H23.

162 10 3
                                    

Ik hou mijn adem in. "Wat moet je toch van me?" Fluister ik. "Ik denk dat jij eerder iets van mij wil." Zegt hij terwijl hij het mes van m'n keel haalt en het weer in zijn zak steekt. "Ik heb Fenna." Zegt hij op een gemene toon. Ik kijk hem indringend aan. "Waag het niet om haar iets aan te doen." Zeg ik.
"Fenna is mijn dochter." Fluistert hij terwijl hij met zijn gezicht dicht bij dat van mij komt waarna hij me en gemene grijns toewerpt. Ik plant mijn lippen op elkaar terwijl ik de woede in me omhoog voel komen.
"Een half miljoen, en je krijgt haar terug." Zegt Leon schouderophalend.
"Je bent gestoord geworden." Zeg ik terwijl ik m'n hoofd schud.
"Wat jij wil, maar dan zorg ik er voor dat jij je Fenna'tje en die lieve man van je nooit meer te zien krijgt." Zegt Leon.

"Waar, is, Fenna?!" Roep ik terwijl ik hem bijna aanval van woede.

Leon haalt een portofoon uit z'n jaszak en houdt hem voor m'n gezicht. Ik kijk hem vragend aan en hij gebaart dat ik er in moet praten.

"Fenna?" Zeg ik voorzichtig in de portofoon.

"K-kristel?" Wordt er snikkend geantwoord.

"Fenna! Gaat alles goed? Waar zit je?" Roep ik.

"Ik weet het niet, het is donker. Kristel help me, alsjeblieft!" Hoor ik mijn dochter huilen. Hartverscheurend.

Ik wil nog iets antwoorden maar Leon haalt de portofoon weer weg. "Waar zit ze? Wat heb je met haar gedaan?!" Zeg ik woedend.

"Ze zit in het bos, ergens in een schuur." Zegt Leon kalm terwijl hij me los laat. Ik kijk hem niet-vertrouwend aan. "Ga haar maar zoeken." Zegt Leon. Ik snap het niet, laat hij me nou zomaar gaan? Toch twijfel ik niet meer en ik draai me om, om naar m'n auto te lopen, maar Leon draait me terug, pakt me weer vast in een houdgreep en spuit iets in mijn arm. "Je hebt nog een uur, veel plezier." Zegt hij terwijl hij me loslaat, me een valse grijns toewerpt, zich omdraait en in zijn auto wegvlucht.

Verslagen blijf ik achter. Hoe kon ik dit ook vertrouwen? Het maakt allemaal niet meer uit, ik moet nu Fenna redden. Ik sprint zo snel ik kan naar mijn auto, bel Gene en de politie en leg uit wat er aan de hand is.

Ik ren door het bos heen en schreeuw Fenna's naam. "Help!" Hoor ik ergens vandaan komen. Ik kijk om me heen en zie een klein donker schuurtje en ik ren er naartoe. Ik gooi de deur open en zie Fenna vastgebonden op de grond zitten. Ik maak haar los en Fenna vliegt in m'n armen. "We moeten weg hier, ik heb nog een half uur..." Zeg ik buiten adem. Fenna kijkt me verward aan. "Leon, hij heeft me vergiftigd."
Fenna's ogen worden groot en schudt haar hoofd. "Nee je mag niet dood gaan!" Roept ze terwijl ze zich aan me vastklemt.

Een paar minuten later zijn Gene, de politie en de ambulance gearriveerd. Ik ben in de ambulance gezet en mijn bloed wordt onderzocht terwijl we naar het ziekenhuis rijden. Gene zit naast me. Hij houdt mijn hand vast en probeert geruststellend tegen me te praten. Naarmate de rit hoor ik Gene'S stem en alle andere geluiden steeds zachter worden. Ik wordt steeds duizeliger totdat het op een gegeven moment helemaal zwart wordt voor m'n ogen.

✿✿✿
Sorry dat het zo lang duurde totdat ik een nieuw hoofdstuk had, maar m'n inspiratie was een beetje op 😅. Ik ben overigens wel al aan een nieuw verhaal begonnen. Is het leuk als ik er 2 tegelijk online heb of moet ik eerst dit verhaal afmaken? x.

K3 ~ ReunitedWhere stories live. Discover now