Hoofdstuk 9 - Femke

432 26 2
                                    

Femkes POV

Verschrikt schoot ik recht. Er was een hels luid gedreun op de deur. "Opstaan!!" werd er geroepen door een man met zware stem. Een zucht verliet mijn lichaam. We moesten máár opstaan. Ik keek naar Robin. Die lag nog diep te slapen. Het is me nog steeds een raadsel hoe hij dat niet gehoord had. "Robin!" riep ik. Geen reactie. "Robin!!" Ik probeerde nogmaals, luider dit keer. "Sssst," fluisterde hij alsof hij een kater had, "het is hier trouwens André." Hij draaide zich om en trok de deken nog wat verder over zich heen. "Heb je dan niet gehoord dat we moeten opstaan?" vroeg ik lichtjes geïrriteerd. "Ja, ja," antwoordde hij, maar ik vroeg me af of hij enigszins wel gehoord had wat ik gevraagd had. "Robin!!" riep ik voor een derde keer en gaf hem een stomp tegen zijn schouder. "Ja!!" riep hij terug. Hij opende eindelijk eens zijn ogen en verwonderd staarde hij me aan. "Eh?" vroeg ik. Hij glimlachte. "Jij bent opgewekt zo vroeg in de morgen?" lachte Robin. Ik zuchtte en rolde eens met mijn ogen. Opeens vloog de deur open. Geschrokken als een angst haast, staarde ik naar de man die met de deurklink nog in zijn hand in de deuropening stond. "Oh," bracht hij uit. Geschrokken staarde ik hem aan en Robin had het gehele deken over zich heen getrokken. "Sorry, ik had eerst moeten kloppen." Het was de jongeman die ons de dag ervoor een rondleiding had gegeven. Timothy was zijn naam. "Jullie worden zo dadelijk verwacht in de centrale hal," zei hij een beetje gegeneerd. Ik knikte en hij verliet de kamer weer. "Is hij weg?" vroeg Robin die alleen zijn oogjes boven het deken uitstak. Ik moest er om lachen, het was schattig. Toen hij door had dat Timothy weg was, sloeg hij het deken van zich af. Hij kreeg rode wangetjes en duidelijk niet van de warmte, want het was daar vrij koud. Ik kroop uit bed en liep de kamer rond. Ik kruiste mijn armen over mijn borstkas en wreef met mijn handen over mijn schouders. Het was er ijskoud. Gelukkig had ik van Robin een extra sweater kunnen krijgen. Er scheen heel wat licht binnen en dat licht gaf prijs wat het donker voor ons verborgen had gehouden. Er was een klein keukentje, een bank die nog beter zou dienen op het stort dan in een kamertje als dat. Ik liep nog wat verder en ik kwam uit op een deurtje. De scharnieren piepten. Erachter bevond zich een badkamertje. Onverwacht zeer proper, of ja, het had in ieder geval zoveel erger kunnen zijn. Ik kwam het badkamertje weer uit en liep ditmaal naar de bank. Ik naam geen plaats, maar keek rond. Er stond een televisie een paar meter verwijderd van de bank. Het was een oud exemplaar. Eentje dat werkte op antenne. Ik verwonderde me of hij nog wel ontvangst had. Een lichtflits haalde me uit mijn gedachten. "Ah, we hebben hier licht," merkte Robin op en duwde een aantal keer op de schakelaar. "Subiet is het al kapot," lachte ik. Robin haalde zijn schouders op. Het licht liet merken dat het kamertje niet al te recent was. Op bepaalde plekjes hing er geen behang meer, overal hing er wel een stofpluk en het keukentje, was in tegenstelling tot de badkamer, niet echt onderhouden. Een rilling ging over mijn lichaam toen ik mijn ogen nog eens heel de kamer rond liet gaan. "Femke?" vroeg Robin. "Angelica," verbeterde ik hem. "Angelica, ze verwachten ons." Een subtiele hint dat ik me moest klaarmaken.

"Vandaag gaan jullie dus observeren." Gregoire had het woord. "Luc, Martijn en Ferdinand." Hij liep naar de drie andere gasten die ook in de centrale hal stonden. "Bewijs jullie!" zei hij met kille stem. "Of... Je weet wat er anders gebeurt..." ging hij door. Eén van de mannen slikte, de ander deed het bijna in zijn broek en de derde toonde niets van emotie. Ik had het vermoeden dat ze hier niet vrijwillig en zonder reden waren. "En jullie." Gregoire kwam op ons af. "André." Met een strakke blik keek hij naar Robin. Recht in zijn ogen. "Angelica." Nu keek hij met een strakke blik recht in mijn ogen. Robin greep mijn hand. In normale omstandigheden zou ik mijn hand weer terugtrekken, maar op dit moment was dit even wat ik nodig had. Hij verstrengelde zijn vingers in de mijne. Dit waren dan ook geen normale omstandigheden. "Je weet het." Hij richtte zich tot Robin. "Als zij ook maar één fout maakt..." Hij dreigde met zijn wijsvinger, maar liet zijn hand meteen weer zakken. "Zorg dat ik geen spijt krijg!!" riep hij. Ik zag hoe één van de andere mannen bijna zou gaan huilen. Wie waren zij? Wie was iedereen daar?

Bekennen of niet?Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu