Hoofdstuk 17 - Robin

281 20 8
                                    

Robins POV

"Tot straks dan?" vroeg Femke. "Tot straks," zei ik haar. Ze liep richting het onthaal, naar de ingang die tegelijk ook diende als uitgang. "Succes!" riep ik haar nog na. Ze wierp me nog een glimlachende blik toe voor ze echt het kantoor uit ging. Met een bedenkelijke blik staarde ik voor me uit. Mijn intuïtie vertelde me dat er iets niet klopte. Ik vertrouwde het niet.

Ik zuchtte en staarde naar mijn gsm die ik nog steeds in mijn handen had. Ik herinnerde me weer waarmee ik bezig was en antwoordde op Tinekes laatste snap. Ik trok een gekke foto met de hondjes filter en voegde tekst toe: precies dikke vriendjes?, schreef ik en verzond de snap. Ik sloot de app weer af en staarde voor me uit. Een heleboel vragen gingen door me heen: wat als Femke in de val gelokt zou zijn? Wat als iemand met slechte bedoelingen op haar wacht? Wat als er iets mis gaat? Meteen sprak ik mezelf weer tegen: ach, nee, Robin, er zal wel niets aan de hand zijn, hoogstwaarschijnlijk staat Jasper op haar te wachten, in een chique smoking en een ring in zijn handen, dan zal hij op zijn knieën gaan en... Bij die gedachte voelde ik mijn hart breken. Trouwens, ging ik verder in mijn gedachten, ik kan toch niet zo maar even langsgaan om te controleren dat alles in orde is? Femke zou dat vast achterdochtig vinden. Maar.. Wat dan als het toch iemand is met kwade bedoelingen? "Robin? Heb je ook nog pauze?" haalde een stem me weer terug naar de werkelijkheid. Het was Eric, die samen met Brigitte net was binnengekomen. Ze hadden verse broodjes bij. Uit Erics blik kon ik afleiden dat hij op een antwoord wachtte. Ik probeerde me te herinneren wat de vraag was. "Heb je pauze?" vroeg Brigitte opeens en ik herinnerde weer wat Eric zonet gevraagd had. "Euhm.. Nee," zei ik. Ze haalden hun schouders op en liepen naar de refter, terwijl ik recht stond en mijn jas van mijn stoel trok.

"Wat een hondenweer," zuchtte ik wanneer ik net buiten was. Ik wandelde in de richting van het park. Ik had zo'n vermoeden dat Femke de ingang aan de eenden vijver had genomen, dat is ook de dichtstbijzijnde, dus ik had me voorgenomen deze ingang te nemen. Ik wist niet wat Femke zou zeggen als ze me zag, maar als alles in orde leek te zijn, zou ik gewoon weer terugkeren en hopen dat ze me niet gezien had.

Het jammere aan onze politie jassen is wel dat er geen kap aan zit. Elke tegel van het voetpad heb ik zien passeren, het regende namelijk te hard om gewoon voor me uit te kijken. Het beetje gel dat ik vanmorgen in mijn haren had gedaan, had al totaal geen effect meer. Ik bereikte de ingang van het park en betrad het domein. Ditmaal moest ik wel moeite doen om door de dikke druppels heen te kijken. Ik keek en ik keek, ik wandelde en ik wandelde, maar nergens leek ik haar te zien. Even raakte ik in paniek tot het me niet zo onlogisch leek als ze ergens binnen was gegaan. Wie zou er dan ook buiten blijven met zo'n vreselijk weer? Plots zag ik haar. Met een man, een jongeman, vermoedelijk haar leeftijd. Hij zei iets, maar ik kon hem niet verstaan. Zijn lippen bewogen alleen maar wat en toen... Toen kuste hij haar. Meteen draaide ik mijn hoofd en besloot ik terug te keren. Femke? Een affaire? Ik kon het niet geloven. De tranen sprongen in mijn ogen. Ik liep richting de uitgang van het park, dezelfde als waar ik daarvoor nog was binnen gegaan. Ik vocht tegen mijn tranen en probeerde alle gedachten te verdringen, maar plots dacht ik iets helemaal anders. Dit was niet logisch. Femke was gelukkig met Jasper, ze zag hem graag en daarbij, Femke zou hem werkelijk nooit bedriegen. Meteen keerde ik me weer om en met een versnelde pas liep ik weer naar vanwaar ik net nog kwam. Ik liet me niet kennen door de regen en probeerde me door de bijna waterval heen te wurmen.

Ik bereikte het park en liep weer dezelfde weg als daarvoor. Ik zag hoe Femke wegging, werd tegengehouden door de man en hoe ze beiden uitgleden in het modderige weggetje. De man ging niet van Femke af en begon haar overal te kussen. Ik liep op hen af. "Klootzak, ga van me af!" riep Femke nog net voor ik de man van haar kon trekken. Met een sterke greep nam ik hem bij zijn jas en sleurde hem van haar af. Ik ging dichter naar Femke toe en reikte haar mijn hand toe. "Oh, Robin," zuchtte ze opgelucht. Ze keek me even recht in de ogen aan en omhelsde me daarna meteen. "Oh, dus zo zit het," kwam de man er opeens tussen. Femke leek even vergeten te zijn dat hij er nog was en ik had eerlijk gezegd gehoopt dat hij gewoon was weggegaan. Met een zeer bruuske beweging trok hij ons uit elkaar. Hij kwam voor me staan en bekeek me van top tot teen. Femke leek hij alweer helemaal vergeten. "Dus jij bent diegene die haar van mij heeft afgenomen, onnozele flik," zei de man met een zekere kwaadheid. Hij duwde me tegen mijn schouders. Twee keer, drie keer. Ik greep zijn polsen en nam ze in een stevige greep. "Nee!" riep ik. "Ik heb haar van niemand afgenomen, ik ben gewoon haar partner, haar collega." Uit gewoonte zei ik dat ik haar partner ben, maar toen dit woord over mijn lippen kwam, bedacht ik me dat hij dat verkeerd kon Interpreteren en voegde er nog snel aan toe dat ik Femkes collega ben. "Aha," bracht de blonde man uit en trok zijn polsen uit mijn greep. "Ik geloof daar niet veel van," zei hij op een toontje dat me niet echt beviel. Hij duwde me nogmaals tegen mijn schouders, harder ditmaal. Ik zuchtte en trok meteen mijn wapen tevoorschijn. Ik was tenslotte in uniform. "Nu is het genoeg!" riep ik op een kordate manier terwijl ik mijn wapen op hem richtte. De man begon te lachen, alsof het één of andere komedie was. Ik begreep er niets van. Ik had op dat moment echt veel zin om hem neer te schieten, maar ik wou dit proberen op te lossen op een andere manier. De man kon het nauwelijks nog houden van het lachen, het irriteerde me ook enorm dat hij daar zo stond te lachen. "Ga je me anders neerschieten?" vroeg hij terwijl hij zijn lach probeerde te stoppen zonder enig succes. "Als het moet," antwoordde ik serieus en met een geïrriteerde blik. De man was ondertussen al gestopt met lachen en knikte even kort, alsof hij het eindelijk begrepen had. Maar hij plaatste een aantal passen naar voren, ik deed automatisch stappen naar achteren. Ging hij mij uitdagen? Het viel me plots op dat het regenen bijna opgehouden was. Bij die afleidende gedachte was het de man gelukt me op de grond te duwen. Terwijl ik in de modder lag te ploeteren, probeerde hij mijn wapen af te nemen, maar ik greep naar zijn pols en trok hem naar beneden, de natte modder in. Hij viel op zijn gezicht in de modder en toen zag ik mijn kans hem te overmeesteren en te boeien. Ik ging half op zijn rug zitten, probeerde mijn wapen weer in mijn holster te steken en mijn handboeien te nemen. Maar bij die handelingen ging het mis. Het lukte hem mij mijn wapen af te nemen en me weer in de modder te duwen. Hij lag op mij en ging me duidelijk niet laten gaan. Ik probeerde mijn wapen weer af te nemen en hem terwijl van me af te duwen. Maar ik zat klem onder het mannenlichaam dat mij steeds verder de modder in duwde. Ik schopte hem. Met mijn knie. Op net die mannelijke plek waar dat het meeste pijn doet. Hij kreunde van de pijn en ik duwde hem van me af. Hij begon haast te wenen van de pijn. Hij greep met zijn handen naar die ene plek en kromp in elkaar. Ik wilde naar hem toe gaan en hem boeien, maar ik heb hem nooit bereikt. Er klonk een schot en ik viel neer, in de modder. Ik schreeuwde het uit van de pijn. Het was een kreet die eeuwen leek te duren. Ik staarde naar de lucht, naar een lucht die bijna helemaal opgeklaard was. Ik liet mij overmeesteren door de pijn. "Robin?!" hoorde ik vaag op de achtergrond. "Robin!!" werd er geroepen. Ik herkende geen stemgeluid, maar ik wist dat het Femke was. "Robin?" huilde iemand. Ik voelde natte, modderige handen op mijn gezicht. "Robin, blijf bij me," fluisterde Femke. Ik zag haar. Haar lippen bewogen, maar ik leek niets meer te horen. Ze weende. Ik sloot mijn ogen. De pijn leek eens zo hard toe te nemen. Femke was waarschijnlijk op de wonde aan het duwen. Mijn bewustheid nam sterk af, tot plots, alles zwart werd en elk geluid verdween...





Bekennen of niet?Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu