Zodra Livia voorbij de deur van de kliniek is kan ze eindelijk opgelucht ademhalen. Haar kleding is helaas nogal doorweekt, maar dat zal in de loop van de dag vast wel weer opdrogen. Tenminste dat hoopt ze. Het is nu echt de tijd van het jaar dat mensen ziek worden. En ze heeft er niet echt behoefte aan om thuis uit te zieken en niets te doen. Met snelle stappen loopt ze richting haar kantoortje.
Onderweg komt ze Jody ook nog tegen. Hij begroet haar kort met een knikje. Iets wat ze van hem gewend is, het is een man van weinig woorden. Maar hij is erg zorgzaam. Als hoofd van de kliniek wordt hij erg gewaardeerd. De functie heeft hij nog niet heel lang. Na het overlijden van zijn vader is hij in zijn voetsporen getreden. Zelf is hij nog maar 29. En zelf denkt ze dat Jody het niet zo naar zijn zin heeft hier. Hij zou een beter leven als bakker hebben. Bijna dagelijks neemt hij iets zelfgebakken mee naar de kantine. En het is echt overheerlijk. Misschien dat hij ooit die carrière switch maakt. In iedergeval kan ze maar beter aan zijn goede kant blijven.
Nadat Livia voor haarzelf een bakje koffie heeft gehaald en de rapportage van de vorige avond heeft doorgelezen, is het tijd om naar haar patiënt te gaan. Ze leunt iets naar achteren in haar bureaustoel. De droom van gisteravond schiet weer door haar gedachtes. Het was bijna alsof het allemaal echt gebeurde. Maar dat is niet onmogelijk. Ze zal er ook niet over beginnen. Anders sluiten ze haar zometeen nog op in één van de cellen hier.
Ze komt overeind uit haar stoel en gooit dan de lege beker in de afvalbak. Haar blik volgt de beker tot het stilletjes op de bodem van de afvalbak ligt. Misschien zou ze iets te drinken voor Luca mee moeten nemen? Als hij goed gedrag vertoont zal ze hem belonen. Knikkend loopt ze het kantoor uit. Het is erg stil op de gang, de stilte wordt zo nu en dan verbroken door een gil of geschreeuw.
Inmiddels schrikt ze er niet langer meer van. In het begin was dat heel anders. Ze kreeg er eerst vreselijke nachtmerries van. Dat gegil ging door merg en been. Maar daar heeft ze nu niet meer last van.
Toch vind ze het vreemd dat ze ineens over Luca gedroomd heeft. Normaal gesproken heeft ze dat nooit. Ze kan beter wat afstand van de zaak nemen, ook al wil ze niet opgeven.
Inmiddels is Livia de gang van de zwaarst beveiligde cliënten genaderd. Ze loopt langzaam naar de laatste deur. De breed gebouwde beveiliger wacht haar op voor de deur. 'Pas' zegt hij kortaf. Ze laat hem haar pasje zien voordat hij haar de kamer binnenlaat. 'Geef maar een gil als er iets mis gaat' zegt hij voordat de deur dicht geslagen wordt in haar gezicht.
Ze kijkt fronsend naar de deur. Wat een klootzak. Er klinkt zacht gegrinnik achter haar. Ze draait zich om en daar zit Luca dan, vastgebonden op een stoel met de zwarte stof voor zijn ogen. 'Zo vriendelijk zijn ze hier altijd' zegt hij dan ineens.
Livia zet een paar stappen dichterbij en neemt dan plaats op de lege stoel tegenover hem. 'True, je moet het inmiddels wel gewend zijn neem ik aan' antwoord ze, haar ogen glijden over de kale muren van de cel. Rillingen lopen over haar ontblote armen. Was ze maar zo slim geweest om een vest aan te trekken.
'Dat zou je denken, maar ze verassen je hier nog altijd' antwoord hij met een scheve grijns. Hij draaid zijn hoofd richting de deur. Net op dat moment wordt er op het metaal geklopt. 'Ja?' ik draai me vragend naar de deur toe. Hij wordt open gemaakt door de zelfde beveiliger als zonet. 'George belde voor je' zegt hij.
Ik draai me terug naar Luca die zich weer terug naar mij gedraait heeft. Een gevoel van binnen verteld me om hier te blijven. Ik kan George altijd terug bellen, ten slotte zal het gesprek toch niet lang duren. 'Ik bel hem straks terug' antwoord ik tegen de man.
Hij knikt en duwt dan de deur weer dicht. 'Ik voel me vereerd dat je nog iets langer blijft' ik kijk Luca een tijdje aan voordat ik hem antwoord 'Sure, ik moet je toch een beetje leren kennen'. Luca knikt, 'Hmm ik dacht dat we de vorige keer al heel wat van elkaar geleerd hebben' antwoord hij.
JE LEEST
Unfair 🔥 (Watty Winnaar)
Ficción General"Wees niet bang, ik kan je hart hier horen kloppen" een scheve grijns klimt rond zijn lippen. "Wie ben jij?" is het eerste wat ik tegen hem zeg. Ik kan mezelf wel voor mijn hoofd slaan. Hij heeft zich net aan mij voorgesteld. De zenuwen breken langz...