ᕙ5ᕗ

44 5 0
                                    

Nummers voor dit hoofdstuk:

- Graves~ Whiskey Shivers
- Danger and Dread~ Brown Bird

13 November 1867, Fedin.  21:00 in de avond

Ik laat mijn handen langzaam van mijn gezicht afglijden. Ze hebben gelijk, ik ben een monster. De duivel heeft zich in mijn lichaam gevestigd. Ik moet hier weg, anders vermoorden ze mij.

In blinde paniek pak ik kledingstukken uit mijn kast. Samen met mijn knuffelbeer en een paar foto's. Al mijn eigendommen stop ik in een handgemaakte rugzak. Die heeft mijn moeder voor me gemaakt. Ze heeft mijn naam in de rug van de stof genaaid. 

Met gemixde emoties kijk ik naar mijn kleine slaapkamer. Deze kamer deel ik met mijn broertje. En nu zal hij hier alleen slapen. Arlen, wat zal ik hem missen. Ik heb hem al genoeg pijn gedaan, ik wil niet dat hij me zo ziet. 

Ik gooi de rugzak over mijn schouder en ren dan naar beneden. Vanuit de woonkamer klinken diverse kreten. Ze hebben het over mij dat is wel duidelijk. Ik blijf naast de deurpost staan. Waar hebben ze het over.

''Doden. Dat is de enigste oplossing. Meer kunnen we niet doen Mathilde. Het is een zware keus dat is zeker. Maar het is wel de beste keus. Wat zegt u Rodericus?''

Mama, papa wat is er aan de hand. Ik voel mijn handen weer beven. Doden. Ze willen mij vermoorden. Ik voel mijn maag borrelen van woede. Dit is iets waar ik niet voor gewenst heb. Dit is mij overkomen en ik kan er verder niets aan veranderen. 

''Het is mijn kind. Ik kan mijn eigen kind niet laten omkomen. Ook al is er iets mis met hem. Ik sta het niet toe.'' schreeuwt mijn moeder naar de andere dorpelingen.

Het is even stil. Zacht gesnik is hoorbaar en ik weet meteen wie het is. ''Arlen wacht! Blijf hier!'' Vader roept hem nog na maar hij stormt de kamer al uit.

Van schrik houd ik mijn adem in. Arlen ziet mij gelukkig niet, hij rent de voordeur uit naar buiten. Vader komt ook de kamer uitgelopen. Zijn blik valt op de deur maar kort daarna ziet hij mij ook staan. Onze blikken kruizen elkaar. Hij is woedend. Zijn handen grijpen naar mijn kleine lichaam. Ik word opgetild bij mijn nek en tegen de muur aan gegooid. 

Ik blijf hem vol angst aankijken. Mijn hoofd raakt leeg. Het is alsof ik in een diepe en pijnlijke slaap val. Mijn moeder staat achter hem. Ze probeert hem tegen te houden maar ze is te zwak. Te zwak, net als ik. Hoe durft hij zijn eigen zoon te doden. Wat voor ziek persoon ben je om je eigen zoon te vermoorden. Een monster, een kind van de duivel..

Mijn gedachtes stoppen. Ik voel mijn lichaam warm worden van woede. Met een kille blik kijk ik voor me uit. Ik voel geen pijn meer. De handen van mijn vader laten mijn lichaam langzaam los. Hij valt tegen de grond aan. Hij kijkt vol angst naar mij. Op armen en benen kruipt hij naar de andere dorpelingen. 

''Waarom heb je hem niet gedood Rodericus?'' gilt een van de vrouwen in de huiskamer. Ze kijkt vol afschuw naar me toe. Ik kijk haar emotieloos aan. Ze wil mij doden. Het monster. ''duivelskind'' ik hoor het haar nog zeggen. Een traan rolt over mijn wang naar beneden. Ik zal haar eens laten zien wat voor monster ik dan wel niet ben. 

Een onmenselijk geluid verlaat mijn keel. Het harde geluid neemt flinke windgolven met zich mee. Een olie lamp op de tafel waait om en valt neer op het tapijt. Ik staar in het vuur wat onder mijn blik telkens sneller lijkt te verspreiden. Er breekt paniek uit. De dorpelingen proberen te ontsnappen maar dat sta ik niet toe.

Ik focus al mijn aandacht op een balk die aan het plafon hangt. Hij begint te trillen en uiteindelijk valt hij op de grond neer vlak voor de ingang. Er is geen uitweg meer mogelijk uit dit hel hol.

Unfair 🔥 (Watty Winnaar)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu