hoofdstuk 8

3.9K 184 120
                                    

Nadat ik nog twee koppen heerlijke thee en enkele knuffels van Hagrid had gekregen had ik het knusse huisje verlaten om terug te keren naar het kasteel. De zon begon al naar beneden te klimmen, iets wat enkel kon betekenen dat het tijd was voor het avondmaal. Zodra ik de zaal binnen kwam viel mijn oog direct op het kleine, hechte vriendengroepen dat ik de afgelopen jaren had opgebouwd. Langzaam maakte ik mijn weg naar hen toe.

'Harry!'begroette het donkerblonde meisje me met een glimlach op haar lippen. 'Hoe was het bij Hagrid?

'Goed, het was gezellig,' zei ik naar waarheid terwijl ik langs Ron op het bankje kroop.

'Wel jammer dat we niet mee mochten, heb je Hagrid wel de groeten van ons gedaan?' vroeg Hermelien. 'Uiteraard,' zei ik terwijl ik wat dampende tomatensoep in mijn kommetje schonk. Mijn beste vriendin knikte enkel goedkeurend voordat ze een boek uit haar tas griste en deze op tafel legde.

'Wat moest je eigenlijk met Hagrid bespreken?' vroeg Ron en ik schrok van deze plotselinge vraag. Omdat ik net warme soep door wilde slikken om hem in mijn slokdarm te laten glijden verslikte ik me. 'Niets belangrijks,' wuifde ik de vraag snel van me af zodra ik was uitgehoest. 'Nou ik denk het wel, anders mochten je beste vrienden toch niet mee?' begon Ginny zich met ons "gesprek" te bemoeien. Het roodharige meisje keek me bedenkelijk en uitdagend aan met haar bruine ogen, wetende dat ze me langzaam in een hoekje dreef.

'Ik waardeer het enorm dat jullie met me meeleven, echt waar, maar mag ik geen privé gesprekken met Hagrid voeren? Jullie vertellen mij ook niet ieder detail uit jullie leven?' vroeg ik op een nette, toch wat dringende toon. Hermelien knikte, maar ik zag aan het gezicht van Ron dat hij er nog mee zat. Ik nam de beslissing om er niet verderop in te gaan; wetende dat er ruzie zou ontstaan. Het viel stil, maar dat vond ik niet storend. Een stilte was beter dan gekibbel. 

'Vertrouw je ons niet?' doorbrak Ginny de stilte uiteindelijk met een frons rustende tussen haar rossige wenkbrauwen. 'Natuurlijk vertrouw ik jullie, jullie zijn mijn beste vrienden,' snauwde ik nadat ik mijn ogen had gerold. Waarom kon ze dit niet laten rusten? Ik vroeg haar toch ook niet naar ieder detail uit haar liefdesleven met Daan Thomas?

'Je hoeft niet zo te reageren, er is toch niets,' imiteerde Ginny mijn stem, iets wat ik altijd irritant had gevonden. 'Trouwens, zelfs als er iets zou zijn zou je het niet vertellen; je vertrouwd het ons toch niet toe.'

Het roodharige meisje haalde het bloed onder mijn nagels vandaan. Plotseling voelde ik me, zonder geldige rede, aangevallen en onder een loep genomen. Ze had geen enkel recht om mij te ondervragen en te beschuldigen op deze manier.

'Ik heb ineens geen honger meer,' mompelde ik terwijl ik kwaad mijn kommetje weg schoof, waardoor de soep over de rand gutste. 'Harry, waarom reageer je zo?' vroeg Ginny schijnheilig en ineens was ik helemaal klaar met haar. Met woede en irritatie stromende door mijn aderen stond ik op, waardoor het bankje naar achter schoof en ik balde ik mijn vuisten.

'Ik ben weg,' deelde ik voornamelijk Hermelien en Ron mee. Zij hadden al die tijd toegekeken hoe de situatie escaleerde, maar hadden het wijze besluit genomen om niets te zeggen. Ik zag Hermelien nog een keer knikken voor ik met haast de zaal uitbeende, Ginny compleet negerende.

'Harry, wacht nou!' riep Ginny, maar ik liet haar woorden langs me af glijden. 'Harry! Zo bedoelde ik het niet! Dat weet je best!' riep ze, wederom tevergeefs. Ik had een grotere voorsprong en weigerde om te draaien. Vanuit mijn ooghoeken zag ik hoe ons gedrag een scène had gecreëerd waardoor tientallen ogen nieuwsgierig mijn kant opkeken. Soms vond ik het lastig om hen te negeren; al leek ik daar vandaag minder last van te hebben.

'Harry!' riep ze en ik hoorde hoe haar stem begon te vervagen, iets wat verraadde dat ik haar kwijt begon te raken. Al snel verscheen het schilderij van de Dikke Dame in mijn zicht, maar net toen ik het wachtwoord wilde zeggen hoorde ik een andere stem mijn naam roepen.

Ik verwachte dat het Ginny was, maar toen ik de blonde haren van Loena herkende ademde ik opgelucht de adem die ik had ingehouden uit. 'Loena, wat doe jij hier?' vroeg ik verbaasd toen het kleinere meisje voor me kwam staan.

'Het spijt me echt, ik had je niet alleen achter mogen laten in het bos. Ik dacht dat je de uitweg wel zou vinden, maar toen ik een ongeruste Hermelien tegenkwam, wist ik dat ik het niet had mogen doen,' verontschuldigde ze zichzelf, haar stem klonk vol spijt en ik zag in haar ogen dat ze mij nooit opzettelijk in gevaar zou brengen.

'Geen zorgen, kleintje. Het was mijn eigen schuld; ik ben uit de boom gevallen waardoor ik niet goed zelf meer kon lopen. Als Malfidus me niet had gevonden had ik de uitweg zelf niet kunnen vinden; al weet ik zeker dat jij me dan zou hebben gevonden.'

'Draco Malfidus?'

Ik knikte instemmend en vervloekte mezelf voor het feit dat ik dit had verraadde. Ze hoefde zijn naam enkel tegen Ginny te zeggen om het vuur wat in het roodharige meisje zat wederom aan te wakkeren.

'Hij vond me en bracht me naar zijn kamer,'legde ik haar uit op zachte toon; je wist immers nooit wie er luisterde. Ik wilde er niet meer over kwijt en tot mijn grote geluk besefte Loena dat. Een liefelijk glimlachje kroop over haar lippen voordat ze mijn hand vastpakte.

'Hij heeft je toch geen pijn gedaan?'

'Nee, het tegenover gestelde zelfs; hij heeft me geholpen,'beantwoorde ik haar vraag. Ergens vreesde ik dat ik teveel geheimen blootlegde aan het meisje met de uitpuilende ogen, al wist ik dat zij deze nooit zou doorvertellen.

'Mijn moeder zei altijd dat het zien van iemands goede kant meer tijd kost dan het zien van zijn slechte kant,' vertelde het haast witblonde meisje me. 'Misschien laat Draco je nu eindelijk zijn ware kleuren zien.'

Mijn hart stopte voor een kort moment met kloppen bij het horen van haar woorden. Liet Malfidus mij zijn ware kant zien? Ergens vertrouwde ik de situatie niet; Malfidus had mij altijd veracht en had nooit moeite gehad om deze afschuw met mij te delen. Het was juist dat geweest wat me aan hem had aangetrokken; zijn eerlijkheid en het feit dat hij me scherp hield. Met de Zwadderaar in de buurt was het nooit saai.

'Denk er goed over na Harry,' zei Loena zodra ze zich realiseerde dat er geen reactie vanuit mijn kant zou komen; simpelweg omdat ik niet goed wist hoe ik moest reageren. 'Ga je mee naar de eetzaal? Ik heb gehoord dat er vandaag kersenpudding op het menu staat.'

Ik schudde mijn hoofd en kon een zachte lach niet onderdrukken bij het horen van haar woorden. 'Ik kom daar net vanaf.'

'Dan ga ik maar eens, zie ik je snel weer?'

'Die kans is groot,'beloofde ik haar. 'Loena?'riep ik haar na voordat ze weg kon huppelen. 'Zou je dit gesprek tussen ons willen houden? Ik denk niet dat de anderen zo sympathiek zullen reageren als jij.'

Ze glimlachte lief naar me. 'Niemand zal het van mij horen, zwijgen is goud.'

'Dat waardeer ik,' bedankte ik haar voordat ze uit mijn zicht verdween en ik wederom alleen achterbleef.

Snel mompelde ik het wachtwoord tegen De Dikke Dame waarna ze me toegang verleende tot de vertrouwde leerlingenkamer van Griffoendor. Er was niemand in de leerlingenkamer, vermoedelijk omdat de meesten nog aan het genieten waren van het heerlijke voedsel dat ze in Zweinstein voorgeschoteld kregen.

Snel beende ik naar de slaapzaal waar een diepe zucht uit mijn lippen ontsnapte. Langzaam sleepte ik mijn lichaam naar het raam, die uitzicht bood over de rand van het Verboden Bos. De zon was ondertussen al zijn aftreden aan het maken waardoor een zachte schemering over het terrein klom.

Plotseling vonden mijn ogen het silhouet fan een persoon, die met een hoge snelheid richting de rand van het bos beende. Het leek een verdwaalde jongen, die angstig om hem heen keek.

Direct herkende ik de jongen; het was de jongen die mijn hart sneller liet kloppen, maar op het zelfde moment ook een slag liet overslaan. De jongen die me stil kreeg, maar tegelijkertijd van binnen liet gillen. De jongen die me zeker en goed liet voelen, maar onzeker en slecht op hetzelfde moment: Draco.

Ik realiseerde me dat hij niet zo lang geleden ook in het Bos was geweest. Hij was tenslotte degene geweest die mij na mijn val uit de boom had gevonden. Ik voelde het wantrouwen in mijn lichaam groeien zodra ik hem het bos in zag gaan en direct kreeg ik een akelig gevoel in mijn maag. Waarom ging hij weer naar het Verboden Bos?

Wat had hij daar te zoeken?

Not all Slytherins are bad ~ DrarryWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu