Hoofdstuk 20 - Femke

290 24 3
                                    

Femkes POV

Zachtjes klopte ik op de lichtgroene deur van kamer 211 C. Ik staarde even naar het kamernummer en verwonderde me plots waar in hemelsnaam die C voor stond. Langzaam ging ik de kamer binnen. De machine naast Robins bed maakte nog steeds die regelmatige toon van een hartslag, zijn hartslag. Alle slangetjes in en uit zijn lichaam waren nog allemaal hetzelfde. Hij lag er nog exact zoals de dag er voor. Met zijn ogen gesloten, zijn handen naast zijn lichaam en de deken tot op half zijn borst. Maar tot mijn verbazing was er wel iets anders in de kamer. De stoel naast het bed was bezet door een man van middelbare leeftijd. Met waterige ogen keek hij Robin aan. Hij keek op. "Hey," bracht ik zacht en langzaam uit. Een kort, maar krachtig knikje kreeg ik terug. Hij wreef even in zijn handen die hij samen had genomen met zijn ellebogen steunend op zijn knieën. Zijn schouders waren een beetje naar voren gebogen. Ik vond dit een zeer gênante situatie, maar ik probeerde daar niets van te laten merken. Ik stond naast Robins bed, aan de andere kant ten opzichte vanwaar de man zat. Ik keek Robin aan en nam zijn hand vast. Met mijn duim wreef ik over de palm van zijn hand. Ik zuchtte eens terwijl ik hem aanstaarde. Ik liet zijn hand weer los en leunde tegen de muur achter mij. De man keek me aan. "Ben jij..?" vroeg hij met een zeer hese stem. Hij kuchte eens. "Ben jij Femke?" maakte hij zijn vraag af. Verwonderd keek ik hem aan. "Jij hebt geen idee wie ik ben, neem ik aan?" vroeg hij op een zakelijke toon, maar toch was de emotie nog ergens te bespeuren. "Ik zou inderdaad niet weten wie u bent," antwoordde ik beleefd. "Albert Verhaegen," stelde hij zichzelf voor. "Verhaegen?" herhaalde ik zijn achternaam alsof ik zijn echo was. "Verhaegen, inderdaad. Ik ben Robins vader," antwoordde hij voor ik een deftige vraag kon stellen. "Femke Van Acker," stelde ik mezelf voor. "Zijn partner?" vroeg hij. Hij leek duidelijk op de hoogte van alles. Ik knikte. "Wat is er juist gebeurd?" vroeg hij. "Euhm.." ik kuchte eens en keek de kamer rond. "Een ongeluk tijdens een interventie," gaf ik de feiten een andere wending. "Oh.." leek hij een beetje verrast. "Ben je zeker?" vroeg hij. Ik snapte niet wat hij bedoelde en ik moet hem dan ook wel met een zeer bedenkelijke blik hebben aangestaard. "Ik bedoel... Je mag mij ook het echte verhaal vertellen, want ik heb zo'n gevoel dat het geen ongeluk tijdens een interventie was," beantwoordde hij mijn bedenkelijke blik. Ik wou vragen hoe hij dat wist, maar ook deze vraag werd beantwoord voor ik hem kon stellen. "Ik ben psychiater," legde hij uit. Ik knikte kort, als teken dat ik het begreep. Het feit dat hij psychiater was, verklaarde wel waarom hij aan mijn houding zag of vermoedde dat ik de waarheid niet verteld had. Ik beet even op mijn lip terwijl ik naar de andere kant van de kamer keek. "Het is gewoon..." wilde ik aan mijn uitleg beginnen, maar ik schoot meteen weer in tranen. "Kom," zei hij en stond recht van de stoel. "Zet je even," bood hij me aan en wees naar de stoel. Ik kwam los van de muur en wandelde naar de andere kant van het bed. Ik plaatste me, zoals hij had aangeboden, op de stoel. Hij zette zich half op het voeteinde van het ziekenhuisbed. "Wil je het vertellen?" vroeg hij. Ik knikte. "Maar..." Ik twijfelde. "Ik weet niet waar te beginnen." Hij haalde zijn schouders op. "Waar jij wil," zei hij er bij. Ik aarzelde nog even, maar begon al snel met vertellen. "Ik voel me schuldig," begon ik. "Schuldig?" vroeg hij. "Ja, schuldig voor wat er met Robin gebeurd is," antwoordde ik. "Maar Femke," ging Albert er op in, "jij hebt dit toch niet aangericht?" "Nee, dat is waar, ík heb Robin niet neergeschoten, maar ik voel me wel enigszins verantwoordelijk. Robin is niet door mij neergeschoten, maar wel om wille van mij. Omdat hij van me houdt." Ik zuchtte even en keek Robin aan. Ik had het vermoeden, dat later nog bleek te kloppen ook, dat Albert al wist van Robin zijn gevoelens voor mij. "Femke, wat er ook gebeurd mag zijn en waarom ook- Ik geloof dat jij hier geen schuld aan hebt, dus hoef jij je hier ook niet schuldig over te voelen en alles komt echt wel in orde met Robin, geloof me maar," stelde hij mij gerust. Met een pietluttig glimlachje keek ik hem aan. "Dankje," fluisterde ik. "Femke.." zei hij zacht. Hij legde zijn hand op mijn schouder. "Je hoeft mij niet te bedanken," zei hij. "Robin zou hetzelfde zeggen," voegde hij er aan toe. Ik knikte zachtjes en veegde een traan van mijn wang. Ik wist dat hij gelijk had, Robin zou dat ook zeggen. "U heeft een fantastische zoon, weet u dat?" vroeg ik hem al huilend en snikkend. Hij knikte, wreef met zijn hand eens over mijn schouder en nam hem dan weer weg. "Dat weet ik maar al te goed," zei hij. Er viel een zekere stilte. Ik zat nog steeds te huilen en Albert zat me met een kleine glimlach rond zijn lippen aan te staren. "Je ziet hem graag hè?" vroeg hij plots. Ik schrok er van. Ik keek hem aan terwijl ik de tranen van mijn wangen bleef wrijven. Ik wist niet goed hoe en wat ik op die vraag moest antwoorden. Ik zuchtte eens en probeerde mijn ademhaling onder controle te krijgen zodat ik niet meer zo zat te snikken en ik normaal kon praten. "Vriendschappelijk, ja," antwoordde ik na een zekere stilte. Hij glimlachte eens kort. Hij wist het en hij wist dat ik het ook wist. Maar ik durfde het niet luidop te zeggen...

Bekennen of niet?Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu