H13.

148 11 3
                                    

-p.o.v Kristel-
Het is 7 uur 's ochtends en ik stap voorzichtig uit bed terwijl ik per ongeluk op mijn pols leun. Ik zet mijn tanden op elkaar, knijp mijn ogen dicht en schreeuw nog net niet van de pijn. Dan ga ik, in de nog donkere kamer, op zoek naar mijn ochtendjas. Wanneer ik hem heb gevonden trek ik hem met veel moeite aan en sluip zachtjes naar de badkamer. Ik doe het licht aan en zie meteen mezelf in de spiegel. Ik zie er niet uit. Onhandig borstel ik met één hand mijn haar en probeer ik wat make-up op te doen. Dan loop ik naar beneden en ga voor mijn laptop zitten. 'Groenestraat Hasselt.' Typ ik in. Ik scroll naar beneden en zoek op welk nummer Fenna woont. Dan komt ook Gene binnenlopen. "Zeg, moet jij niet een beetje rustig aan doen?" Zegt hij terwijl hij achter me komt staan en zijn handen op mijn schouders legt. "Ik voel me prima." Zeg ik. "Ik wil vandaag Fenna opzoeken."
"Liefje, je bent net uit het ziekenhuis." Zucht Gene. "Één bezoekje kan geen kwaad." Zeg ik geïrriteerd. "Goed, maar ik ga met je mee." Zegt Gene.

-p.o.v. Fenna-
Ik wordt wakker en kijk op mijn telefoon hoe laat het is. Het is half 9. Vannacht heb ik heel slecht geslapen en bovendien ging ik zowat dood van de koude tocht in dit huis. Ik stap uit bed en ga met mijn blote voeten op de ijskoude stenen vloer staan. Snel spring ik terug op het bed en grijp naar mijn tas om sokken te pakken. Ik kleed me aan en sluip de kamer uit op zoek naar iets van een keuken. Terwijl ik dat doe komt er een warme geur van croissantjes me tegemoet. Ik volg de geur en stap dan een deur binnen. Ik sta in een schattige oma-keuken met geruite gordijntjes. "Kom binnen en eet gerust wat." Zegt de vrouw van achter haar krant vandaan. Ik heb al bijna vierentwintig uur niks meer gegeten dus ik pak zonder te aarzelen een broodje. Als ik het op heb zeg ik dat ik er vandoor ga. Ik pak mijn tas en bedank de vrouw dat ik hier mocht slapen. Dan loop ik naar buiten, de middle of nowhere weer in.

-p.o.v. kristel-
27...29...31... "Eenendertig, daar moeten we zijn!" Roep ik. Gene stopt de auto en we stappen uit. "Is het niet raar als ik hier opeens voor de deur sta?" Vraag ik onzeker aan Gene. "Jij wou haar opzoeken hé..." Zegt Gene. Dat is waar, en nu zijn we er. Ik loop naar de voordeur en ik bel aan. Na een hele tijd zie ik eindelijk de deur opengaan. Er staat een vrouw voor mijn neus. Ze heeft warrig haar en haar t-shirt is al zeker vijf dagen niet gewassen. "excuseer, woont Fenna hier?" Vraag ik voorzichtig. "Kom je dat kind van je halen of zo?" Zegt de vrouw. "Wat? Ik, eh..." Stamel ik. "Kristel Verbeke." Onderbreekt de vrouw hard en met een nadruk terwijl ze me recht in mijn ogen aankijkt. Ik staar haar verward aan. Dan herken ik opeens haar blik, het is Leon's nieuwe vrouw. "Ze is weg. weggelopen, opgerot. En maar goed ook." Zegt ze waarna ze de deur dichtsmijt. Overdonderd blijf ik staan. Dan draai ik me naar Gene toe en kijk hem hulpeloos aan. "We moeten haar zoeken, ze heeft niemand meer." Zeg ik smekend. Gene knikt. "we vragen rond wat rond en zoeken naar haar locatie als die aanstaat op haar telefoon."

K3 ~ ReunitedWhere stories live. Discover now