ZESTIEN

65 9 3
                                    

Ik pak mijn heuptas in en klik hem vast rond mijn heup. Met een serieuze blik kijk ik naar Esrael en knik. Vandaag is de dag dat ze ons komen ophalen. We moeten voordat de avond valt in het "Whale Hotel" zijn.
'Klaar?' Vraagt hij terwijl hij naast me komt staan. Ik geef een knikje als antwoord. Ook al is het eerste examen ten einde, ik ben nog steeds op mijn hoede. We stappen op ons gemak via het lange gras. Ik knijp in mijn boog wanneer ik een duidelijke aanwezigheid voel van een persoon. Al snel voel ik iets dreigends naderen maar dat gevoel vaagt weg juist op het moment wanneer ik hem voel. Toch voel ik dat er iets niet klopt, er is een stoornis dat mijn connectie met de aura's verstoort.
'Esrael, blijf op je hoede. Er is hier iemand sterk.' Waarschuw ik hem. Hij kijkt naar me en knikt. Hij pakt zijn wapen en staat al klaar. Ik hoor wat ritselen van mijn linker kant, waar Esrael het dichtste bij staat. Plots springt een persoon met blauw haar tevoorschijn. Met een reflex schiet ik een pijl af en ga ik voor Esrael staan. De persoon voor ons heeft mijn pijl gevangen.
'Woow! Woow, geen zorgen. "Ik kom in vrede".' Ik laat mijn boog zakken. En kijk naar het schaarsgeklede meisje. Haar linker bovenarm is vol getatoeëerd met blauwe wolken en zelfs op haar middel staan er een paar. Ze heeft lang blauw haar dat in twee vlechten is gevlochten. Haar twee magenta ogen kijken me aan. Ze heeft een vrij wazige blik maar toch lijkt ze vrij helder. Ze heeft twee wapens bij zich. Een bazooka dat veel op een haai lijkt en een automatisch geweer met twee katten oortjes aan. Zij is de definitie van gestoord. Ze steekt haar hand uit en kijkt me met een brede glimlach aan.
'Yuri is de naam. En wie ben jij?' Ik kijk bedenkelijk naar haar hand en pak hem twijfelend aan.
'Akali...' Zeg ik denkend. Dan kijkt ze lief naar Esrael en vraagt ook hoe hij heet.
'Esrael? Leuke naam.' Zegt ze wanneer hij zich voorstelde. Hij krabt zijn achterhoofd en bloost een beetje. Ik knijp mijn ogen tot spleetjes en bekijk haar aandachtig. Mijn gevoel vertelt mij haar niet te vertrouwen.
'We moeten wel opschieten als we niet ui het examen willen liggen.' Zeg ik tegen Esrael. De blauwharige springt en klapt in haar handen.
'Yay! Nog mensen van het examen.' Ze kijkt naar haar bazooka dat op haar schouder leunt. 'Misschien wel nieuwe vrienden.' Voegt ze er mompelend aan toe. Heeft ze nu net tegen haar wapen gesproken? Ik kan me niet ook niet echt herinneren dat ze werd afgeroepen.

Ik loop zwijgend op kop terwijl Yuri en Esrael diep in een gesprek zitten. Ze lachen plots luid over iets. Ik baal mijn vuist maar probeer te kalmeren. Ik sta even stil en adem diep in en uit. Daarna loop ik gewoon weer verder. Ze merken het niet en praten gewoon verder. Ik duw een struik opzij en zie een stenen weg. Ik kijk naar rechts en zie de haven staan. Ik zie een roodharig meisje en een langere zwart harige jongen.
'Gin! Riven!' Roep ik terwijl ik naar hen toe loop. Riven kijkt verrast in mijn richting en loopt ook naar me toe wanneer ze me ziet.
'Ik heb je zo erg gemist!' Zegt ze na onze knuffel.
'Ik jou ook! Ik ben blij dat we het alle vier hebben gehaald.' Zeg ik blij. Gin komt ook bij ons staan en kijkt over mijn schouder heen. Daarna kijkt hij me met een frons aan.
'Wie is dat blauwharig meisje bij Esrael?' Vraagt hij. Mijn vrolijke stemming slaat meteen om. Geïrriteerd antwoord ik hem.
'Yuri, iemand die we zijn tegengekomen onderweg naar hier.' Zeg ik zonder enig oogcontact te maken. Uiteindelijk komen de twee slenteraars bij ons staan. We geven onze batch af aan de opdrachtgever en gaan naar het hotel.

Ik en Riven stappen achter de groep terwijl Esrael, Yuri en Gin iets verder voorop lopen.
'Akali, is er iets?' Vraagt Riven bezorgd. Ik kijk haar aan en schud mijn hoofd.
'Nee hoor, er is niks.' Zeg ik en glimlach even naar haar. Ze kijkt naar de grond en dan plots aar voren.
'Ik vertrouw die Yuri niet.' Zegt ze plots. Ik kijk op en kijk naar het blauwharige meisje dat nog geen enkele seconde van Esrael zijn zijde is geweken.
'Ik ook niet.' Zeg ik haatvol. Op het moment dat ik dat zei draaide ze zich even om en keek me met een lege blik aan. Haar magenta ogen doorboren mijn ziel en even sta ik genageld op de grond. Mijn ademhaling gaat sneller en de haren op mijn armen staan recht.
'Akali? Gaat het? Je ziet wat bleekjes.' Vraagt Riven lichtjes bezorgd. Mijn blik lost die van Yuri en ik kijk recht in Riven haar violetkleurige ogen. Ik tril lichtjes en pak Riven haar schouder val voordat ik door mijn benen zak. Ik voel me zwak en heb het gevoel dat ik ieder moment kan flauwvallen.
'Akali!' Roept Riven wanneer ik op de grond val. Alles voor me ziet zwart. Ik hoor stemmen mompelen en iemand raapt me van de grond.

HuntersWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu