TWAALF

76 12 7
                                    

Riven
Ik heb het gevoel dat ik in rondjes loop. Ik heb niks anders dan bomen en struiken gezien. Hoe verder ik loop, hoe donkerder het bos wordt. Bij elke stap die ik zet kraken er wel wat takken of dennenappels die op de grond liggen. Ik hoor een kort geschreeuw en daarna is het weer doodstil. Mijn adem trilt net als mijn handen. Weer hoor ik geschreeuw. Deze keer ga ik er op af. Ik ren zo snel als ik kan. Snakkend naar adem stop ik even. Ik moet echt mijn conditie bijwerken! Ik laat een diepe zucht en kijk rond. Ik zie iemand weg rennen tussen de bomen. Ik ren de richting uit van waar ik de persoon zag. Ik zie een man op de grond liggen in een grote plas bloed. Zijn zwaard ligt iets verder. Ik pak het zwaard op en zwaai er even mee. Het is niet al te zwaar en handig om mee te vechten. Ik haal de riem van de man en doe hem zelf om en steek tenslotte het zwaard in zijn houder.
'Het spijt me.' Mompel ik zacht tegen het lijk van de man. Ik kijk naar hem en frons mijn wenkbrauwen. Ik kan hem niet zo laten liggen. Ik leg hem op zijn rug en zijn handen liggen op zijn buik. Ik zoek wat bloemen en vind een paar witte madeliefjes. Ik kniel voor hem en buig mijn hoofd.
'Rust in vrede.' Zeg ik zacht. Na een korte stilte zicht ik en zet ik mezelf weer recht. Ik klop de aarde van mijn legging. Ik kijk weer op en zie iemand leunen tegen een boom.
'Je geeft om je volk, niet?' Vraagt Gin die plots voor me staat. Mijn ogen worden groot.
'Ik heb geen idee waar je het over hebt.' Zeg ik zenuwachtig.
'Eerst had ik het niet door. Maar je ogen en je haarkleur hebben je verraden. Prinses.' Ik friemel aan mijn korte haren en bijt op mijn lip. Voor ik naar hier kwam heb ik mijn lange roodroze lokken afgeknipt en achtergelaten samen met een brief. Mijn ouders, de koning en koningin, wouden dat ik met een prins van een rijk waarmee ze bevriend zijn zou trouwen. Ik heb hem ooit eens ontmoet en het klikte wel maar ik voel niks voor hem.
'Waarom heb je dat zwaard gepakt? Kan je er mee vechten?' Zo veel vragen die hij stelt. Mijn broer heeft me aardig wat geleerd. Ik kan al werken met pijl en boog en met een zwaard. Zelf heb ik veel onderzoek gedaan naar mythische wapens, waaronder de boog van eeuwig ijs. Die boog gemengd met nen is het krachtigste wapen op de aarde. Er is maar een zo een boog in de hele wereld, speciaal gemaakt voor iemand die ijs en water kan manipuleren. Er zijn ook twee kapmessen gemaakt uit eeuwig vuur. Dat wapen is speciaal voor iemand die vuur kan manipuleren. Geruchten gaan dat de twee wapens, samen met nog drie andere mythische wapens, behoren bij de vijf Shimizuto zussen. Maar dat kan niet want Akali is geen Assasin.
'Ja, ik kan prima werken met wapens.' Zeg ik lichtjes beledigd.
'Val me dan aan.' Zegt hij uitdagend. Ik kijk hem mat grote ogen aan.
'Ik val geen vrienden aan.' Zegt ik terwijl ik mijn hoofd schud. Hij haalt zijn schouders op. In een milliseconde staat hij naast mij met een mesje tegen mijn keel.
'Ik kan je zo doden als ik dat wil.' Zegt hij in mijn oor. Ik voel zijn adem op mijn nek en slik maar hou me sterk. Mijn handen trillen een beetje. Zo snel als ik kan pak ik zijn arm waarmee hij het mes vast houd vast en klem die achter zijn rug. Ik pak het zwaard en houd die op mijn beurt tegen zijn keel.
'Ik kan dat nu ook.' Zeg ik in zijn oor. Hij grinnikt en ontspan zijn spieren.
'Voor een prinses ben je goed in vechten, weet je dat?' Ik grinnik en laat hem los.
'Dankje. Haru, mijn broer, heeft mij de basis geleerd.' Zeg ik trots. Hij knikt.
'Als ik mag wil ik je zeer graag meer vecht- en verdedig technieken leren.' Ik kijk hem dankbaar aan en knik.
'Dat zou fijn zijn.' Zeg ik let een lach.

HuntersWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu