H20.

137 7 1
                                    

-p.o.v Fenna-
"Ik ben bang dat je hier niet zomaar kan blijven." Hoor ik Kristel zeggen.

Dus ze laat me weer zitten?

Kristel probeert me aan te kijken maar ik ontwijk haar blik.

"Goed, dan ga ik wel terug." Zeg ik op een toon van; 'ik heb je heus niet nodig.'

Dat je je groot probeert voor te doen, maar eigenlijk als een klein kind zou willen beginnen huilen, zo'n persoon ben ik. Ik vraag me trouwens af waarom ik zo doe, ik bedoel; mijn allergrootste idool zit nog altijd naast me. Of is mijn allergrootste idool nu mijn moeder?
Nog altijd kan ik dit niet beseffen.

"Je mag niet zomaar een kind in huis nemen." Zegt Kristel.
"Maar je bent m'n moeder!" Roep ik.
Bij die uitspraak beginnen Kristel's ogen even te fonkelen, maar al snel veranderd haar blik weer.
"Maar ik heb nooit voor je kunnen zorgen." Zegt ze zacht.
Je kan de teleurstelling in haar stem duidelijk horen.
"Mijn vader zit in Australië en ik woon bij een gestoorde koe met een drankprobleem samen met m'n zusje, waarvan ik niet eens weet of ze wel echt m'n zusje is. Ik heb niemand. " zucht ik zo zielig mogelijk.
"Oja Linn."

"Linn!"

Hoe heb ik haar kunnen vergeten?!
Hoe ongerust moet ze wel niet zijn?

"Ik moet Linn bellen!" Roep ik terwijl ik stressend naar mijn telefoon begint te zoeken, maar die natuurlijk stuk gegaan is door het water.
Kristel houdt haar telefoon voor mijn neus en ik neem hem aan. Mijn vingers razen over de cijfers heen om het nummer van Linn in te typen.
Ik hou Kristel's telefoon bij mijn oor en de telefoon gaat over.

"Met Linn." Hoor ik mijn beste vriendin niet bepaald vrolijk zeggen.

"Hey Linn, Fenna hier."

Even blijft het stil, maar dan gilt Linn verbaast mijn naam door de telefoon.

"Fen!? Waar ben je? omg! Alles in orde? Ik was zo ongerust. Iedereen is naar je op zoek weet je dat!"

Iedereen? Wie is 'iedereen'?

Ik begin alles aan Linn uit te leggen terwijl ze aandachtig luisterd. Ik vertel over mijn 'moeder', over het liften, over de storm en over het auto-ongeluk. Maar niet over Kristel.

"En waar ben je nu dan?" Vraagt Linn.

Ik blijf stil. Moet ik dit wel zeggen? Ik kijk vragend naar Kristel. Kristel haalt haar schouders op en gebaart dat ik dat zelf mag bepalen.

"Fen?!" Gilt Linn ongeduldig door de telefoon.

"Ik ben bij Kristel." Zeg ik voorzichtig.

"Wat? Bij Kristel? Kristel Verbeke!?
Omg Fenna, hoe heb je dat geflikt?!" Roept Linn veel te enthousiast.

Typisch Linn.

"Leg ik je nog wel uit." Zeg ik lachend om Linn's reactie. "Maar Linn, zeg maar dat ik veilig ben, oké."

"Oké, maar... wanneer zie ik je weer?" Vraagt Linn voorzichtig.

"Ik weet het niet, ik probeer nog wel langs te komen." Antwoord ik.

"Neem Kristel dan ook even mee." Giechelt Linn.

Ik lach en we hangen op. Ik geef Kristel's telefoon terug en kijk haar aan. "Iedereen zoekt me." Zeg ik. "Wat moet ik doen?"
"Je kan hier wel een tijdje blijven, dan proberen wij dingen te regelen." Zegt Kristel terwijl ze geruststellend haar hand op mijn schouder legt. "En m'n spullen?" Vraag ik. "Die kunnen we nu wel even ophalen." Zegt Kristel. "Oké." Zeg ik terwijl ik per ongeluk moet gapen. "Sorry." Zeg ik terwijl ik in mijn ogen wrijf. "We halen ze morgen wel, ga maar slapen." Glimlacht Kristel.

Kristel neemt me mee naar de logeerkamer waar een groot twee-persoons bed staat. "Als er iets is kan je het altijd zeggen." Zegt Kristel. Ik knik en geef haar een knuffel. Kristel klemt haar armen om mij heen. Ze ruikt ontzettend lekker en warm. Ik weet niet hoe lang we daar gestaan hebben, maar behoorlijk lang. Ik laat Kristel los en kruip in het bed.

"Slaapwel."

K3 ~ ReunitedWhere stories live. Discover now