Deel 17

1K 33 15
                                        

Pov: Elizabeth.
Langzaam open ik mijn ogen, ik knipper een paar keer om mijn ogen aan het donker te laten wennen. De kamer waar ik in lig is helemaal leeg. Geen ramen, geen kast, geen bed, geen lampen, alleen de een deur waar een klein streepje licht uitkomt. Als ik mezelf omhoog duw protesteert mijn rug doordat ik de hele nacht op de grond heb gelegen. Ik wikkel het stuk van mijn shirt van mijn knie af, het is er niet veel beter op geworden. Een diepe zicht verlaat mijn mond. Ik ga tegen de muur aan zitten en sluit mijn ogen.

Het kraken van de deur die open gaat doet me wakker schrikken. Het felle licht dat plots naar binnen schijnt verblind voor een paar seconden. Precies de tijd die de bewaker nodig heeft om naar me toe te lopen, me omhoog te hijsen en me de kamer uit te duwen. "Waar gaan we heen?" Vraag ik met een schorre stem. Natuurlijk antwoord de bewaker niet, maar het was het proberen waard. Na een paar gangen door gestrompeld te hebben duwt de bewaker me een kamer in en doet de deur achter me op slot. Aan de andere kant van de kamer staat Erick uit het raam te kijken. "Ik snap het niet." Begin ik. "Ik heb gezegd dat je het geld mag hebben, wat wil je nog meer van me?" Erick draait zich naar me om. "Omdat, lieve Elizabeth. Het geld niet jouw eigendom is op dit moment. Jouw moeder heeft het geld lang geleden uitgegeven zodat jullie fijn in jullie huis konden blijven wonen." Ik kijk hem met een verbaasde blik aan. "Ja, je moeder wist hier vanaf. En ze wist maar al te goed dat het ooit consequenties zou hebben. Kijk je moeder had problemen Elizabeth, gok problemen. Ze heeft al haar geld en meer vergokt. Jouw vaders geld was niet genoeg om dat terug te betalen." Vol verbazing luister ik naar het verhaal. "Maar, maar dat zou ze nooit doen." Ik denk aan toen ik vijf was. We waren voor mijn verjaardag naar de Efteling. Het was de mooiste dag van mij leven, tot die mannen op eens op mijn moeder af kwamen. Ik weet niet meer precies wat ze zijden maar wel dat het niet over koetjes en kalfjes ging. Op een gegeven moment had mijn moeder me opgetild en was ze het park uitgerend, de auto ingestapt en met een noodsnelheid naar huis gereden. Drie weken daarna waren we naar de andere kant van het land verhuist. Ik krijg tranen in mijn ogen als ik besef dat het waar is wat Erick me zojuist heeft verteld. Hij komt langzaam op me afgelopen, verstijft blijf ik staan waar ik sta. "Jouw moeder zit diep in de schulden lief nichtje, ze zal zelf binnen een paar maanden overlijden dus ben jij degenen die dat allemaal tot de laatste cent terugbetalen. En laat ik nou precies weten hoe je dat gaat doen voor mij."

Ik stap uit de douche en bekijk het jurkje dat voor me hangt. Het is een wijnrode jurk met een hoge neklijn en zonder mouwen. Het is een prachtige jurk, dat moet ik toegeven. Erick vertelde me dat ik me moest opmaken, omdat er iemand voor me kwam. Ik open de lade onder de wastafel en mijn mond valt open. De lade ligt helemaal vol met make-up. Lippenstift in de mooiste kleuren, foundation, eyeliners, oogschaduw in alle kleuren van de regenboog, glitters en nog zo veel meer. Oftewel hemel voor elk meisje dat van make-up houd. Voor het eerst in een lange tijd verschijnt er een glimlach op mijn gezicht.

Plotseling hoor ik iemand hard op de deur kloppen. Met gefronste wenkbrauwen open ik de deur om daar Finn aan te treffen. Verbaast ik hem aan. "Elizabeth, je moet nu meekomen. We hebben niet veel tijd. " zegt hij terwijl nerveus om zich heen kijkt. Aarzelend loop ik achter hem aan. "Ga je me nog vertellen wat er aan de hand is?" Vraag ik als we een paar gangen doorgerend zijn. "Ik haal je hier uit." Is het simpele antwoord dat ik krijg. Voor ik tijd heb om daar op te reageren trekt Finn in eens een kamer in. Mijn gil wordt gedempt door zijn hand op mijn mond. Ik sla zijn hand weg en doe een stap van hem vandaan. "Finn ik meen het, wat ben je aan het doen?" Fluister-schreeuw ik. Hij kijkt eerst naar het plafond en bijt op zijn lip, een gewoonte die blijkbaar in de familie zit. "Ik dacht dat Erick je niets aan zou doen en dat je daarna veilig zou zijn. Maar het is veel ingewikkelder dan ik dacht, dus ik haal je hier weg." Het blijft even stil. "Elizabeth, beloof me dat je niets geloofd van wat hij zegt over onze vader, Oké?" Ik open mijn mond om iets te zeggen maar Finn is me voor. "Wat hij je heeft over je moeder's gok problemen is niet waar." Ik schud mijn hoofd. "Ma-maar, i-ik snap het niet." Stotter ik ontdaan. Hij zucht en kijkt voorzichtig door een kiertje van de deur. "Ik leg het je later wel uit, we moeten nu eerst weg hier." Langzaam knik ik en volg ik hem weer het kamertje uit. Daarna gaat alles op eens heel snel. Voordat Finn drie stappen heeft gezet klinkt er een schot en hij zakt op de grond, een grote rode vlek verschijnt op zijn buik. Ik wil naar hem toe rennen maar iemand grijpt me om mijn middel en trekt me achteruit. Ik geef degene die me vast heeft een stomp in zijn maag en zijn greep verslapt. Ik sprint naar Finn die nu bewegingloos op de grond ligt in een plas bloed. Ik voel aan zijn pols maar ik voel geen hartslag. Ik begin als een bezetene te reanimeren, ook al weet ik dat het geen zin heeft. Tranen stromen over mijn wangen en ik blijf maar schreeuwen dat hij niet mag doodgaan. Na een tijdje zak ik zelf ook op de grond en maakt mijn lichaam alleen nog maar geluidloze schokken. Mijn enige kans om hier weg te komen is net in mijn armen gestorven, nu weet ik zeker dat ik hier voor altijd vast zit.

Heyyy...
Nieuw hoofdstukje, ik hoop dat jullie het leuk vinden😊
Dus uh
Doeiiii

Ontvoerd (on hold)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu