweren uit mijn tas en begint uit het raam te schieten en nu ben ik blij dat het dak naar beneden kan en open staat, zodat Caleb beter kan schieten, maar ik zie dat hij geen één raakt en niet goed weet naar waar hij moet schieten.
"Caleb!" schreeuw ik door de wind en hij kijkt naar mij.
"Schiet naar de banden of naar de bestuurder of naast hem!" roep ik en hij knikt weer en schiet weer en ik hoor al snel een band knappen en kijk achter me en zie hoe ze remmen en de auto om getackeld doordat ze het niet zagen aankomen en te hard remmen.
Ik kan een vreugde kreet niet laten en ik hoor Caleb lachen en dan begint hij te schieten op de andere twee. Uit het niets komt er nog één bij die naast me komt rijden en me van de weg duwt, maar ik probeer eerst hem van de weg te duwen en ik zie dat Caleb het moeilijk heeft om zo te schieten.
Ik probeer de auto stil te houden op een rechte baan, dat moeilijk gaat met twee auto's die op je schieten en één die je van de weg wilt krijgen. Als de auto naast me weer wilt duwen geef ik gas naar voor en ram wel de auto voor me, maar ik zie hoe de zwarte BMW naar de zijkant van beton gaat, maar door de auto voor me neemt hij een stuk van achter ons mee en we kantelen naar de zijkant, maar ik kan de auto nog juist op het randje na niet slopen en we rijden weer voor, maar de vrouw die voor ons reed, remt en we botsen bijna, maar ik verhinder het en rij langs de andere door, maar twee kunnen ons weer achter na en schieten weer op ons.
Alle twee komen ze langs een kant naast ons rijden en leiden ons zo de baan door. Zij lijden nu, maar dat laat ik niet toe en probeer te remmen of plankgas te geven, maar we zitten als siamezen aan elkaar en we komen er niet uit, maar dan doen ze iets dat ik niet zag een komen.
Ze laten beiden los en remmen af en zo kunnen wij weer door rijden zonder hun, maar als het te laat is zie ik dat de auto's voor ons remmen en zo rijden we enorm hard er tegen aan en als we toch uit komen met schaafwonden rij ik naar achter, maar de éne zwarte BMW rijt ons naar de betonnen kant en laat ons zo er tegen botsen en alles word voor de zoveelste keer weer zwart.
Ik open mijn ogen voor een moment weer en zie hoe Caleb in de auto licht en zijn hoofd geeft het glas geraakt, want je ziet een vorm van iets dat tegen de ruit ging en ik lig uit de auto. Op de harde betonnen grond en zie hoe de mannen uit de auto's stappen en één naar mij toe komt en ik hoor hoe de jongeman aan mijn bed in het ziekenhuis weer iets in mijn oor fluistert.
"Ik zij toch dat we je kwamen halen en je naar huis brachten! Alleen dank zij jou moest het op de harde manier!" fluistert hij weer en pakt me dan op en ik zie hoe zijn gezicht me doet denken aan mijn moeder en dan vallen mijn ogen weer neer.
Ik kom wakker van iemand die me in mijn maag slaat en zie dan dat we in een donkere kamer zijn met allerlei mannen rond ons aan elke ruit en deur in deze ruimte en ik zit vast aan een paal met mijn armen er rond en op mijn knieën en Caleb zit ook aan een paal vast en zit in de zelfde houding, als ik maar is nog bewusteloos.
Het lootje valt bij me als ik de mannen één voor één aan kijk en herken en dan komt de kamer me ook bekend voor en nu doe ik iets dat ik niet mocht doen en heb geleerd, dat ik nooit mocht doen, maar door de Caleb vergat ik dat en keek er niet meer naar.
Dit is de kamer waar ik altijd gemarteld werd door mijn vader of anderen en soms trainde voor dingen en ik zie nog dat er deuken of zelfs bloed plekken op de grond zitten die niet meer weg gaan en van mij waren en ik moet er bijna van spugen, als ik terug denk aan die tijd en ik open mijn ogen wijd en doe ze dan weer normaal en dat had ik beter niet moeten doen.
"Je herkent de kamer, is het niet?"
"Hoe kan ik deze kamer vergeten dan?" zeg ik normaal en hou me weer neutraal als anders en laat geen emotie zien.
"Ik zie dat je verandert bent en sommige dingen weer direct aan leert?"
"Die dingen kan ik nooit vergeten!"
"Je bent wen een schone vrouw geworden Angel en aan je naam ken je het al horen!"
"Wel ironisch dat ik Angel noem, maar opgevoed ben door de wereld maffia baas, als een koelbloedig monster!"
"Moet je anders niet eens je vader zien, dan kan hij zien hoe mooi je bent uit gegroeid?"
"Die man noem ik mijn vader niets eens meer!" spuug ik er uit en spuug zelfs op de grond van zijn naam.
"Wel, wel! Zo kan je toch niet over je eigen vader spreken!" zegt mijn vader en komt uit de schaduwen stappen en komt op me af stappen en knielt voor me neer en kijkt me dan van top tot één aan.
Nu ben ik niet blij dat ik die kleren had aangedaan van in het ziekenhuis.
"Die kleren waren van jou!"
"Jij bent wel snel, vergeleken met vroeger om dingen te ontdekken!"
"Ik verander!"
"Terwijl jij kan niet zulke dingen tegen je dochter doen! Ik was je eerste kind en eerste dochter en dan doe je dit bij je kinderen!"
"Wel je hebt deels gelijk!"
"Hoe bedoel je?"
"Kom eens hier Bratt!" zegt mijn vader en de jongen die naast Caleb stond kwam naar mijn vader en stond nu naast hem en keek recht opstaand neer naar mij.
"Jij! Dat kan niet! Hoe kan dat mijn broer zijn?"
Sorry dat ik gisteren niet geupdate heb, maar nu heb je een cliffhanger waar er direct en vervolg op is;) Gisteren was ik weg met vrienden en in de avond heb ik met mijn zus iets gedaan dus was ik het helemaal uit het oog verloren, maar dat betekend dat er vandaag wel twee updates zijn:)
JE LEEST
Bad Boy & Good Girl Secret (Voltooid)
Novela Juvenil(-dagelijkse update-) Angel is een gewoon meisje op school, die eerder langs de zijkant staat. Samen met haar vriendinnen zit ze in haar laatste jaar op school. Vorig jaar was er een nieuwe jongen aan gekomen, die Caleb heette. Na een jaar had hij a...