7 (zes maanden eerder)

36 1 1
                                    

Dágrun Bokráli.

Het grootste en indrukwekkendste bouwsel uit de geschiedenis van Atlantis. Een brug, die zich tweehonderdvijftig schreden hoog verhief, vijftig schreden breed was, en zich ruim vijftigduizend schreden boven de woelige zee uitstrekte vanaf Nióna Eldáni, het Elfeneiland, tot aan Nióna Mordáni, het Dwergeneiland, de woonplaatsen van de gemeenschappelijke bouwers van de brug. Het bouwsel dateerde uit een tijd dat de elfen en de dwergen nog in vrede naast elkaar leefden en handel dreven via deze brug. De dwergen haalden edelstenen uit de grond en de elfen bewerkten die tot juwelen. Alhoewel de spanningen tussen de twee rassen begonnen op te lopen, bleef hun handelsverdrag standhouden tot het jaar 148 van de Eerste Era.

Toen brak de Eerste Cinddirische Oorlog uit, waarin beide partijen elkaars grondgebied probeerden te veroveren. Het keizerrijk Astáni in Zuid-Cinddir en het Schiereiland, Nióna Xhigíshi, schaarden zich achter de dwergen, omdat ze diens staalnijverheid en wapens nodig hadden. Noord-Atlantis, dat grotendeels door elfen wordt bewoond, steunde natuurlijk zijn rasgenoten.

De oorlog verliep grotendeels in kleine gevechten en guerilla-acties, tot op een dag de troepen elk aan hun kant van de Dágrun Bokráli stonden, klaar voor een grootschalige invasie. De veldslag die volgde duurde twee dagen en kostte het leven aan anderhalf miljoen elfen, dwergen, mensen, orks en kobolds (11% van de bevolking van Cinddir). Na afloop waren beide partijen zo geschokt door het zware geweld dat ze besloten om de oorlog stop te zetten. Via diplomatieke weg kwamen ze tot de overeenkomst dat ze elk op hun eiland zouden blijven en hoogstens vijftig gewapende soldaten mogen zich op elkaars terrein begeven. De nieuwe vrede tussen dwergen en elfen luidde het begin van de Tweede Era in. Sindsdien hebben de dwergen de brug Dágrun Bokráli gedoopt. In het Thyrr wordt dat vertaald als 'Brug van het Bloedbad', maar de elfen zeggen dat dat een slechte weergave is van al de afkeer die de dwergen in die twee woorden hadden gelegd.

De Dágrun Bokráli was het oudste bouwwerk uit de geschiedenis van Atlantis, en de goden hadden beslist om er hun hoofdkwartier te vestigen, meerbepaald op de grote toren die het midden van de brug aanduidde. Het was ook het eerste bouwwerk dat door middel van magie tegen verwering doorheen de tijd was beschermd. En het was ook de eindbestemming van een reis die niet zonder slag of stoot was verlopen.

Ik ontwaakte uit mijn dagdroom toen ik een tik tegen mijn rug kreeg. Gaan we nog, of ben je in slaap gevallen?

Nindal, mijn trouwe vriend. Al meer dan tweehonderd jaar waren we vrienden, sinds hij als klein draakje uit Hallas, het drakenrijk, was gezet. Ik had hem toen opgevangen in Asgílin, dat toen nog de kleinste en dunstbevolkte stad van het Hemelrijk was. Sindsdien had ik meerdere malen gevraagd om zijn levensrecht van de Drakenkoning te mogen overnemen, maar helaas: Lealon hield voet bij stuk. Nindal haatte zijn heerser echter hard genoeg om zijn eed van trouw af te zweren en met andere woorden een Anarchist te worden, iemand wiens ziel met geen enkel rijk was verbonden. Hij was nog steeds geen burger van het Hemelrijk, maar zijn situatie was toch al beter dan vroeger.

Nindal was een waterdraak. Dat wil zeggen dat zijn fysiek nogal weg had van een kruising tussen een panter en een paard: een slank, kort lichaam en lange gespierde poten. Zijn kop en huidskleur leken allebei sterk op die van een panter en zijn staart was langer dan zijn lijf en zo dik als mijn bovenbeen. Zijn lengte van hoofd tot puntje van de staart kwam daarmee op een totaal van om en bij de lengte van twee volwassen mannen, ongeveer vier schreden. Zijn vleugels waren relatief groot (een spanwijdte van zeven schreden) maar makkelijk op te vouwen.

Waar zit je zo naar te staren? Heb ik soms iets van je aan? grapte de draak. Ik glimlachte flauwtjes: deze mop had ik al veel gehoord de laatste paar dagen, omdat ik wel degelijk iets van hem aanhad. Zijn vleugels, om precies te zijn. Nindal had urenlang moeten stilzitten terwijl ik de vleugels zo realistisch mogelijk had nagemaakt. Natuurlijk waren ze niet zo groot, slechts vier schreden, omdat ze op mijn menselijke rug moesten passen, maar met wat extra magie konden ze mijn gewicht makkelijk dragen.

Hemelkoning deel 1: De Leerling (on hold)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu