12

5 0 0
                                    

De acht mannen zaten aan een ronde tafel. Geen van hen praatte of bewoog, allemaal waren ze te diep in hun eigen gedachten verzonken. Ze hadden slechts twee dingen gemeen. Ten eerste waren het allemaal mensen, tussen de één meter vijftig en de een meter negentig, met gewone armen en benen. Ten tweede waren ze geen van allen van deze wereld afkomstig.

De ruimte waarin ze zaten had geen ramen; het weinige schemerige licht was afkomstig van fakkels die aan de zuilen van de gaanderij hingen aan de rand van de zaal. De ronde tafel stond in het midden, en was helemaal leeg.

In de ruimte hing er een niet te beschrijven sfeer. Geen angst, geen verwachting, ook geen woede of vijandschap. Als er een vogel in de zaal zou zijn geweest, zou hij zijn gestopt met zingen. En als er een kind zou zijn geweest, zou het stil tegen een zuil aan zijn gaan leunen en nieuwsgierig naar de acht mannen zijn gaan kijken. Maar die waren er geen van beide, dus bleef de vreemde stilte als sluimerende mist hangen over de acht mannen in hun mysterieuze zaal.

Plotseling verscheen er een klein zwart wolkje ongeveer een schrede boven het midden van de tafel. In enkele tellen breidde het wolkje zich uit tot het silhouet van een mens, waarna ook de kleuren van een man zich over de oppervlakte van de gaswolk verspreidden. De man was groot, meer dan een meter negentig, en zijn uiterlijk had de strenge en officiële rechte hoeken van een belangrijke edelman, misschien zelfs een koning. Dat uiterlijk liet uitschemeren dat hij de leider was en dat je beter niet met hem kon spotten, ook al lag er op dit moment een uitdrukking van kinderlijke verbaasdheid op zijn gezicht. Hij keek even om zich heen, naar de acht mannen die hem verwachtingsvol aankeken, en realiseerde zich toen dat hij op een tafel stond.

‘O, oeps’, liet hij zich ontvallen, waarmee hij de stilte die in de zaal hing bruut aan diggelen sloeg, en liep naar de lege stoel die voor hem was voorzien.

Met de verschijning van hun leider kwamen de acht mannen plots tot leven. Ze verzetten zich in hun stoelen, groetten de nieuwkomer en schraapten hun keel. Toen de man was gaan zitten, zweeg iedereen even, tot een magere man met lang grijs haar en doordringende groene ogen het woord nam.

‘Goed. Nu Tárhain aanwezig is, kunnen we beginnen. Eerst en vooral wil ik hem bedanken voor zijn gastvrijheid. Daarna zou ik willen vragen wat hem heeft opgehouden, aangezien sommigen van ons nogal weinig tijd hebben.’ Zijn blik liet uitschijnen dat hij diegene was die het wachten niet zo op prijs stelde.

Alle ogen richtten zich op Tárhain, die even kuchte. ‘Och, niets levensbedreigend, Ereth. Er kwam iemand in de zaal met relieken. Ik zag het net op tijd, en ik besloot dat jullie wel even konden wachten.’ Toen hij de gezichten zag die hem aankeken voegde hij eraan toe: ‘Die jongen was een professionele dief. Stel je voor dat hij een van de relieken had meegenomen om te verkopen. Het zou bijna onmogelijk zijn om het terug te vinden. En jullie weten net zo goed als ik wat we zonder de relieken zijn.’

Nu keken de gezichten hem begrijpend aan. Een enorme gespierde man met blond haar en een ruige baard en snor boog zich naar voren en vroeg: ‘Wie was het, Tárhain?’

De aangesprokene was duidelijk blij dat iemand hem die vraag stelde. ‘Goede vraag, Grtak, goede vraag. Jullie zullen hem allemaal kennen.’ Hij wachtte even om nog meer effect te sorteren. ‘Het was Dunári.’

Het was ongelooflijk hoeveel hetze een naam kan veroorzaken. Acht mannen sprongen recht, acht stoelen vielen op de grond, iedereen begon door elkaar te schreeuwen. Enkel Tárhain bleef zitten, genietend van de opwinding die hij had gecreëerd, de vele gelukwensen en vragen van de anderen negerend.

Het duurde een tijdje voor de storm aan vragen was gaan liggen en iedereen genoeg gekalmeerd was om terug op zijn stoel te gaan zitten. Tárhain wachtte tot het stil was voor hij verderging. ‘Inderdaad, ik heb hem te pakken gekregen, ik heb hem zelfs al onderzocht. Hij heeft echt geen flauw idee van de macht die hem is gegeven.’

Hemelkoning deel 1: De Leerling (on hold)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu