hoofdstuk 53

1.9K 105 17
                                    

Met trillende benen namen we beide plaats in het gammele bootje. De zenuwen drongen mijn lichaam in zodra professor Perkementus het touw los maakte, iets wat ervoor zorgde dat de boot niet langer vast lag.

Voor een moment sloot ik mijn ogen, terwijl ik mezelf probeerde te vertellen dat het goed zal komen. We zouden het gruzelement vinden, weer in de boot stappen en terug keren naar Zweinstein. Waar ik mijn vriendje weeral in mijn armen zou kunnen sluiten. Dat was namelijk het enigste waar ik écht naar verlangde, in de armen van mijn vriendje liggen. Hij bood me namelijk bescherming met zijn armen die me al leken te sluiten van de buitenwereld.

Het water rondom de boot was stil. Geen golfje brak door op het stilliggende water, iets wat niet enkel mij maar zeker ook professor Perkamentus verraste.

'Weet u zeker dat dit wel het beste idee was?' de vraag had mijn lippen al verlaten voor ik er erger in had. 'Nee,' werd mijn vraag beantwoord door de kalme stem van professor Perkamentus, die me twijfelend aankeek. 'Maar een andere keuze hadden we ook niet, denkt je van wel?'

Voor een moment schudde ik mijn hoofd, waarna ik mijn ogen weer richtte op het water. Rondom de boot ontstonden kleine golfjes, wetende dat deze werden veroorzaakt door de bewegingen die de boot maakte besloot ik dat als normaal te beschrijven.

Het duurde niet lang voor de boot tegen de rand van het eilandje aanbotste, iets wat mij direct liet opkijken van het water. 'Kom je, meneer Potter?'

'Natuurlijk,' mompelde ik voordat ik langzaam uit de wiebelende boot klom. Snel viste ik mijn staf uit de zoom van mijn jasje. Met hem in mijn handen geklemd voelde ik me enigszins gerustgesteld, wetende dat mocht er uit het niets iets opduiken ik in ieder geval instaat was mezelf te verdedigen.

Ik liet mijn ogen kort over het eiland glijden. Op het eerste oog zag het er precies hetzelfde uit als het andere gedeelte waar we zonet vandaan kwamen. Maar zodra mijn oog viel op een pilaar in het midden stokte mijn adem halverwege mijn keel. 'Professor?' vroeg ik zachtjes, niet zeker wetende wat mijn ogen zojuist hadden ontdekt. 'Wat is dat dat?'

Mijn vinger wees in de richting waar het object stond, iets wat ervoor zorgde dat de ogen van professor Perkamentus ook die richting in geleden. 'Ik denk,' mompelde hij terwijl zijn oude benen hem dichterbij brachten. 'Dat hier het gruzelement in moet liggen.'

Dit trok mijn aandacht, op een manier waarop niets anders in de ruimte mijn aandacht had getrokken. Met snelle passen liep ik naar professor Perkementus toe, iets waarbij ik over verschillende stenen moest klauteren.

'Daarin?' vroeg ik, terwijl ik automatisch mijn wenkbrauwen optrok. Het was de onderkant van een grote schelp, gevuld met iets wat verdacht veel weg had van water. Maar het kon onmogelijk water zijn. Wat er ook in zat, het moest weg om te onthullen wat er echt onder verscholen lag. De gedachte dat één van ons dit hoogstwaarschijnlijk in moest nemen zorgde voor een misselijk gevoel in mijn maag. Vooral omdat ik wist dat professor Perkamentus mij onmogelijk dit wilde laten drinken.

'Ik denk dat je al een vermoeden hebt over hoe we dit weg moeten krijgen?' raadde professor Perkamentus, die de frons in mijn voorhoofd niet was ontgaan. Ik knikte, terwijl mijn maag samenkneep. Toekijken hoe professor Perkamentus dit opdronk en lijden door de bijwerkingen die het drankje ongetwijfeld met zich mee zou brengen, was absoluut niet iets wat ik graag zou willen.

'Ik ga dit nu opdrinken,' begon hij, terwijl hij zijn hand naar de schelp bewoog die klaar lag. Hiermee kon hij het goedje op een eenvoudige manier opdrinken. 'Maar voor ik eraan begin wil ik dat je me één ding belooft,' ging hij rustig verder terwijl hij het eerste beetje van het goedje in de schelp liet glijden. 'Ik wil dat je me belooft dat zelfs als ik schreeuw of jammer je mij de hele kom leeg laat drinken. Hoe koppig ik ook zal zijn, ik moet alles drinken. Zelfs als je me moet dwingen. Kun je me dat beloven?'

Voor een moment kon ik niets uitbrengen. Met grote ogen keek ik naar de professor voor me, terwijl de angst officieel mijn lichaam in drong.

'D-Dat beloof ik u,' zei ik, al ontging de trilling in mijn stem ons geen van beide. De warme handen van professor Perkamentus pakte mijn schouders beet, terwijl zijn ijsblauwe ogen mij medelevend aankeken. 'Ik weet dat dit zwaar zal zijn, maar ik heb je meegenomen omdat ik weet dat je dit kan. Je bent sterker dan je misschien zelf denkt mijn beste jongen. Ik geloof dat we dit samen kunnen volbrengen, samen kunnen we de heer van het duister verslaan.'

De woorden van professor Perkamentus deden precies wat ze moesten doen. Ze wakkerde het vuurtje in mijn lichaam weer aan, en liet me instemmen op het verzoek wat hij me een paar seconden geleden had gedaan. De eerste slok nam professor Perkamentus zelf, mijn ogen volgde iedere beweging die hij nam.

Voor een paar seconden leek er niets te gebeuren, maar nog voor ik opgelucht adem kon halen verliet de eerste schreeuw de mond van professor Perkamentus. Hierna volgde er nog velen meer, die stuk voor stuk de angst in mijn lichaam pompte. Er leek geen einde aan te komen, terwijl ik enkel toe kon kijken hoe de oudere man voor mij in pijn verkeerde die ongetwijfeld zo erg was dat hij niet langer zo door kon gaan. Ik moest in actie komen, anders zou hij zijn ogen sluiten en sterven. Dan was het voor niets geweest.

Pas toen de oudere man voor mij inzakte kwam ik in beweging. Ik viste de schelp uit zijn hand, en liet er vlug het goedje in glijden. 'Professor,' zei ik op een waarschuwende toon terwijl ik langzaam dichterbij het lichaam van de oudere man kwam. 'U moet nog twee keer dit innemen,' zei ik op een waarschuwende toon. De professor voor me dacht anders over dit idee, want zodra het voorstel mijn lippen had verlaten begon hij hevig met zijn hoofd te schudden.

'Nee, nee dat wil ik niet!' schreeuwde hij met een luide stem. Zijn woorden gleden over het water en weerkaatste tegen het steen van de muren, iets wat ervoor zorgde dat het overal te horen was. 'Professor, u moet,' probeerde ik nogmaals. Ik wilde Professor Perkamentus niet dwingen, en al helemaal niet in pijn zien. Toch leek ik geen keuze te hebben. De belofte was gemaakt door mij, dan moest ik hem ook zien te vervullen.

'U hoeft nog maar twee maal dit in te nemen, dan bent u van de pijn af. Ik beloof het u,' probeerde ik hem over te halen, dit maal met succes. Meer pijn leek de oudere man een verschrikkelijk idee, een einde aan de pijn klonk voor hem beter. Zoveel beter dat hij bereid leek te zijn eerst meer pijn te lijden. Hij opende zijn lippen en gaf mij daarmee toegang tot zijn lippen. Ik goot het goedje erin, wachtte ongeduldig tot hij het doorslikte en vulde zodra hij het in zijn slokdarm had laten glijden het bekertje nogmaals. Nu was de bak compleet leeg, iets wat me verraste.

Tot ik besefte dat het ongetwijfeld eerst allemaal weg moest zijn.

Een afschuwelijke schreeuw vulde mijn ogen en liet me direct omkijken. Professor Perkamentus zat in elkaar gedoken op de scherpe rotsten en schreeuwde het uit van de pijn die zijn lichaam onderging. Het brak mijn hart om hem zo te zien, iets wat ervoor zorgde dat ik mezelf dwong hem het nogmaals te laten drinken.

'Nee ik wil dat niet!' gilde hij zodra hij mij in het oog kreeg. 'Ik wil dood!' gilde hij, iets wat ervoor zorgde dat ik direct mijn pas stopte. 'Laat me doodgaan, vermoord me! Het maakt me niet uit, als ik maar niet nogmaals dat moet drinken!'

De woorden van de oudere man drongen tot me door en staken me recht in mijn hart. Voor een moment kon ik niets anders doen dat naar het drankje in mijn handen staren. Mijn ogen werden losgehaakt door een nieuwe reeks smeekgebeden die de mond van de man voor me verlieten. 'Professor, ik beloof u nogmaals dat het beter word,' beloofde ik hem terwijl ik naast hem ging staan. 'U hoeft alleen uw mond te openen en het in uw slokdarm laten glijden. Wilt u dat alstublieft doen?' vroeg ik, haast smekend. De blauwe ogen van professor Perkamentus vonden mijn groene, waarna hij knikte en zijn mond opende.

Ook dit maal liet ik het zijn mond in glijden, waarna hij het doorslikte. Voor een moment viel er een stilte, waarin ik vooral naar de gesloten ogen van de professor voor me keek.

'W-Wil je me wat water geven?' sneed zijn zachte stem door de ruimte. 'Natuurlijk, professor,' beloofde ik hem direct. Het water wat tegen de oever rustte leek me drinkbaar, iets wat ervoor zorgde dat ik niet veel later op mijn knieën zat. Ik hield de schelp in het koele water, maar zodra mijn handen het water raakte werd ik vast gegrepen.

Een schreeuw verliet mijn lippen, maar in plaats van verbaasd naar mijn hand te staren ging mijn vrije hand opzoek naar mijn toverstok. De angst raakte me direct toen ik besefte dat mijn staf niet bij mij was, maar nog bij de pilaar.

Nog voor ik om hulp kon roepen werd ik onderwater getrokken door het wezen.

Not all Slytherins are bad ~ DrarryWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu