De laatste paar dagen voor de Proef gebeurde er vrij weinig in het paleis, buiten het feit dat ik serieus begon te stressen. Dat uitte zich niet in trillen of slap zijn, want ik was een van die weinige personen die niet beginnen te trillen als ze zenuwachtig worden, maar vooral in slapeloosheid, en dat was nog veel erger. De eetzaal was namelijk maar een uur per maaltijd open. Als ik dus 's avonds niet in slaap raakte en 's ochtends niet op tijd wakker werd voor het ontbijt, moest ik tot de middag wachten voor ik kon eten. Ik was het wel gewend om mijn ontbijt over te slaan, maar de laatste tijd was het maar zelden gebeurd dat ik 's morgens geen eten had, en dus was ik een comfortzone binnengegaan die nieuw voor me was. En het pikte nogal om eruit te komen.
Tegen de tijd dat de laatste week voor de Proef was aangebroken, waren er nog maar drie dingen die ik kon opbrengen te doen: rondlopen in het paleis, lezen in het spreukenboek en zwaardoefeningen doen. Dat laatste ging niet in mijn eentje natuurlijk, maar tot mijn eigen verrassing was een IJzeren Man tijdens mijn tweede training naar me toe gekomen met de mededeling dat hij door de Hemelkoning tot mijn beschikking was gesteld en dat hij alles zou doen wat ik hem opdroeg (zolang het redelijk bleef). Hij leerde me niet verder zwaardvechten, maar hij was bereid mee te oefenen.
En dus hakte ik drie keer per dag twintig minuten lang op een IJzeren Man in. Hoewel hij me geen nieuwe dingen bijbracht, leerde ik een hoop nieuwe aanvallen en verdedigingen door zijn gedrag te imiteren. Langzamerhand werd ik goed genoeg om de eerste paar slagen van een ervaren vechter te overleven.
Voor de zekerheid had ik besloten met echte zwaarden te oefenen. Toen ik met geopend zwaard naar de zaal kwam waar we trainden (ik wilde het wachtwoord niet uitspreken waar de IJzeren Man bij was) toonde de Man geen enkele reactie, maar ik wist zeker dat hij onmiddellijk een bericht naar de Hemelkoning zond om te zeggen dat ik een stalen zwaard had, dat IJzeren Mannen kon doden. Ondanks dat laatste trainde hij gewoon mee. IJzeren Mannen zijn niet bang voor de dood.
Aangezien ik niet zo'n goede conditie had, duurde de training meestal een kwartier tot twintig minuten. De rest van de dag liep ik rond, werkte ik aan mijn conditie of las ik in het spreukenboek. Ik had een lijstje gemaakt van interessante spreuken, maar het van buiten leren kostte me nogal wat moeite. Aangezien alles was geschreven in een onbekende taal, moest ik aan de IJzeren Man vragen om het eens voor te lezen (in stukjes natuurlijk, anders trad de bezwering in werking). Daarna schreef ik het erbij in de fonetische schrijfwijze en probeerde ik de spreuken van buiten te leren. Tot nu toe kende ik er nog maar één: een spreuk die twee voorwerpen met een touw aan elkaar verbond. Er hoorde nog een spreuk bij die het touw onzichtbaar maakte, maar die kende ik nog maar half. Het zag er naar uit dat ik het lijstje nooit op tijd van buiten zou kennen, dus besloot ik om mijn pogingen op te geven en de lijst gewoon mee te nemen naar de Proef.
Zes dagen voor de Proef stelde ik me plotseling een vraag die ik jarenlang had onderdrukt. Ik ben namelijk van nature iemand die zich bij de dingen neerlegt en geen vragen stelt. Maar toch kwam ineens de drang bij me op om te weten wie de vorige eigenaar van mijn zwaard was. Aangezien hij waarschijnlijk een broeder van de IJzeren Orde was geweest, was de kans groot dat iemand hier wist wie hij was en waarom hij werd opgepakt. Ik besloot het aan mijn privé-IJzeren Man te vragen.
De Man keek me enkele seconden zwijgend aan - waarschijnlijk vroeg hij telepathisch toestemming aan zijn meerderen - en gebaarde toen dat ik hem heer zwaard moest geven.
Bijna een volledige minuut verstreek terwijl de IJzeren Man het zwaard langzaam ronddraaide in zijn handen. Af en toe mompelde hij iets, maar de woorden werden zo door zijn metalige stem vervormd dat ik hem niet verstond.
Plotseling stak hij het zwaard omhoog en zei luid: ‘Mango!’ Onmiddellijk klapte het zwaard uit met dat typische sjlong. De IJzeren Man keek van het zwaard naar mij en terug met rood oplichtende ogen.
JE LEEST
Hemelkoning deel 1: De Leerling (on hold)
FantasyNíhran is vijftien jaar en leeft als straatdief in Róhilin, de vliegende stad. Omdat zijn leven hem niets dan armoede te bieden heeft, besluit hij zich kandidaat te stellen om Broeder van de IJzeren Orde te worden, het elitekorps dat tot de directe...