ᕙ13ᕗ

26 2 0
                                    

14 November, 1867 Cilp, 1000km van Fedin vandaan.

Ik kijk vanboven toe hoe de raven van de kerk de resten van de dominee verslinden. Met het zilveren kruis van de dominee pluk ik vuil onder mijn nagel vandaan. Ik ben verveeld en ik heb geen idee wat ik moet doen. De ochtend is net genaderd en de dorpelingen zwerven al druk over straat.

Het is geen optie om nu verder te reizen naar een veiligere plek. Tenslotte heb ik hier een mooie plek boven in de kerk. Alleen weet ik dat ik hier niet veel langer kan blijven. Het nieuws van de vermissing van de dominee zal vroeg of laat wel bekend worden gemaakt. En als ze mij dan vinden, dan wordt ik natuurlijk meteen als verantwoordelijke gehouden. Terecht, maar ik wil het graag zien te voorkomen.

Ik sta op van mijn zitplekje op de balk en laat mezelf op de grond glijden. Mijn oog valt op de laatste restjes van de dominee. Hij is nu niets minder dan een paar botten. Ik geef een flinke shop tegen zijn lichaam. De raven die zich bovenin de kerk verzamelt hadden, weten niet hoe snel ze naar buiten moeten vliegen.

Ik volg de raven met mijn ogen. Ze vliegen zo snel naar buiten. Ik wordt er jaloers van. Uit alle krachten die ik nu bezit, zou ik toch graag willen vliegen. Dat zou het verplaatsen naar andere plekken ook een stuk makkelijker maken. Maar helaas is dat mij niet gegund.

Zo nu en dan heb ik het idee dat ik het wel zou kunnen. Maar dat ik er nog niet klaar voor ben. Ik laat mezelf op de grond zakken, naast de botten van de dominee. Mijn ogen blijven hangen bij een groepje vleermuizen. Ik wou dat ik zulke vleugels had.

Maar dat kan ook. Daar is hij weer. Die bekende stem in mijn hoofd. 'Wat bedoel je?' vraag ik hardop. Je hoeft je alleen maar te laten bijten door zo'n vleermuis. In ruil voor je bloed, zal jij zijn vleugels krijgen. Een glimlach glijd over mijn lippen. Dat zou fantastisch zijn.

Maar dan schiet er ineens iets door mijn hoofd wat de glimlach rond mijn lippen doet verdwijnen. 'Ik kan helemaal niet vliegen met die kleine vleugels' een duistere lach echood door mijn hoofd heen. De vleugels van een vleermuis zullen zich aan je lichaam aanpassen, dus ook in grote. Dat klinkt al een stuk beter.

Ik concentreer mij op het groepje vleermuizen. Met beleid en concentratie klim ik omhoog naar het puntje van de kerk waar de vleermuizen zich verschuilen. Met het menselijk oog zou je hen niet zien zitten in het donker. Maar ik kan ze herkennen en onderscheiden. Terwijl ik naar de vleermuizen uitreik, opent een van hen zijn ogen. Nu moet ik snel zijn. Ik grijp de vleermuis in mijn handen en spring dan naar beneden. De andere vleermuizen beginnen heen en weer te vladderen.

Met de vleermuis in mijn handen zak ik op de grond neer. Ik zorg ervoor dat zijn hoofd vrij is zodat hij mij kan bijten. Duw hem op je arm. Zijn tanden zullen zo makkelijk door je huid glijden. Ik doe wat de stem zegt en zet de tanden van de vleermuis in mijn huid. Ik kan voelen hoe de vleermuis mijn bloed opzuigt. 'Hoelang moet ik wachten t-' voordat ik mijn zin kan afmaken laat de vleermuis ineens los. Hij valt op de grond neer. Een hoog gepiep komt uit zijn bekje vandaan.

Je moet hem doden.

Ik frons en kijk neer op de vleermuis die in paniek heen en weer vladdert op de grond. Maar hij kan niet omhoog komen. Ik sta op van mijn plek en kijk dan op de vleermuis neer. Dood het nu. Ik hef mijn laars in de lucht en trap de vleermuis dood.

Het hoge gepiep is meteen gestopt. Verbaasd staar ik naar de lege plek op de grond. De vleermuis is verdwenen. Vanuit het niets voel ik een heftige brandende pijn in mijn boven rug. Het is niet zo heftig als mijn transformatie. Maar het komt al aardig in de buurt.

Unfair 🔥 (Watty Winnaar)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu