Na zijn gesprek met Liselotte loopt Bram voorzichtig weer de kamer binnen. "Sorry Fen," fluistert hij, "ik zal kappen met zeuren." Zijn uitspraak brengt een klein lachje op Fenna's gezicht. "Het is al goed," zegt ze tegen hem. "Ik had niet zo tegen je mogen uitvallen." Bram geeft haar een knuffel, en dan is alles weer goed tussen ze. Liselotte is ondertussen ook weer binnen. "Het is laat, ik ga naar huis," zegt ze, "als er iets is moet je bellen, Fen." Fenna knikt naar haar, en dan is Liselotte weg. "Zal ik blijven?" Biedt Bram aan. Fenna kijkt hem met een nadenkende blik aan. "Als jij dat niet erg vindt, dan graag," geeft ze uiteindelijk toe.
Als snel blijkt dat Fenna weinig aan Bram gaat hebben die nacht. Nog geen twintig minuten nadat Liselotte is vertrokken ligt hij te snurken in zijn stoel. Fenna kan er wel om lachen, ze vindt het al lief dat hij hier überhaupt nog is. Zelf heeft ze nog steeds weinig behoefte aan slaap. Diep vanbinnen weet ze wel dat het onverstandig is om zo lang niet te slapen, maar ze kan het idee dat ze Evert in de gaten moet houden maar niet uit haar hoofd zetten.
Tranen beginnen weer langs Fenna's wangen te stromen als de gedachte dat ze Evert zou kunnen verliezen door haar hoofd schiet. Hij is zo ongeveer het enige wat ze heeft. Ze heeft geen familie meer, en behalve haar collega's eigenlijk ook geen vrienden. Na de dood van Menno en het vertrek van Carla drong het opeens tot haar door dat ze alleen Bram, Liselotte en Evert nog heeft. De gedachte dat ze nu ook Evert nog kwijt zou raken doet te veel pijn om te bevatten. Ze heeft er tot nu toe eigenlijk niet aan willen denken, maar ze beseft wel dat het ook een mogelijkheid is.
Voor de tweede ochtend op rij ziet Fenna de zon opkomen. Onder andere omstandigheden zou het een mooi gezicht kunnen zijn, maar nu maakt het haar alleen maar verdrietig; weer een nacht voorbij zonder dat Evert wakker is geworden. Naast haar kreunt Bram zachtjes. De zon heeft hem blijkbaar wakker gemaakt. Hij strekt zich uit, met een pijnlijk gezicht. De nacht in de stoel voelt niet goed voor zijn lichaam. Hij kijkt naar Fenna en is niet eens verbaasd als hij ziet dat ze nog wakker is. Hij kijkt ook snel naar Evert, maar daar is nog steeds niks verandert.
Na een uurtje in stilte te hebben gezeten staat Bram op. "Ik ga wat ontbijt zoeken, wil je ook wat?" Hij kijkt hoopvol naar Fenna, maar verwacht eigenlijk niet dat ze iets gaat eten. "Beetje koffie," bevestigt ze zijn vermoeden. "Yo," Bram knikt, aait kort over haar schouder en gaat dan op zoek naar ontbijt. Fenna zucht. Ze kijkt weer naar Evert en bedenkt dan dat ze al een tijdje niet tegen hem gepraat heeft. "Hey lieverd," begint ze, "ik mis je nog steeds zo. Ik kan toch niet leven in een wereld zonder jou? Ik laat het misschien niet altijd merken, maar ik hou zo veel van je. Ik hoop dat je dat wel weet." Ze drukt een kus op zijn hand en is daarna weer stil.
Bram is op weg terug naar Everts kamer met twee bekertjes koffie en een zak broodjes in zijn handen. Hij heeft meer meegenomen dan hij nodig had, voor het geval dat Fenna toch iets wil eten. Voordat hij de kamer in loopt kijkt hij door het raampje. Fenna zit nog in exact dezelfde positie dan toen hij wegging. Haar lange blonde haren zitten nog steeds in het staartje dat ze al dagen in heeft, en er beginnen steeds meer plukken los te vallen. Hij kan nu haar gezicht niet zien, maar hij weet hoe ze eruitziet; het grootste gedeelte van haar make-up is van haar gezicht afgespoeld door haar tranen, ze heeft grote wallen onder haar ogen, ze is bleek en haar ogen zijn rood door het huilen. Bram is van mening dat ze er, sinds hij haar kent, nog nooit slechter uit heeft gezien dan nu.
Uiteindelijk loopt Bram de kamer binnen. Hij overhandigt Fenna haar koffie, waarop ze kort naar hem glimlacht. Hij opent de zak met broodjes en begint zelf te eten. Hij houdt de zak uit naar Fenna, maar ze schudt haar hoofd en dan geeft hij het op. Ze heeft het al zwaar genoeg zonder dat hij de hele tijd zit te zeuren. Samen zitten ze rustig, tot Brams telefoon gaat. Hij springt op. "Shit," vloekt hij, "ik had beloofd op tijd op het bureau te zijn vandaag." Fenna lacht zachtjes. "Ga dan," moedigt ze hem aan, "ik red me wel." Hij knikt, geeft haar snel een knuffel en sprint dan weg.
--------
zoals beloofd; deel 6!
(Moordvrouw gisteren was weer zo gaaf omggg. De eerste aflevering was een beetje vaag, maar deze was zo goed. En Evert en Fenna jaaaaaa, die Dries van Zijverden snapt het!)

JE LEEST
Ik Ben Bij Je
FanfictionAls Evert bij een ongeluk betrokken is en in coma raakt, wijkt Fenna niet van zijn zijde tot hij weer wakker wordt.