Hoofdstuk 12

104 8 1
                                    

 Ze keek naar de jongen. Liggend in de kist. Zijn vingers gekromd en zijn gezicht vol met tranen. Zijn litteken glinsterde in het felle licht dat de kleine ruimte binnen scheen. Ogen gesloten en haren verwart. Hij was mooi, te mooi. Zelfs nadat ze het litteken op zijn gezicht had aangebracht, bleef hij zijn engelenuiterlijk behouden. 

Hij leek zoveel op iemand die ze het liefst had willen vergeten. Iemand die alles had wat zij niet had. Iemand die het niet verdiende. En dan daar was deze jongen. 

Ze hield van hem.

Ze moest wel.

Met een keukenmes gleed ze zachtjes over de hals van de jongen.

Ze hield van hem.

Net Alsof Wattys2016Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu