Hoofdstuk 4

396 15 2
                                        

"Fenna?" Liselotte opent Everts de deur van Everts kamer en kijkt naar haar collega. "Everts dochters zijn er. Zal ik ze hierheen brengen?" Fenna schudt haar hoofd en staat langzaam op. "Nee, ik wil eerst even met ze praten. Kan jij hier blijven? Ik wil niet dat hij alleen is." Langzaam laat ze Everts hand los, voor de eerste keer in bijna vierentwintig uur. Liselotte knikt en geeft Fenna een knuffel voordat ze de kamer uitloopt.

"Nynke, Brecht," Fenna kijkt naar de twee meisjes. Ze zitten op twee stoeltjes in de wachtkamer en lijken een beetje geïntimideerd door het grote ziekenhuis. "Voordat we naar papa gaan kijken wil ik jullie eerst nog een paar dingetjes vertellen. Want papa ziet er niet zo goed uit." De meisjes knikken, dat had hun moeder ze al verteld. Fenna haalt diep adem om niet nu al in huilen uit te barsten. "Papa heeft een grote blauwe plek op zijn voorhoofd en een wond bij zijn wenkbrauw, maar dat valt allemaal wel mee. Wat ik zelf het engste vind is dat er allemaal machines om hem heen staan. Die maken de hele tijd piepjes en andere geluidjes." Fenna kijkt de meisjes weer aan. "Maar die machines zijn er alleen maar om papa beter te maken, oké?"

Als Nynke en Brecht naar Fenna knikken is ze tevreden. "Dan mogen jullie nu meekomen, dan gaan we even bij papa kijken." De meisjes staan op en pakken dan allebei een van Fenna's handen. Voor de eerste keer sinds voordat Bram belde, een dag eerder, vormt een kleine glimlach op Fenna's gezicht. Ze neemt de meisjes mee naar Everts kamer. Daar gaan ze allebei op een stoel zitten en kijken ze een beetje bang naar hun vader. Brecht begint zachtjes te huilen na een paar minuten. Fenna tilt haar op en neemt haar op schoot. "Het komt wel goed," fluistert ze zachtjes. Zelf krijgt ze ook de neiging om te gaan huilen.

Nynke pakt voorzichtig haar vaders hand. "Hey papa," fluistert ze, "ik hoop dat je snel weer wakker wordt. Brecht en ik missen je heel erg." Tranen lopen langs haar wangen. "Papa," fluistert ze opnieuw, "ik wil niet zonder jou. En Brecht ook niet. En Fenna ook niet. En heel veel andere mensen ook niet. Je moet gewoon wakker worden." Ze begint te snikken en laat zijn hand weer los. Fenna slaat een arm om haar heen, en ze leunen tegen elkaar aan. "Wil je weg?" Vraagt Fenna zacht, maar Nynke schudt haar hoofd.

Zonder een woord te zeggen zitten ze met z'n drieën naast Everts bed. Brecht op schoot bij Fenna, en Nynke tegen haar aan geleund. Uiteindelijk trekt Brecht zachtjes aan Fenna's mouw, "ik wil hier niet meer zijn." Zegt ze zachtjes. Fenna knikt, "oké, dan gaan we terug naar mama. Ga je mee, Nynke?" De meisjes nemen kort afscheid van hun vader, en dan gaan ze met Fenna mee terug naar de wachtkamer. Noor staat ze op te wachten, "hoe was het?" Vraagt ze zachtjes aan haar dochters. "Eng," antwoordt Brecht. Nynke haalt alleen haar schouders op.

"Ik zal het laten weten als hier iets verandert," Fenna kijkt Noor aan, en de twee vrouwen knikken naar elkaar. "Sterkte," Noor geeft Fenna een korte knuffel en draait dan richting de uitgang, om haar dochters mee naar huis te nemen. "Wacht," Nynke draait zich om en rent terug naar Fenna. "Pas jij goed op papa?" Vraagt ze. Fenna knikt meteen en trekt Nynke dan naar zich toe. Ze houdt haar even stevig vast. Brecht komt ook terugrennen en Fenna slaat ook een arm om haar heen. Het liefst zou ze de meisjes willen vertellen dat alles goed komt, maar ze wil niks beloven dat ze niet waar kan maken.

Als de meisjes weg zijn gaat Fenna snel terug naar Everts kamer. Ze gaat weer naast het bed zitten en houdt zijn hand stevig in allebei haar handen. Ze wil tegen hem praten, maar ze weet niet wat ze wil zeggen, behalve dat hij wakker moet worden. Er lopen weer tranen langs haar wangen. Ze zucht, ze heeft huilen altijd al als een teken van zwakte gezien, en ze wil niet zwak zijn. Zeker nu niet; ze moet sterk zijn voor Evert.

Ik Ben Bij JeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu