H19.

125 9 1
                                    

-p.o.v Fenna-
Met een plens belandt onze auto in het water. Al snel merk ik dat de auto naar beneden zakt. Ik voel koude water omhoog komen. Ik begin als een gek om hulp te schreeuwen.

"Rustig blijven!" Roept Kristel.

Maar het enige wat ik kan doen is er aan denken is dat we straks allemaal verdrinken.
"Probeer het raam open te maken en zwem met je gezicht naar de auto toe naar boven. Als het niet lukt, wachten we tot de auto dieper is gezakt en proberen we de deur te openen." Zegt Gene alsof hij dit elke dag doet.
Het water komt intussen tot mijn kin en ik probeer mijn hoofd boven water te houden terwijl ik met alle macht mijn gordel los probeer te klikken.

Is dit mijn ergste nachtmerrie?

Ja, vanaf nu wel i guess.

-P.o.v. Gene-
De auto staat nu helemaal onder water. Door de kortsluiting weigert het raam om open te gaan. Ik zoek in het kastje bij de bijrijders stoel naar de veiligheidshamer en ik verbrijzel de ruit. Ik pak Kristel vast en trek haar mee door het raam de auto uit. We zwemmen naar boven en ik help haar op de kant. Kristel hapt naar lucht. "W...waar is fenna!?" Hijgt ze terwijl ze haar natte haar uit haar gezicht veegt. Ik staar haar aan.
"Shit...
Ik ga haar halen." Zeg ik waarna ik terug het donkere water in duik.
Ik wurm mezelf terug door het stukgeslagen raam naar binnen en probeer Fenna's gordel los te maken. Maar al snel merk ik dat door het water het sluitingsmechanisme geblokkeerd is. Ik begin te zoeken naar iets scherps en vind uiteindelijk in het bijrijders kastje een zakmes. Ik snij Fenna's gordel los en pak haar vast. Met al mijn kracht zwem ik naar boven en leg haar op de kant in Kristel's armen. Even lijkt het alsof Fenna bewusteloos is en ik zie dat Kristel bang is. Dan begint Fenna hard te hoesten en Kristel haalt opgelucht adem.

Ondertussen hebben voorbijgangers hulp ingeschakeld van politie en ambulance die nu aan komt rijden.

-p.o.v Fenna-
Ik open mijn ogen. Er staan twee mensen in geel-groene jassen voor mij. "Hoe gaat het?" Vraagt er een van de twee.

Gaat helemaal top. Was net bijna dood, kan niet beter.

"Alles is oké met mij." Zeg ik terwijl er een koude rilling over m'n rug glijdt.

De mensen van de ambulance stellen voor om ons thuis te brengen. En aangezien we zeg maar geen auto meer hebben, nemen we het aan. We stappen in, Gene voorin en ik en Kristel achterin. Ik zit naast Kristel en leg mijn hoofd op haar schouder. Niemand zegt wat en ik hoor Kristel af en toe zuchten.

"Sorry." Zeg ik zacht.

"Sorry waarvoor?" Vraagt Kristel verbaasd.

"Het is mijn schuld, ik was zo dom om weg te lopen."

"En ik heb jou laten gaan. Ik heb nooit een moeder voor je kunnen zijn." Zegt Kristel met een trilling in haar stem.

"Nu ben je er." Zeg ik met een kleine glimlach.

De ambulance stopt en we stappen uit. We staan voor een huis, een groot huis. Kristel en Gene lopen naar de voordeur en ik loop ze vlug achterna. Kristel doet de voordeur open en we stappen naar binnen. Ik kijk mijn ogen uit.

Dit huis is gewoon...

Goals.

"Doe alsof je thuis bent" zegt Gene. Ik loop verlegen naar de bank en ga er voorzichtig op zitten.

"Hier." zegt Kristel terwijl ze me een setje van haar kleren komt brengen. "Ik hoop dat je dit past."
Ik trek het aan. Het is net iets te groot, maar verder past het prima. Het is raar om de kleren van Kristel aan te hebben, maar het voelt fijn.

"Wil je wat eten?" Vraagt Kristel.

Natuurlijk wil ik eten.

"Nee, dankje." Probeer ik beleeft te zeggen. "Hela, je hebt al minstens vierentwintig uur niks gegeten dus je hebt geen keus." Zegt Kristel met een lachje. Even later zet ze een bord met eten op tafel. Ik bedank haar en begin als een gek te eten.

"Zeg, is je moeder niet ongerust?" Vraagt Kristel.

Ze schrikt van haar eigen vraag.
"Ik bedoel..."
"Stiefmoeder." Zeg ik terwijl ik haar eigenlijk een veel ergere naam zou willen geven.
Kristel knikt.
"Wat nu eigenlijk?" Vraag ik voorzichtig. "Ik wil echt niet meer terug..."

K3 ~ ReunitedWhere stories live. Discover now