H12.

165 11 1
                                    

-p.o.v. Fenna-
Zwijgend zit ik naast de onbekende jongen in een auto. Ik heb een paar keer wat vragen aan hem proberen te stellen maar hij reageert niet echt. Vreemde gozer is het. Ik staar een beetje uit het raam en merk dat we op een brede weg zonder veel auto's langs de rand van een bos rijden. Dan rijdt de jongen plots de auto naar de kant van de weg en stopt hij. "Wat is er?" Vraag ik verbaasd. "Je mag nu weer uitstappen." Zegt hij chagrijnig van onder zijn capuchon vandaan. "Maar..." Begin ik.
"Stap uit!" Beveelt de jongen op een boze toon. Ik trek mijn wenkbrauwen op, pak mijn tas en duw de deur van de auto open. Ik ben nog geen halve seconden uitgestapt of hij gaat er met een enorme snelheid vandoor.

Erg sociaal

Hier sta ik dan. Alleen, in the middle of nowhere. Ik kijk om me heen. Hier komen voorlopig geen auto's langs. Dan maar lopen. Ik hijs mijn tas op m'n rug en begin te lopen, op zoek naar iets waar ik misschien zou kunnen slapen.

-p.o.v. Kristel-
Ik ben weer terug thuis en ik lig op de bank. Gene komt aangelopen met een kom warme tomatensoep. Ik glimlach en bedank hem. Gene komt naast me zitten en wrijft over m'n knie. "Heb je nog veel pijn?" Vraagt hij bezorgd. "Nee, ik voel me goed." Zeg ik met een glimlach. Gene is altijd snel bezorgd om me. Eigenlijk best wel schattig.

"Wat denk jij, zou ik Fenna moeten opzoeken en het haar vertellen?" Vraag ik aan Gene.

Ik zie Gene nadenken. "Ik weet het niet, ze heeft haar hele leven een andere moeder gehad." Zegt Gene voorzichtig. Ik zucht "misschien heb je wel gelijk." Ik tik met mijn lepen tegen de kom soep aan. "Maar misschien zal ze het wel leuk vinden als ik haar nog even op kom zoeken." Zeg ik meer als een vraag. "Weet je waar ze woont dan?" Vraagt Gene. "Ja, ik weet waar Leon ging wonen dus daar woont Fenna dan ook lijkt me." Antwoord ik. Gene knikt. "Morgen zien we wel verder."

-p.o.v Fenna-
Het is inmiddels anderhalf uur verder en al bijna helemaal donker. In de verte zie ik een huis en ik loop erop af. Ik kom dichterbij en bestudeer het. "Zou ik hier kunnen overnachten?" Denk ik bij mezelf. Ik loop naar, denk ik, de voordeur en zoek naar een bel. Ik kan de bel niet vinden en besluit om dan maar op de deur te kloppen. Na een tijdje op de deur geklopt te hebben wil ik het opgeven en draai ik me om. Ik wil weglopen maar ik voel opeens een hand op m'n schouder. Ik schrik en blijf versteend staan. "Goedenavond m'n kind." Hoor ik tot mijn opluchting een vriendelijke vrouwenstem zeggen. Ik draai me terug om en ik sta voor een kleine vriendelijk-uitziende oma. "Sorry dat ik stoor, maar zou ik hier misschien één nachtje kunnen overnachten?" Vraag ik zo lief mogelijk. "Tuurlijk kind, kom binnen het is koud." Zegt de oude vrouw vriendelijk. Ik glimlach en stap naar binnen. Ze wijst me een kamertje met een bed aan. Ik bedank haar en zeg dat ik gelijk ga slapen.

K3 ~ ReunitedWhere stories live. Discover now