Hoofdstuk 5.

407 17 0
                                    

Samen met Moniek loop ik het restaurant binnen. Het regent momenteel heel hard waardoor het terras gesloten is. Bij de briefing krijgen we te horen dat er weinig te doen zal zijn vandaag, maar dat wij wel moeten helpen met de lunch van het politiekorps. Bij het idee dat ik vandaag Floris weer zal zien, krijg ik de kriebels al in mijn buik. Als we eenmaal aan het werk zijn, zegt Moniek: 'Wat is er vandaag met jou, Eva? Je bent zo afwezig?' 'Ik weet het niet. Kon ook al slecht slapen. Zal wel komen doordat het de laatste dagen zijn.' 'Hey, dat komt wel goed. Maak je daar nou niet zo druk om. We gaan nog veel gezellige dingen doen en als je weer in Maastricht bent komen wij gewoon ook af en toe langs.' Ik knik en ga aan de slag.

We zijn al een tijdje aan de slag als de eerste mensen van het politiekorps binnen druppelen. Ik ben met andere gasten bezig en Moniek neemt ondertussen de drankjes op. 'Hoi Eva.' Hoor ik dan ineens achter mij en ik draai mij om. Het is Floris. 'Heey.' Stamel ik verlegen. 'Je bent knap als je bloost.' Fluistert Floris en loopt dan door. Hoorde ik dat nu goed? Zei hij dat hij mij knap vindt? 'Eva?' Hoor ik Moniek zeggen en ik draai mij naar haar toe. 'Bloos je nu?' Kijkt zij mij vol ongeloof aan. 'Door wie komt het.' 'Door niemand.' 'Kom op Eef, ik ben niet gek. Zo heb ik je nog de hele zomer niet gezien. Dus zeg op.' 'Beloof je het stil te houden?' 'Ja natuurlijk. Dus hup zeg op.' Ik neem Moniek mee richting de tafel van het politiekorps. Als Floris in het zicht is, zeg ik: 'Het is de man met dat blonde warrige haar.' 'Welke? Die met de witte blouse en opgestroopte mouwen?' 'Ja, die.' En terwijl ik het zeg, kijkt Floris op. 'Je hebt wel smaak Eef. Ga straks anders wat met hem drinken.' 'Ja, maar...' 'Niks te maren. Voor het einde van de dag heb jij een afspraak met hem, anders zorg ik ervoor. En nu hup, drankjes opnemen.'

Een blik die alles veranderde.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu